Wonderlijke tijden. Verstoring van de bestaande orde. Wat voor jou belangrijk is wordt bedreigd – en je zoekt steun, houvast, geborgenheid. Je behoefte aan zekerheid groeit, maar waar vind je die nog? De werkelijkheid schreeuwt je toe: ’Je bent op jezelf aangewezen!’ Ben je dus alleen? Nee! Want we zijn hier samen. Niemand is alleen. En we hebben elkaar nodig. Meer dan ooit. Deze tijd vraagt om tevoorschijn komen. Laten zien wie je bent. Je niet meer verschuilen maar meedoen. Inbrengen wat jij kunt bijdragen – door te doen waar jíj blij van wordt. En je door niets of niemand meer bang laten maken. Wanneer je de moed kunt opbrengen om voluit te leven – recht uit je hart, en geholpen door je hoofd – ben je minder alleen dan je denkt. Dan kun je steun, houvast en geborgenheid ervaren. Bij jezelf, en bij de ander. En dan heb je ook wat te geven – dan geef je wie jij in wezen bent.

donderdag, maart 05, 2009

Waarderen door complimenteren - positieve bekrachtiging werkt

Er groeit een verlangen naar fundamentele verandering. Het is niet voor niets dat er een golf van enthousiasme over de wereld ging toen Barack Obama tot president van de Verenigde Staten werd gekozen. Hij belichaamt een hoopvol verlangen naar verandering. En: hij laat zien dat het kan. Maar verandering van wat? Van een steeds dieper gevoelde behoefte aan geloof in mensen en hun mogelijkheden. En dat willen aanboren. ‘Kom maar tevoorschijn en laat maar zien wat je kunt. Je kunt meer dan je denkt.’ De stemming waarmee Obama de verkiezingen won. De tegenpool van ongeloof en cynisme.

Vertrouwen en waarderen
Gebrek aan vertrouwen, en verlangen naar verandering. Dat is waar we staan. Het materialisme is doorgeslagen. Er is een immaterieel antwoord nodig op de materiële crisis. Hoe verschuiven we de focus van korte termijn gewin naar lange termijn geluk? De financiële crisis heeft alles te maken met waarden. En dat is heel wat anders dan beurswaarde. De financiële waarde van bedrijven en vastgoed blijkt schromelijk overschat, terwijl de immateriële waarde zwaar is onderschat. We zijn bedrijven en bezittingen opnieuw aan het waarderen. Dat kunnen we ook doen met de mensen die er aan verbonden zijn. Want organisaties uit bestaan uit mensen. Zij vormen het werkelijke kapitaal. Dat menselijk kapitaal kun je ook waarderen. Niet door hen op de balans te zetten. Of door te speculeren over hun toekomstige waarde of schaarste. Het kan door hen naar waarde te schatten. En dat kan dagelijks. Niet materieel, in de vorm van bonussen met alle mogelijke ontsporingen van dien. Nee, immaterieel. In de vorm van werkelijke en individuele waardering. Menselijk, betrokken. Oprecht en waarachtig. Aandacht voor iemands inzet, voor iemands betrokkenheid. Als iemand iets goed doet. Of het goede doet. Elke keer. Elke keer? Ja, elke keer weer!

Complimenten
Voor dat dagelijks waarderen bestaat een vorm: complimenteren. Complimenteren is de krachtigste vorm om de sfeer in een organisatie te verbeteren en de prestaties van de medewerkers te verhogen. Complimenteren is een vorm van bemoediging en bekrachtiging. Daar is grote behoefte aan. Ook op het werk. Zonder soft of vaag te worden. Realistisch en eerlijk. Hoeveel bemoedigende boodschappen geven en ontvangen we op het werk? Hoe vaak zeggen we: ‘Goed gedaan.’ of ‘Bedankt’? Hoe vaak geven we elkaar een welgemeend compliment? We zijn ongelofelijk terughoudend in het uitdrukken van waardering naar elkaar. Terwijl we er zo’n grote behoefte aan hebben.

Positief of negatief
Hoe werken complimenten? Complimenten halen het beste naar boven, omdat ze het beste benoemen. Een compliment maakt op een positieve manier duidelijk welk gedrag gewaardeerd wordt. Degene die het compliment ontvangt weet dat en kan uit verlangen naar die waardering dat gedrag vaker vertonen. Want gewaardeerd gedrag zet je voort, het herhaalt zich. Complimenteren is een vorm van positieve bekrachtiging. Het is het tegenovergestelde van negatieve bekrachtiging. Dan wordt er druk uitgeoefend, of er is sprake van dwang of sancties. Een voorbeeld is afgedwongen verandering. Je doet het niet uit vrije wil, of omdat je zin hebt om dat te doen. Je doet alleen maar het hoogst noodzakelijke en je houdt er ook weer zo snel mogelijk mee op. Daarom mislukken zoveel verandertrajecten. En in samenlevingen en bedrijven met een steeds hoger opleidingsniveau laten steeds minder mensen zich dwingen.

Druk en dwang komen goed beschouwd voort uit angst. Angst dat iets niet vanzelf gaat. Of niet op de gewenste manier gaat. Vaak ontstaat druk en dwang ook uit de behoefte om op korte termijn iets voor elkaar te krijgen. Of uit angst om de controle te verliezen. Dan kan het zelfs door roeien en ruiten gaan. Vaak met weinig duurzaam resultaat. En soms ook tegen hoge kosten (handhaven, straffen). Druk en dwang werken ook via angst. Belonen, waarderen en complimenteren is het omgekeerde van controleren, dreigen en straffen. De aandacht gaat uit naar wat goed is, in plaats van wat niet goed gaat.

Creativiteit en groei
Belonen laat ook ruimte. In die ruimte kan creativiteit gedijen. Voor creativiteit heb je nu eenmaal ruimte nodig. Om creatief te zijn moet je risico durven nemen: uitproberen, het fout laten gaan, overnieuw beginnen. Angst om gestraft te worden belemmert creativiteit. Ook gehoorzaamheid belemmert creativiteit. Gehoorzaamheid is uiteindelijk vermijding van straf. Daarom is gehoorzaamheid, met op de achtergrond dreiging met straf, de dood in de pot. Gehoorzaamheid ontstaat door druk en dwang: er moet van alles wel, en er mag van alles niet.
Creativiteit vraagt om onbevangenheid en zelfvertrouwen. Die kwaliteiten groeien niet in een sfeer van angst. wel in een sfeer van bemoediging en bekrachtiging. Daarom draagt complimenteren bij aan het creëren van een innovatief klimaat. Een omgeving waarin geen angst is om het fout te doen en juist het goed(e) doen wordt toegejuicht.

Natuurlijk is het nodig om grenzen te stellen aan ongewenst gedrag. Maar het is de vraag of dat moet in de vorm van straffen. Want daarmee voed je schuld en schaamte. Wat weer een remmende en beperkende werking heeft op het vrij laten stromen van de creativiteit. Grenzen stellen kan ook in de vorm van het waarderen van gewenst gedrag. Ook hier geldt: richt je op wat beslist niet mag (of op wat persé moet), of waardeer het gedrag dat wel gewenst is. Alles wat je aandacht geeft groeit... ook het negatieve!

Gedragsverandering
Beloning is veel effectiever dan straf. Straf zorgt voor vermijdingsleren en angstmotivatie. Mensen doen alleen het minimum dat gevraagd wordt en er is veel controle en toezicht nodig. En het werk wordt er vervelend door. Bij de meeste organisaties wordt toch op die manier leiding gegeven. Managers denken vaak dat mensen voor 80% worden gemotiveerd door aansporingen, maar dat is maar 20%.

Gedrag wordt voor 80% door consequenties bepaald. Het heeft dus geen zin om mensen tien keer hetzelfde te vragen of je alleen te beperken tot communicatie (flitsende brochures, handboeken en optredens). Deze zijn belangrijk om een eenmalige gedragsverandering op gang te brengen, maar leiden niet tot duurzame verandering. Doorvoor zullen mensen positieve consequenties moeten ervaren in de vorm van concrete vooruitgang.

Ook op de consequenties zelf blijkt de 80-20 regel van toepassing: 80% van de consequenties zijn negatief, 20% is positief. Terwijl om effectief leiding te geven dat precies omgekeerd zou moeten zijn: 80% belonen en 20% straffen. Dus vier complimenten tegenover hooguit een kritiekpunt.

Beïnvloeding, of manipulatie?
We zijn continu bezig elkaars gedrag te beïnvloeden, of we willen of niet. Sterker nog: het is de taak van de leidinggevende om dit te doen. Elke succesvolle leidinggevende weet dat oprechtheid en authenticiteit sleutelfactoren zijn om tot lange termijn resultaten te komen. Onoprecht complimenteren zal dan ook niet werken, sterker nog, contraproductief zijn. Complimenteren heeft alleen duurzaam effect als het geen kunstje wordt, maar voorkomt uit een persoonlijke vertrouwen dat het meer effect heeft dan negatieve feedback.

Bewerking van een artikel dat verscheen in Tijdschrift voor Management Development, voorjaar 2009.

Auteurs: André Meiresonne, Marius Rietdijk, Bram Schaper

Mr A.A. Meiresonne (a.meiresonne@planet.nl) is trainer, spreker en schrijver. Hij is o.m. voor Bout en Partners docent Ik en de Anderen bij de Baak Management Centrum VNO-NCW en auteur van Zin! Leidinggeven aan jezelf en anderen (www.zinboek.nl) en het zojuist verschenen Vrij! Leef je eigen leven (www.vrijlevenboek.nl).

Drs. M.M. Rietdijk (mariusrietdijk@plimenten.com) is directeur van plimenten.com, organisatieadviseur en universitair docent Strategie en Gedragsverandering aan de VU. Hij is o.a. auteur van Slag om de toekomst en en hoopt in 2009 te promoveren op Organisaties conditioneren. De invloed van beloning en straf op werkprestaties.

Drs. Ing. Bram Schaper (bramschaper@plimenten.com) is directeur van plimenten.com, organisatieadviseur en coach gedragsverandering bij NedTrain.

dinsdag, februari 10, 2009

Crisis is naar, maar hoeft niet erg te zijn

CRISIS IS NAAR, MAAR HOEFT NIET ERG TE ZIJN. Je zit er niet op te wachten, maar de verandering die in de lucht hangt is welkom. Veranderen is niet makkelijk, maar meestal wel nodig. Om bij te blijven, en om vooruit te komen. Soms is daar een crisis voor nodig, maar daar kun je beter uit komen. Als je zo diep gaat als je kunt. Over veranderen en het vergroten van bewustzijn geef ik workshops en lezingen, schrijf teksten en artikelen en maak boeken.

CRISIS IS DE ULTIEME KANS OM EEN NIEUWE STAP TE MAKEN, OM TE TRANSFORMEREN. Want oude regels en bestaande manieren, wat gebruikelijk en gewoon is.... het werkt niet meer. In je relatie, je werk, je organisatie. Als het echt tegenzit is er urgentie. Je kunt diepgaande veranderingen doorvoeren, omdat de weerstand is verdwenen. Ik heb er een boek over geschreven: Vrij! Leef je eigen leven - over het nut van crisis, en transformatie als uitkomst.

CRISIS LEVERT VRIJHEID OP, WANT JE HEBT WEINIG MEER TE VERLIEZEN. Wat je kent raakt je kwijt, er wil iets nieuws geboren worden. Crisis geeft ruimte aan creativiteit, je gaat weer ondernemen. Vlak boven het nulpunt kun je de energie in een organisatie een andere kant opsturen. Weer gaan werken met passie en gedrevenheid. Kwaliteit leveren. Een bekend voorbeeld: zonder het Ahold-drama was Albert Heijn niet opnieuw zo’n goeie supermarkt geworden.

DE UITWEG VIND JE BENEDEN, DOOR AF TE DALEN IN HET BEWUSTZIJN. Eerst naar de wortels, naar waar het allemaal om begonnen was: iets bieden waar een ander op zit te wachten. Wat maakt jou of jouw organisatie uniek en onderscheidend? Waar ben je goed in, wat doe je het liefst? Waar loop je warm voor, waar gaat je hart naar uit? Terug naar de oorsprong en weer waarde toevoegen. Mijn ervaring: in een crisis wil wat werkelijk van waarde is (weer) tevoorschijn komen - en daar ga je met meer bewustzijn (opnieuw) vorm aan geven.

Ervaring met verandering
Begin jaren tachtig, bezuinigingen alom. Na mijn afstuderen kwam ik terecht bij de Stichting Film en Wetenschap. Jarenlange ervaring met educatieve film en video, maar ook verstofd en bedreigd. Zes jaar later was de organisatie getransformeerd tot een bruisende verzameling audiovisuele bedrijven en educatieve activiteiten – innovatief en ondernemend.
Begin jaren negentig raakte ik betrokken bij Weleda. Daar maken ze al sinds de jaren ‘20 geneesmiddelen en verzorgingsproducten. Volledig ambachtelijk en 100% natuurlijk. Maar hun prachtige producten dreigden uit de schappen te verdwijnen: vergrijsd klantenbestand, onvoldoende promotie. We zijn de onovertroffen kwaliteit van de producten en de bijzondere achtergrond van het bedrijf gaan benadrukken. Weleda is nu een succesvolle duurzame onderneming.
Enkele jaren geleden verbond ik me met D66. Ogenschijnlijk geen goed moment. Zes verkiezingsnederlagen op een rij. Ik heb meegewerkt aan het opnieuw formuleren van de uitgangspunten voor toekomstgerichte vrijzinnig-liberale politiek. Duidelijke focus, heldere kaders, toepasbare richtingwijzers. Het werkt. Inmiddels is D66 de politieke partij met de grootste ledenaanwas.

donderdag, januari 29, 2009

Naar, en ook mooi (als er liefde is)

In de kerstvakantie overleed Nick. De man van de beste vriendin van mijn vrouw. Tweeënveertig, twee kinderen. Niet eerlijk, onbegrijpelijk, moeilijk te verdragen. Hij had kanker. Vier jaar geleden al. Toen redde hij het nog. Nu was het klaar. Zijn lichaam was op. Hij ging over.

Bijna twee weken was mijn vrouw weg. Ze was in Zwitserland, aan het meer van Genève. In de verte af en toe de Mont Blanc. Maar daar kwam ze nu niet voor. Ze was er voor haar vriendin, en de kinderen. En voor Nick. Om het voor hen allemaal minder moeilijk, minder zwaar te maken. Er waren nog meer mensen. Familie, vrienden. Met elkaar hadden ze een heftige tijd. En gek genoeg, ook een hele mooie tijd. Voor hen een tijd om nooit te vergeten. Zo intens. ‘Ik voel zoveel liefde,’ zei Nick z’n dochter van negen.

Thuis hadden we vanaf de kerstdagen ineens een jongenshuishouden. Zo lang waren nog nooit met z’n vieren geweest. Zonder ‘mama’. We hebben het goed gehad. Alles samen gedaan. Echt met elkaar. Geen taakverdelingen, geen rollen. Alles in overleg. Boodschappen, koken, opruimen. Overal de tijd voor nemen. Niet haasten, geen druk.

Het hielp dat het de eerste week nog vakantie was. De tweede week werd al lastiger om het zo relaxed te doen. De jongens gingen weer naar school. Huiswerk, SE’s. Ik wilde weer aan het werk, me kunnen concentreren. Toen voelde ik hoe lastig het is om zo soepel te leven als school en werk roepen. En toen mijn vrouw terugkwam waren alle wasmanden vol. Dat waren we vergeten. Want we hadden nog schone kleren genoeg.

Schitterend weer was het op de dag van de begrafenis. Volop zon, een wintersblauwe lucht. Rijp op de bomen, sneeuw op de grond. We liepen over het middenpad achter de kist de kerk uit. De deuren gingen open en het witte sneeuwlicht stroomde naar binnen. Of je de hemel in keek.

Nare dingen kunnen ook zo mooi zijn. Als je het goed hebt met elkaar. Als er liefde is.

maandag, januari 19, 2009

Het groeiende verlangen naar menselijk en duurzaam leven

De financiële crisis is een blessing in disguise. Een kans om het echt anders te gaan doen. Want er klopt iets niet in hoe we het doen met z’n allen en hoe we met elkaar omgaan. Dat voelen we allemaal wel. Niets voor niets zijn zoveel mensen blij met Barack Obama. Er moet iets veranderen. Maar wat precies? Het gaat over verdeling van macht en rijkdom. Maar hoe dan? Zomaar weggeven wat we in jaren hebben opgebouwd? Samenwerken met mensen die we niet vertrouwen? En toch, we voelen ons steeds minder op ons gemak bij ellende, of het nou in het groot is of in het klein. Oorlog en honger ver weg, maar evengoed falend onderwijs en tekortschietende zorg, we kunnen er steeds minder tegen. Gelukkig maar, want dan kan er iets veranderen. Tenminste, als genoeg mensen het willen. De financiële crisis is een uitgelezen kans om alles wat we niet meer verdragen aan te pakken.


Wat is er gebeurd?

In alle drukte en opwinding van de jacht naar groter en meer zijn we kwijtgeraakt wat we eigenlijk willen, waar we ten diepste naar verlangen. Wat willen we graag onbevangen, creatief en inspirerend zijn. Zeker, stevig, vastberaden – innerlijk en uiterlijk. We verlangen naar eenvoud en kwaliteit, eenheid en verbondenheid. Inderdaad, precies wat we zo bewonderen in Obama! Daarom zijn zoveel mensen blij met hem. Want hij belichaamt dat verlangen, hij is die hoop op verandering. Want diep van binnen willen we allemaal graag ruimhartig en ruimdenkend zijn. Zijn we het misschien ook wel. ‘Cool, calm and collected,’ zoals Obama. Authentiek en kwetsbaar, zoals steeds meer jonge mensen. En vrij van oordeel, vrij van angst, zoals de grote spirituele leraren ons voorleven. Maar hoe komen we daar? Door deze crisis tot op de bodem te doorleven.

De financiële crisis gaat ook door - en komt weer terug - totdat we de boodschap hebben begrepen. We kunnen er niet langer op los leven, op de pof en ten koste van anderen - liefdeloos, zonder besef van wat we aanrichten. Uitbuiten van andere mensen en uitputten van de aarde, uitsluiten van anderen en uitschakelen van tegenstanders – het gaat zo niet langer. Zeg maar alle dingen die je niet kunt uitleggen aan je kinderen. Dus zonder moeilijke woorden en ‘lekker belangrijk’ begrippen en verhalen. En dat ‘aanrichten’ is misschien ook wel het verband tussen de opstapeling van crises: kredietcrisis, klimaatcrisis, energiecrisis, voedselcrisis en niet te vergeten alle oorlogen die we voeren over natuurlijke rijkdommen.

De jacht naar alsmaar meer

We zijn onszelf kwijtgeraakt in een jacht naar alsmaar meer. En waar gaat het over? Geld, status, macht – zaken waar je nooit genoeg van kunt krijgen. Roem en fortuin – allemaal illusies. We zijn er wezenloos van geworden. Letterlijk: zonder wezen. We zijn ons wezen kwijtgeraakt. Kwijt wie we in wezen zijn. De crisis waar we in zitten kan ons helpen uit te vinden wie we zijn, wat we willen, en wat we kunnen worden. Mensen die liefdevol met elkaar willen leven. In een omgeving waarin niemand de baas speelt. Geen vooropgezette bedoelingen. Geen verborgen agenda’s. Geen machtsspelletjes. Geen manipulaties. Echt samen leven. De wereldwijde beweging is duidelijk. Steeds meer mensen willen dat het om mensen gaat. Zodat zoveel mogelijk mensen tot hun recht kunnen komen. In een wereld waarin iedereen zich gezien voelt en meetelt - en daarom ook meedoet. Waarin mensen geen nummers zijn, kinderen en patiënten geen elektronische dossiers, medewerkers geen fte’s.

De stap naar echt samen leven

Deze crisis geeft ons de kans een volgende stap te zetten naar echt samen leven. Een stap die alles te maken heeft met oprechte aandacht en werkelijke betrokkenheid – voor onszelf, elkaar en onze omgeving. Met een groot woord: Liefde. Want liefde is het cadeau dat op de bodem van het dal op ons ligt te wachten. Liefde voor elkaar en liefde voor het leven – menselijk en duurzaam. De economische kans die dat oplevert is niet te becijferen.

dinsdag, januari 06, 2009

Ontwapen je angst (Najiba Abdellaoui) - Of: Nieuwjaarswens 2009

Pak een grote zware hamer
(je weet wel die ene)
en haal de muren van je hokje naar beneden
Dit is stap één

Pak tussen het puin
je koffer met gesloten ogen
Neem alleen het hoognodige mee
Alleen wat je ooit gevonden hebt
en dat wat je bereid bent te
verliezen
Ga dan op pad

Kijk bij iedere stap die je neemt
verder dan je blik
de koker van je gedachtes
Laat jezelf los
en meevoeren met alle streken
van de wind
Praat met de kwajongens
vossen
vreemden
Lees jouw verhaal
in hun spiegelbeeld
en breek het met steentjes

Haal de angst uit je bitterheid
maar bovenal
ontwapen je angst

Ontdoe jezelf van
Kwetsende granaten
Gefrustreerde pijlen
Onzekere onderzeeërs
Belerende bommen
Stekende sneren
Ieder stuk uit jouw haatzaaiende woordenarsenaal

Ontwapen je angst
(ontwapen mij)
Haal de angel uit je verbetenheid
Doe het licht aan
(verlicht)
en zaai ongeladen woorden

Najiba Abdellaoui


Najiba Abdellaoui heeft vrijdagavond [12 december] het Nederlands Kampioenschap Poetry Slam gewonnen. In discotheek Tivoli in Utrecht deden tien dichters een gooi naar de winst in de dichtwedstrijd. Abdellaoui werd door de jury geprezen vanwege haar ,,virtuoze taalbehandeling''. (De Pers, 13 december 2008)

donderdag, december 11, 2008

Je kunt nog jaren mee! (Old School Rules!)

Pijnlijke tijden. Vooral voor de gevestigden. Voor iedereen die dacht het voor elkaar te hebben. Zoals: binnenkort met pensioen. Dat duurt ‘ineens’ een stuk langer. En: welk pensioen? Het kan ‘zomaar’ verdampen. En als MD’er heb je er een probleem (‘aandachtsgebied’) bij: de vijfenvijftigplusser die nog jaren ‘mee moet’.
Niet lang geleden werkte ik met operators op een energiecentrale. Een behoorlijk deel van hen werkte daar al meer dan dertig jaar. Bij de oplevering van het complex waren ze ingestroomd. Net klaar met hun technische opleiding. Trots op hun werk bij hun centrale. In ploegendiensten. Leuk werk met leuke toeslagen. Opgewekt wekten ze stroom op. Dat opgewekte ging er in de loop van de jaren wel wat van af. Automatisering en bezuinigingen betekenden steeds minder collega’s. Dus ook minder gezellig. Vooral ’s nachts. Maar het bleef hun werk op hun centrale.
Toen kwam de eerste uitstroom op gang. Collega’s die gebruik maakten van alle goudgerande regelingen die tot voor kort bestonden. ‘Ben je van voor of na 1-1-47?’ was de meest gestelde vraag. ‘Van daarvoor’ kon gaan vissen met z’n maten en gaan fietsen met z’n vrouw, ‘van daarna’ had pech en bleef boos achter. Die moesten ‘ineens’ nog heel lang. Veel langer dan waar ze op gerekend hadden. Maar de grootste schok moest nog komen. Dat waren hun nieuwe collega’s. Dertig jaar jonger. Goed opgeleid. En ambitieus.
Deze ‘jonkies’ bestonden het om na een week te zeggen: ‘Zo, nou wil ik wat anders doen!’ Stel je voor... Je hebt dertig jaar lang dag en nacht min of meer hetzelfde werk gedaan. Dan komt er iemand binnen die zich na een week begint te vervelen. Iemand met een hbo-opleiding, terwijl jij mbo-er bent. Die vanwege zijn leeftijd en ervaring de helft verdient wat jij verdient. Maar ondertussen wel twee keer zo snel werkt. Alleen al omdat hij alles veel eerder begrijpt dan jij. Ineens ben je oud, langzaam en duur.

Extreem voorbeeld? Zal best. Maar vijftigenvijftigplussers – en niet alleen mbo’ers, hbo’ers en wo’ers evengoed - zeggen niet voor niets dat ze geen kans meer maken op de arbeidsmarkt. Jong en willig, gezond en ambitieus, dat is wat we zoeken. Mensen die je om een boodschap kunt sturen. Maar de demografische piramide verandert onherroepelijk. We hebben de vijfenvijftigplussers binnenkort hard nodig. En dan doemt op wat we tot nu toe niet hoefden te zien. Achterstallig onderhoud. Oorzaak: een veel te opgewekt zelfbeeld van de senioren. Junioren zien hen heel anders.
Hoe dan? Vergelijk het met het beeld van het Westen in de ogen van mensen in het Oosten. Volgens sommigen een karikatuur. In ieder geval lastig om te horen. Want wat zeggen ‘ze’ over ons? ‘Ze zijn zelfvoldaan, arrogant. Ze willen de baas spelen. Ze denken het allemaal te weten. Ze zijn naar binnen gekeerd, op zichzelf gericht.’ Herkenbare overeenkomsten met onze senioren? Wie kent ze niet? Mannen - inderdaad: veel mannen! – die niet in de gaten hebben dat ze niet meer aansluiten. Dat hun powerplay niet meer werkt. Hun dominant gedrag weinig impact meer heeft. Grote grijze gorilla’s die steeds minder indruk maken.

Als MD’er word je wel geacht iets voor deze groep te doen. Niet alleen vanwege de komende krapte op de arbeidsmarkt, maar ook omdat ze voor veel geld op de loonlijst staan. En blijven staan. Hebben ze nog potentieel? Hoe kan dat tevoorschijn komen? Wat is daar voor nodig? Bescheidenheid! ‘Give up your domination. Adjust to the new world order.’ is het advies aan het Westen van een onconventionele oud-diplomaat, de Singaporees Kishore Mahbubani. Hij schreef de bestseller De eeuw van Azië. Misschien ook wel van toepassing op de vijfenvijftigplussers die ‘ineens’ nog tien jaar mee moeten. Erken de veranderde situatie. Je bent niet meer de baas. Er zijn anderen die minstens zo goed zijn.
Het begint met het besef wie het salaris van de vijfenvijftigplussers verdienen: hardwerkende twintigers en dertigers. Zij buffelen, zij zorgen voor de hefboom. Zoals de westerse rijkdom niet zou bestaan zonder al die harde werkers in de opkomende economieën. En het daarbij behorende besef dat we elkaar nodig hebben en op elkaar aangewezen zijn. Net als het Westen kunnen vijfenvijftigplussers zich steeds minder op hun macht beroepen. Dus? Ken je plaats! Voor een ander je er hardhandig op wijst.

Ondertussen zijn er veel mensen van in de vijftig en zestig die het juist goed doen. Die iets toevoegen. Die vanwege die waarde gevraagd en gewaardeerd worden. Wat aan hen opvalt is dat ze niet bezig zijn met machtsspelletjes. Ze zijn integer en toegankelijk. Je ziet jonge mensen naar hen toetrekken. Die voelen zich bij hen op hun gemak. De grijze haren zijn eerder vertrouwenwekkend dan indrukwekkend.
Deze senioren weten heel goed wat ze allemaal niet weten. Hun mobieltje vinden ze vaak al te ingewikkeld. Maar ze weten ook dat het daar uiteindelijk niet om gaat. Ze weten wat ze waard zijn. Ze kennen hun eigen waarde, ze hebben eigenwaarde. Het laatste wat ze doen is concurreren. Want ze weten dat ze daar veel te oud voor zijn. Wat ze wel kunnen is aansluiten, levelen. Deze mensen verdienen op een natuurlijke manier respect. Sterker nog, ze zijn in de ogen van jonge mensen zelfs cool.
Hoe ben je overduidelijk old school maar ondertussen toch alom gewaardeerd? Door te genieten van het aanstormend talent. Door niet bang voor ze te zijn. Hen te waarderen voor wat ze tot stand brengen. Soms totaal anders dan wat je zelf zou bedenken en vaak in onbegrijpelijk korte tijd. Laten weten dat jij dat echt niet kunt. En dat je trots op ze bent. Hartstikke trots. En door ze een moreel kompas te bieden. Door ‘Dat kun je niet maken! Dat doe je toch niet?’ voor te leven. Inderdaad, zoals je kinderen grootbrengt. Je bent toch ook niet bang voor de ontwikkeling van je kinderen? Daar geniet je toch van? Het bestaansrecht van een senior wordt bepaald door zijn waarde voor een junior. Niet door de baas te spelen. Want dat lukt vroeg of laat toch niet meer.
Praktisch? Heb je als senior de moed om elke junior in je omgeving de vraag te stellen: ‘Ben jij blij met mij?’ En: ‘Wat zou ik kunnen doen waardoor jij blij van mij wordt?’ en ‘Wat zou ik kunnen laten zodat jij blij van mij wordt?’ Goede kans je te horen krijgt: ‘Geef me de ruimte’, ‘Vertrouw me’, ‘Laat het mij op mijn manier doen’, ‘Zorg goed voor me’, ‘Wees niet bang’, ‘Luister naar me’, ‘Wees duidelijk’, ‘Wees eerlijk’, ‘Laat je waardering blijken’, ‘Vertel me vooral wat goed gaat’, ‘Wees doorzichtig’, ‘Hou niets achter’. Inderdaad, alle bekende antwoorden. Je weet het allang. En nu gewoon doen. Dan kun je nog jaren mee. Old School Rules!

Verschenen in: Tijdschrift voor Management Development, nummer 4, winter 2008

woensdag, november 12, 2008

Cool, calm and collected - Obama's eigenwaarde

‘It feels like hope won. (…) It feels like there’s a shift in consciousness. It feels like something really big and bold has happened here (…). It feels like anything is now possible,’ zei Oprah Winfrey op CNN na de overwinning van Barack Obama. Vanuit Grant Park in Chicago. Met tranen in haar ogen. Net als Jesse Jackson, vlak bij haar. En Colin Powell de volgende ochtend.

Het waren niet alleen zwarten die huilden. Ik heb de dagen die volgden veel mensen horen vertellen dat ze waren volschoten. Toen ze Barack Obama met zijn vrouw Michelle en hun dochters het podium zagen opkomen. Op verschillende momenten tijdens zijn overwinningstoespraak. Gewoon blanke Nederlanders. Niet alleen vrouwen, ook mannen. Ik ook. Mijn vrouw - die dat bijna nooit doet - ook. Collega’s ook. Yes We Can!

Best gek. Mensen die huilen omdat iemand tot president van Amerika is verkozen. Ik weet nog dat mensen huilden om een Amerikaanse president. Maar die was doodgeschoten. Toen huilden ze door de schok, van verdriet. Nu van blijdschap en ontroering. Dat kan een man dus bereiken. One Man. Huilende mensen over de hele wereld. Vreugdetranen. Je kunt het sentimenteel noemen. Lekker veilig. Of cynisch?

Het ontbreken van cynisme is een van de dingen die me aan Obama opvallen. Dirty campaigning leek nauwelijks vat op hem te hebben. Als water van een eend gleden de aanvallen van hem af. Tot wanhoop van zijn tegenstanders. Hij ging er ook niet bovenstaan. Net zoals zijn victoryspeech niet triomfantelijk was. ‘He’s cool, calm and collected’ zoals een dominee - Alvin Love, what’s in a name? - over hem zei.

Obama geeft mensen hoop op een betere toekomst. Volgens sommigen valse hoop. Maar hij heeft nieuwe groepen mensen naar de stembus gekregen. Uiteraard om op hem te stemmen. Mensen die nog nooit gestemd hadden. Omdat ze dachten dat het toch niet veel zou uitmaken. Wel dus. Zonder de hoogste opkomst ooit (met al die nieuwe jonge en gekleurde kiezers) had het heel anders kunnen aflopen. Was er in ieder geval minder gehuild.

Het verhaal van Obama is op papier een onmogelijk verhaal. Daarom is het ook een Amerikaans verhaal. Hij komt niet uit een rijke en machtige familie. Zoals de Kennedy’s. Vader weggelopen, moeder kwijt. Opgevoed door zijn oma. Geen cent te makken. De familie zoekt nu een puppy, in het asiel. Vuilnisbakkenras. ‘Een mengelmoes, just like me.’ Dan moet je zelfvertrouwen hebben. En eigenwaarde.

Dat gevoel van eigenwaarde is wat Obama aantrekkelijk maakt. Hij staat er. Cool, calm and collected. Hij is niet boos, hij is niet opgewonden. Hij is begrijpelijk. Gebruikt geen moeilijke woorden als het niet nodig is. Maar weet wel waar hij het over heeft. Hij sluit niets en niemand uit, hij sluit geen anderen buiten. Hij is een ster maar heeft geen sterallures. En misschien het belangrijkste: hij is niet tegen. Hij is voor.

Nog even terug naar Oprah. Hysterisch? Of heeft ze een feilloos gevoel voor wat er gaande is in de wereld? Ik vermoed het laatste. ‘There’s a shift in consciousness.’ Een bewustzijnsverandering. Begin november 1988 stond ik bij de Berlijnse Muur. Als iemand mij toen gezegd had: ‘Over een jaar staan hier mensen op te dansen’ had ik het niet geloofd. Onvoorstelbaar. Dream on! Toch was het 9 november 1989 zover. Binnen een jaar. Zo snel kan het gaan. Het kan wel!


dinsdag, oktober 28, 2008

Aandeelhouderswaarde? Eigenwaarde!

[Toelichting: Dit stuk schreef ik toen ik boos was. Zie ik achteraf. Ik kan besluiten het niet te plaatsen: de toon is niet liefdevol genoeg. En toch, ik weet dat er mensen zijn die zeggen: precies de spijker op z'n kop. Misschien kan de toon toch werken, juist omdat ie veel te confronterend is. Als mij dat gebeurt vind ik dat niet leuk. Maar soms werkt het wel, als ik heel eigenwijs ben. Dus deze is voor mensen met net zo'n hard hoofd als ik. Het komt uit een goed hart. Vind ik zelf.]


Wat gebeurt er eigenlijk met je als de koers van je bank ineens, zomaar keldert? Terwijl jij weet dat je bedrijf nog steeds hetzelfde bedrijf is als gisteren, als vorige week, vorige maand. Ineens vindt iemand, of veel iemanden, jou minder waard, zelfs veel minder waard. Dan ben je toch geneigd jezelf ook minder waard te vinden. Net zoals je jezelf meer waard vond toen anderen jou veel waarde toekenden. Zelfs heel veel waarde. Toen je gevierd was, toen het niet op kon. En nu ben je ineens van minder waarde. Minderwaardig. Voor een grijpstuiver te koop. Alleen de overheid wil je nog redden. De overheid waar je altijd wat lacherig over deed. Misschien vond je die ambtenaren wel wat minderwaardig. Nu ben je zelf een ambtenaar. Feitelijk. Maar was je dat al niet? Overheid en banken, wie is er meer bureaucratisch? Doen ze voor elkaar onder?

‘Dit is onze bank’ bleek ook al niet te kloppen. Dat werd in een klap duidelijk toen de hedge funds langskwamen. Je was helemaal geen baas in eigen huis. De aandeelhouders bleken de baas. En die deden wat je kunt verwachten maar waar niemand op rekende: dollars in de ogen en voor grootste gewin gaan. Een aandeelhouder is een belegger. Vroeger heetten dat speculanten. En veel mensen die in beursfondsen beleggen zijn gewoon speculanten. Mensen die ergens geld insteken met als enig doel om in zo kort mogelijke tijd zoveel mogelijk geld te verdienen. Niets mis mee. Gewoon kapitalisme.

Maar je komt van een koude kermis thuis als je denkt dat aandeelhouders het beste met jou en je bedrijf voorhebben. Of als je denkt dat het jouw bedrijf is. Niet dus. Het heet op de balans niet voor niets: vreemd vermogen. Niet eigen vermogen maar vreemd vermogen. En vreemd vermogen gedraagt zich ook heel vreemd. Althans in jouw ogen. Uiteindelijk bleek het niet om jouw welzijn en jouw voortbestaan te gaan maar om hun centen. Dat was schrikken. Dat is de betekenis van aandeelhouderswaarde: jouw waarde in de ogen van de aandeelhouder. En die kijkt echt niet naar jou als organisatie, als samenhangend geheel, als verband van mensen. Aandeelhouders zien iets dat geld verdient, voor hen. Een moneymaking machine. Niks mis mee, gewoon kapitalisme.

Maar wil je dat ook? Want het knaagt aan je eigenwaarde: ineens ben je niets meer waard. Omdat de aandeelhouder dat vindt. Alleen maar omdat hij even niet genoeg aan je denkt te kunnen verdienen. Die aandeelhouder blijkt niets met jou of met jouw bedrijf te hebben. Hij heeft iets met zijn eigen portemonnee. Kun je dat een aandeelhouder kwalijk nemen? Nee, natuurlijk niet! Jij wilde zo graag geloven in zijn goede bedoelingen. Jij wilde leven in de illusie dat dit jouw bedrijf was. En ondertussen had iedereen het over aandeelhouderswaarde. Niet begrijpend wat dat betekende: het draait allemaal om de aandeelhouder. Niet om jouw werk maar om zijn geld.

Alle nadruk op aandeelhouderswaarde maakt de aandeelhouder de baas. En we hebben nu gezien wat dat doet. Vreemd geld dat zich vreemd gedraagt. Bezig met ogenschijnlijke waarde, in de ogen van de aandeelhouder. Niet in de ogen van de klanten, van de medewerkers, of van de omgeving. Geld van ver weg, geld dat geen enkele band heeft met het bedrijf zelf. Geld zonder verbinding. Waar dat in zijn uitwassen toe kan leiden hebben we gezien: totale vervreemding. Mensen die toevallig veel geld hebben - of erger: het niet ineens hebben maar er alleen maar handig mee zijn - zijn zomaar, ineens, de baas. En kunnen jouw bedrijf zomaar, ineens, ten gronde richten omdat zij daar geld mee kunnen verdienen. Vreemd geld doet vreemde dingen. En dat heb je misschien zelf ook wel gedaan, toen het nog goed ging. Dat wil zeggen toen jij er ook van profiteerde. Je begreep het misschien zelf ook niet maar je verdiende onwaarschijnlijk veel geld.

En nu? De eerste ballonnen zijn lekgeprikt, en ze blijven doorgeprikt worden tot ze echt allemaal leeg zijn. Het gaat nu over werkelijke waarde. En werkelijke waarde heeft alles te maken met eigenwaarde. Eigenwaarde is niet koersgevoelig. Daar kun je niet mee speculeren. Die is niet afhankelijk van de luimen van een ander. Om je eigenwaarde te kunnen ervaren en bepalen is het eerst nodig je niets meer aan te trekken van wat anderen van je vinden. Dan kun je je eigen plan trekken. Dat dwingt respect af. Weten wie je bent. Weten wat je wilt. Doen wat je kunt. Waar sta je voor? Onafhankelijk, autonoom, soeverein. En dan je vrienden kiezen. En alleen nog maar geld aannemen van mensen die je kent en die je vertrouwt. Mensen die met jou en jouw onderneming het beste voor hebben.

Dat betekent wel dat je zelf ook ophoudt met wat je aandeelhouders verwijt: greed, hebzucht. Dat betekent je volwassen gedragen. Zelf ook niet in de verleiding komen. Begrijpen dat je niet gelukkig wordt van GSM: geld, status en macht. Maar dan moet je vaak eerst wel goed voor op je bek zijn gegaan. Ophouden met kinderachtige gegoochel, stoppen met flauwe slimmigheid. Perverse prikkels niet meer financiële innovaties noemen. Ophouden elkaar na te praten en elkaar op te jutten. Ophouden met dat schoolpleingedrag. Misschien is dat wel het nut en de opbrengst van de financiële crisis. Dat zou wat zijn.

Business ethics

‘I want to be able to explain my mistakes. This means I do only the things I completely understand.’ is een van de meest bekende uitspraken van Warren Buffett. Een van de rijkste mensen ter wereld. Niet zomaar, en al jaren. Iemand die het graag eenvoudig houdt. Bijvoorbeeld bijzonder eenvoudig woont (zie foto).

Hij zegt ook: ‘There seems to be some perverse human characteristic that likes to make easy things difficult.’ Hij weigert gewoon te geloven dat ingewikkeld beter is. Sterker nog, hij weet dat er dan gevaar dreigt. En hij weet waar complexiteit nogal eens wordt aangeleerd: ‘The business schools reward difficult complex behavior more than simple behavior, but simple behavior is more effective.’

Niet begrijpen wat je aan het doen bent, dingen nodeloos ingewikkeld maken, anderen uitsluiten door slim te doen, perverse prikkels, het is allemaal van toepassing op de financiële crisis. En dat is niet zozeer een kwestie van organiseren, daarin komt het uiteindelijk tot uitdrukking. Het is vooral een kwestie van mentaliteit, en ook moraal. Ethiek, met een groot woord. Business ethics.

woensdag, oktober 22, 2008

Vrij!gelaten

Vrij! Leef je eigen leven is afgelopen vrijdag vrijgelaten. En ligt vanaf vandaag in de boekhandel, is te bestellen, leverbaar. Alle informatie vind je op de site van mijn uitgever, Uitgeverij Quist.

Vrij! Leef je eigen leven gaat over de golven van het leven. En hoe daar mee om te gaan: soms zit het mee, soms zit het tegen. Maar wat heet ‘tegen zitten’? Een crisis kan een blessing in disguise zijn.

Vrij! Leef je eigen leven verschijnt middenin de financiële crisis. Een sleutelzin in Vrij! is: ‘De schat ligt op de bodem van het dal’. Voor de volhouders heeft elke tegenslag een cadeau in petto.

Vrij! Leef je eigen leven is het cadeau dat ik vond. Dit boek is wat ik – in vrijheid - te geven heb. Ik hoop dat je het mooi vindt.

(foto Rob Schippers / www.freelancefoto.nl)

maandag, september 29, 2008

De strijd met de draak in jezelf: vind je jezelf belangrijk, of neem je jezelf serieus? (De kredietcrisis)

Op een dag kwam ik erachter dat niemand meer met mij wilde samenwerken. Omdat ik onmogelijk was; niet te hebben, niet te doen. Collega’s bleven uit m’n buurt, partners meden me. Een echte professional: ik wist alles beter. Het kon op allerlei manieren, zolang het maar mijn manier was. Ik begreep er niets van. Waarom zag niemand wat ik allemaal kon? Waarom kreeg ik niet de kans? Ik was jaloers op degenen die wel succesvol waren. Ondertussen verveelde ik me suf en ik verveelde anderen. Ik kon mezelf niet kwijt. Voelde ook wel dat ik beter kon. En daar had ik dan weer anderen voor nodig. Maar ja, die wilden niet, want het moest altijd op mijn manier. Tot de liefste therapeut van het land mij The Artist’s Way van Julia Cameron aanraadde.

Een periode van twaalf weken begon. Een kwartaal lang heel gedisciplineerd aan de slag met m’n eigen drempels. Minstens een dag per week intensief bezig met het opruimen van m’n persoonlijke blokkades. Op een manier die geïnspireerd lijkt door het afkickprogramma van de AA, Alcoholics Anonymous. Mijn verslaving was: problemen maken met anderen, om die van mezelf niet onder ogen te hoeven zien. Ik kwam erachter dat ik vol zat met aannames en opvattingen. Natuurlijk over anderen, maar vooral over mezelf. Hoe ik naar mezelf keek, mezelf tekortdeed en kort hield. Hoe ik mezelf van alles niet toestond en anderen dus ook niet. In hokjes dacht, vastzat in hoe het hoort. Ik ontdekte bij mezelf allerlei taboes en dogma’s. Begreep dat ik veel minder vrij was dan ik altijd had gedacht. En vanbinnen heel bang. Bang voor mijn eigen talent.

In die tijd maakte ik mijn Creativiteitsmonster. Zeg maar de draak in mezelf. Het werd een fantastisch gedrocht: exotische bierblikken bijeengebonden met ballerige stropdassen. Intuïtief maakte ik een beeld van alles wat mij ervan weerhield om mijn creativiteit te laten stromen. Mijn afgeknepen-zijn, mijn ‘kijk míj eens’. Mijn geblaat en gebral. Mijn angst voor de stilte. Eindelijk zag ik mijn buitenkant, mijn oppervlakkigheid. Zo ontdekte ik: echte creativiteit komt van binnenuit, heeft diepgang. Met mijn monster maakte ik de stap van ‘mezelf belangrijk vinden’ naar ‘mezelf serieus nemen’. Vanaf dat moment nam ik ook anderen een stuk serieuzer. Ik werd minder jaloers en was minder verveeld. M’n creativiteit begon te stromen, op een manier ik die nog nooit had toegestaan. Ongeremd en ongegeneerd. Eindelijk kon ik samenwerken, want ik had iets in te brengen: mezelf.

Kun je dit ook toepassen op organisatievernieuwing? Kunnen organisaties zichzelf ook in de weg zitten, en zichzelf isoleren van hun omgeving? Kunnen organisaties door hun aannames en opvattingen hun eigen creativiteit blokkeren? Kan een ‘wat-hebben-wij-het-getroffen-met-onszelf’-bedrijfscultuur ervoor zorgen dat een organisatie zich niet vernieuwt en vastloopt? Zeker weten. De bedrijven met de grootste mond vallen uiteindelijk om. Omdat ze niet meer aansluiten bij hun omgeving: de klanten lopen weg van zoveel arrogantie, collega-bedrijven willen niet meer met hen samenwerken, jong talent wordt afgeschrikt door het teveel aan machtsvertoon. Dood in de pot. Andersom, een organisatie die echt verbonden is met haar kernwaarden en daadwerkelijk van daaruit opereert, is letterlijk aantrekkelijk. Daar willen anderen zich mee verbinden.

Een voorbeeld? Kijk even rond in de bankwereld. Wie zijn de
stijgers, wie zijn de dalers? Waar stromen op dit moment de Nederlandse spaartegoeden naartoe? Naar banken die zichzelf serieus nemen, in plaats van zichzelf belangrijk vinden. Mensen zijn niet gek. Uiteindelijk kiezen ze voor duurzaamheid. Zeker als het gaat om hun spaarcenten.

(Verschenen in nummer 3, 2008 van Business Spiritualiteit Magazine Nyenrode)

donderdag, september 18, 2008

Boekpresentatie VRIJ! Leef je eigen leven op vrijdag 17 oktober om 15 uur in penthouse Nautilus op Scheveningen



Met veel plezier presenteren we VRIJ! Leef je eigen leven op Vrij!dag 17 oktober om 15.00u in Den Haag, op letterlijk een toplocatie: bovenop het Nautilusgebouw op Scheveningen. Getransformeerd door archipelontwerpers, ons aangeboden door Rob van Hoogdalem. Een ruimte die helemaal past bij het boek: ruim en open, met uitzicht en een verhaal.




Wil je erbij zijn?
Mail dan naar andremeiresonne@zinboek.nl en we sturen je per mail een uitnodiging met alle gegevens.

woensdag, september 17, 2008

Leve de crisis?!

Menno Lanting, een marketeer die ik hoog heb zitten, schreef deze blog: Leve de recessie! Ik vind het lef. En ben er zelf nog niet uit. Waar haal je het vertrouwen vandaan om juist nu door te gaan? Om nu niet mee te gaan met het marktsentiment? Blijven geloven in vooruitgang? Hoe kunnen we deze crisis in ons voordeel laten werken? Wat valt er uit te halen? Is hier betekenis aan te geven? Wat zegt de kredietcrisis ons over waarde, en dan bedoel ik werkelijke waarde, dingen die echt van waarde zijn?

Al jaren verbaas ik me over de jongens en meisjes in London en New York. Inderdaad, degenen die nu met verhuisdozen het pand ijlings moeten verlaten. Ze kunnen goed goochelen met geld, dat nu ineens op is. Waar gaat het over? denk ik dan. Maar van economie heb ik geen verstand. Tegelijkertijd lijk ik met het kale bezit en wat laten onderhouden van ons huis onderhand meer geld te verdienen dan met werken. En ik ben niet de enige. Vreemde wereld...

Waar ik van droom is dat we ons geld kunnen verdienen met wat we het liefste doen en waar we het beste in zijn. En dan genoegen nemen met wat we daarvoor terugkrijgen. Dat kan minder geld zijn. Misschien juist wel meer. Of misschien is dat wel niet waar het om gaat. Money can't buy me love... zongen The Beatles. Maar ja, toen waren ze al rijk! Materieel gezien dan. Net als al die jonge bankiers met hun dozen. Ik ben er nog niet uit. Wie het weet mag het zeggen.

donderdag, september 04, 2008

Het geweld van 9/11



Laatst hadden mijn vrouw en ik gedoe. Het ging als volgt. Zij was zomaar ineens boos op mij. Ik voelde mij aangevallen. Logisch, want zij deed zomaar, ineens, boos, tegen mij!

Ik doe boos terug:
Waarom doe je zo boos?!
Waarom ik boos doe? Waarom deed jij zo boos?!
Huh..? Ik deed niet boos!
Je deed wel boos!
Etc etc

Wat bleek? Zonder het in de gaten te hebben had ik verontwaardigd gedaan tegen haar. Op een bozige toon iets gezegd. Verwijtend, aanvallend. Daar reageerde zij op: boos. Mijn eigen toon had ik niet gehoord, die van haar des te meer. Resultaat: ruzie. Een vorm van geweld.


Het begint met een toon. Onaardig, niet vriendelijk. De ander ervaart een aanval: Waar heb ik dit aan verdiend? En verdedigt zich. Met een tegenaanval - die jij weer opvat als een verrassingsaanval. Zomaar... ineens! Dus jij denkt ook: Waar heb ik dit aan verdiend? En dan heb je een ruzie waarin je allebei denkt dat de ander begonnen is.

Het doet denken aan 11 september. Na de aanslagen op de Twin Towers voelde Amerika zich aangevallen. Zomaar, ineens. Alle reden om terug te slaan. 'Revenge!' werd geschreeuwd. Maar waren de aanslagen nou een aanval, of een tegenaanval? Kwam 9/11 uit de lucht vallen, of was er iets aan vooraf gegaan?

Veel Amerikanen vroegen zich hardop af: 'Why do they hate us?' Mark Hertsgaard, een Amerikaanse onderzoeksjournalist trok met die vraag de wereld in. Een eenduidig antwoord kon hij niet vinden. Tot hij weer thuis was en het vroeg aan een pakjesbezorger: 'Why do they hate us?' 'Because we're rich and arrogant' was het antwoord. Onderzoek klaar.

Misschien heeft Amerika niet altijd in de gaten hoe onaardig het zich vaak gedraagt. Met grote cowboylaarzen door de wereld stappen. Zich machtig en superieur gedragen. Geen idee wat het aanricht. Maar wel verbaasd over de boosheid die het oproept en tegenkomt. En daar dan boos over wordt. Ervan overtuigd dat de ander begonnen is...

Dat zou een bijdrage aan de wereldvrede kunnen zijn: ophouden met boos doen tegen anderen. Vanuit het besef dat het allemaal geweld is. Geweld dat je bovendien vroeg of laat terugkrijgt. Net als Amerika. Geweld komt niet uit de lucht vallen. Het begint ergens. Ben je het zat om in die geweldsspiraal te zitten? Stap eruit. Probeer een dag vrij te zijn van geweld. Bijvoorbeeld op 11 september.

vrijdag, juni 13, 2008

stevige vriendelijkheid | vriendelijke stevigheid

Kijk om je heen en wat zie je? Cultuurverandering! Heeft iemand daar iets aan gedaan? Nee! Kan iemand daar iets aan doen? Evenmin! Cultuurverandering gebeurt gewoon. Gaat vanzelf. Daarom is verzet ertegen niet alleen dom maar ook erg grappig. En er vanuit een gedachte van maakbaarheid aan willen sturen (‘stimuleren!’) is even illusoir als vrolijkstemmend.

Misschien is het slimmer om goed te kijken wat je ziet en er je voordeel mee te doen. Vraag niet hoe het kan maar profiteer ervan! Er is heel veel voordeel deze dagen. En dat gaat verder dan dat ik vandaag vanuit huis binnen een straal van 500 meter het grootste deel van de internationale cuisine kan ruiken en proeven en de ingrediënten ervan kan zien en kopen.

Een van de meest intrigerende cultuurveranderingen die mij opvallen is de stille revolutie die zich voordoet onder leidinggevenden. Dat zijn steeds vaker vrouwen. En wat voor vrouwen! Een ander soort vrouwen dan ik zag opkomen in de jaren tachtig en negentig. Geen bitches, geen verklede mannen. Geen penisnijd - en dus ook minder castratieangst onder mannen!

Het afgelopen jaar heb ik zes vrouwelijke topambtenaren geïnterviewd voor de website van de Baak. Een leerzame ervaring. Ik wist wel dat er vrouwelijke toppers rondlopen die anders zijn. Waarbij ik nou eens niet het gevoel krijg dat ze uit tomeloze ambitie en niet te stuiten geldingsdrang vooruit en hogerop willen, koste wat kost. Vrouwen die normaal blijven doen.

Want wie schetst mijn verbazing? Ik kom zomaar zes bijzondere vrouwen tegen. Vrouwen die zo stevig zijn als je volgens de normen van het assessmentbureau van een topmanager mag verwachten en zo vriendelijk als elk kind van zijn of haar moeder hoopt en verlangt. Zeg maar: vriendelijke stevigheid. Of andersom: stevige vriendelijkheid. Afhankelijk van de situatie.

Het zijn stuk voor stuk vrouwen die weten wat ze willen. Ze paren nuchterheid aan betrokkenheid. Ze zijn rationeel maar dat wil niet wil zeggen dat ze hun gevoel niet tonen. Sterker nog, ze onderkennen hun gevoel en dat zetten ze ook in. Wat opvalt is dat ze zichzelf goed kennen, naar zichzelf durven kijken en open staan voor feed back. En die ook durven geven.

Wat is daar nou zo bijzonder aan? Dat is toch een prachtig profiel voor elke leidinggevende? Daar wordt van teamleiders tot directeuren toch op geselecteerd tegenwoordig? Dan kun je je afvragen waarom de Baak zulke goede zaken doet. Of waarom er zoveel ontevredenheid is over leidinggevenden en wat ze links en rechts schijnen aan te richten (‘managers!’).

Dat vriendelijke stevigheid / vriendelijke stevigheid bijzonder is ontdekte ik toen ik aan een van die vrouwen vroeg: ken je ook mannen die zo zijn? Het bleef lang stil. Ze wist het niet. En dat lag niet aan haar intelligentie, integendeel. Toen zij ze: ik ken wel vriendelijke mannen maar die zijn vaak niet stevig; en ook stevige mannen, maar die zijn vaak niet vriendelijk.

Daar zat ik dan. Als man. Ik wist het ook niet. Ik zie veel Machers en macho’s en ik zie veel watjes en softies. Zelf ga ik daar tussen heen en weer. Soms veel te stevig, en dan weer te vriendelijk. Die balans is zo lastig. De vrouwen die ik interviewde zie ik die balans veel beter bereiken. Natuurlijk, n = 6. Maar volgens mij heb ik de toekomst geinterviewd.

Want de cultuur verandert die kant op. Onherroepelijk, maar ook zonder dat iemand daar bewust mee bezig is, of daar op stuurt. Dit soort vrouwen komt omhoog, ze komen bovendrijven. Niet door gebrek aan gewicht maar omdat ze dingen voor elkaar krijgen zonder bedreigend te zijn. Behalve voor bange mannen van boven de vijftig. Maar daarover weer een andere keer.



Kijk voor de interviews op http://www.debaak.nl/themas/publiekebaak (voorpagina en meer onder ‘Interviews’)

Verschenen in: Tijdschrift voor Management Development, nummer 2, zomer 2008

vrijdag, mei 09, 2008

Zin!Posium|Vrij!Markt komt eraan!




Het verbindende thema van de nieuwe editie van het Zin!Posium is Vrijheid. En het is een markt: vraag en aanbod komen bij elkaar.

Vandaar: Zin!Posium|Vrij!markt. Donderdag 29 mei a.s. van 14 tot 20 uur in Maarssen. Heb je iets nieuws? Een workshop, een training, een presentatie? Dan kun je het hier aanbieden.

Heb je een vraag of een idee waar je al een tijd mee rondloopt, maar kom je er in je eentje niet uit? Stel je vraag op de Vrij!Markt en kijk of er mensen zijn die je verder kunnen helpen vanuit hun kwaliteiten of die zich bij je initiatief aan willen sluiten.

Wat je ook wilt, je kunt het komen brengen of je kunt het komen halen op de Vrij!Markt. En natuurlijk kun je ook gewoon komen rondneuzen… omdat je nog niet precies weet wat je zoekt.

We bieden een plek, de ruimte en de vrijheid om te ondernemen waar jij Zin! in hebt. Te doen wat je wilt, te spreken wie je wilt, te zien wat je doet. Creating Out of Nothing!

Er is een programma (zie hieronder), er zijn vaste momenten en er is weer prima eten & drinken. Er is ritme en structuur, juist om daarbinnen in alle vrijheid aan de slag te kunnen. Free Space!

Programma

14.00u - 14.30u Plenaire opening
14.30u - 16.00u Plenaire presentaties
16.00u - 16.30u Frisselekkernijen
16.30u - 17.30u Workshop ronde 1
17.30u - 18.30u Tapasbuffet
18.30u - 19.30u Workshop ronde 2
19.30u - 20.00u Plenaire afsluiting & borrel

Kosten

Voor het Zin!Posium | Vrij!Markt 2008 wordt een bijdrage van € 69,- gevraagd. Voor dit bedrag kun je het hele programma volgen en genieten van een uitgebreid tapasbuffet en lekkere drankjes!

Locatie & Route

Seats2meet.com
Planetenbaan 100
3606 AK Maarssen

woensdag, april 23, 2008

Is democratie de helft plus een?




De voorzitter van D66, Ingrid van Engelshoven, haalde in haar toespraak op het D66 voorjaarscongres een uitspraak van Rita Verdonk aan uit de NRC van 9 februari: "Als je thuis moet beslissen over het avondeten en drie willen er patat en twee zuurkool, dan wordt het toch patat? Heel simpel. Zo werkt democratie." Inderdaad heel simpel... Ingrid maakt spaghetti van de zuurkool maar legt ondertussen helder en rustig uit waarom ze liever niet in Rita's democratisch gezin zou wonen (laat staan groot zou worden):

"Onlangs vergeleek Rita Verdonk democratie met wat er in het gezin gegeten moet worden. Daarbij gaat het volgens haar gewoon om wat de meerderheid wil: Willen er drie spaghetti en twee patat, dan wordt het gewoon spaghetti.

Maar wat nou, als je in dat gezin alsmaar tot de minderheid behoort en dus nooit te eten krijgt wat je lekker vindt. Dan gaat dat toch wringen. En het zou niet het gezin zijn waar ik graag in zou wonen.

Democratie is meer dan de helft + 1. Democratie is ook rekening houden met de minderheid. Democratie is ook zoeken naar oplossingen waar zoveel mogelijk mensen achter kunnen staan."

Ingrid van Engelshoven kreeg een daverend applaus. Democratie is niet simpel de meerderheid beslist, democratie is vooral rekening houden met minderheden. Inclusief Rita Verdonk en haar beweging. Godzijdank een minderheid. Heer geef wijsheid.

vrijdag, maart 28, 2008

Microblog IJsvogel




(foto Hetty Mos)

Een ijsvogel gezien! Wat een prachtig, indrukwekkend beestje... En een van de boswachters, mevrouw Mos - mooie naam voor een boswachter - bleek 'em op de foto te hebben gezet. Lees hier verder...

zondag, maart 09, 2008

De jeugd van tegenwoordig - Binden? Boeiuh!


Organisaties vergrijzen, want ouderen blijven langer werken. Die vergrijzing versnelt doordat jongeren makkelijker vertrekken. De vrijheid lokt, en het risico is klein. Want de economie groeit, en de arbeidsmarkt is krap. Je kunt zo iets opzetten, je hebt zo wat opdrachten. En mocht het tegenzitten dan kun je zo weer terug naar een baas.

De meest creatieve en meest innovatieve mensen vertrekken het eerst. En wanneer de economische groei mocht vertragen en ontslagen dreigen dan gebeurt grappig genoeg hetzelfde. Ook dan beginnen de meest ondernemende mensen het snelst voor zichzelf en vertrekken de meest getalenteerden het eerst. Wel of geen economische groei, wat overblijft zijn grijze koppen en grijze muizen in grijze organisaties. Somber verhaal? Zal wel meevallen? De jeugd van tegenwoordig valt helemaal niet mee! Binden? Boeiuh!

Het begint al jong, in het onderwijs. Veel te veel kinderen hebben geen idee waarom ze op school zitten. Ja, de leerplicht. Ja, diploma. Ticket to freedom. Om straks iets te kunnen doen wat je echt leuk vindt. Maar tot je achttiende is het corvee. En daarna misschien ook wel. Het kan hen nauwelijks boeien. Docenten die van een andere planeet lijken te komen. Die vooral bezig met hun vak - in plaats van bezig met jou. Weinig aandacht, weinig begrip en weinig respect. Over en weer.

Veel meisjes doen nog braaf hun best, maar vooral jongens dromen van ruimte en vrijheid. Ze haken steeds vaker af en beginnen voor zichzelf. In een netwerk, met gelijkgestemden gaan ze doen waar ze zin in hebben en waar ze goed in zijn. Wat vaak hetzelfde is. Zo ontstaat in de marge een creatieve economie van kleine zelfstandigen en startende ondernemingen. Mensen met heel veel energie en veranderkracht. Mensen waar menig personeelschef van droomt. Die hun organisatie fris en fruitig zouden kunnen houden. Maar op school of tijdens hun studie haken ze al af. ‘Boeit niet.’

Misschien zijn we in Nederland - zeker voor wat betreft ‘blank en hoogopgeleid’ - met z’n allen aangeland in het bovenste puntje van de piramide van Maslov. We komen onze ouders niet meer overtreffen. ‘Beter dan zij krijgen we het toch niet. We kunnen hun huizen niet eens meer betalen!’ Generaties lang groeiden we verder dan onze ouders, klommen we hen voorbij op de maatschappelijke ladder. We zijn aan het eind van de ladder! Wat nu? Wat boeit nog?

Dan kom je vanzelf bij vragen naar de zin van dit alles. Je staat op de top en vraagt je af: Wat nu? Een zingevingvraag. De kerk heeft geen antwoord, want daar komen we nauwelijks meer. Terugvallen op de stevigheid en veiligheid van je familie valt ook tegen met al die samengestelde gezinnen. ‘Extended family’ dan? Die stellen vooral goedbedoelde vragen in de trant van ’Wat ga je er zelf aan doen?’ Boeiend, denk je dan.

Teruggeworpen op onszelf. Vraag het aan een trendwatcher, Justine Marseille van The Future Institute. “We hebben een dak boven ons hoofd en voldoende eten. We vinden het leuker om kennis bij te dragen en ons te kunnen ontwikkelen, dan om alleen maar geld te verdienen. Onze zelfverwezenlijking is belangrijker geworden dan het hebben van dingen. We willen daarom van een ander horen wat we waard zijn.” Daar valt een interessant woord: Waard. Dat zou wel eens een toverwoord kunnen worden. Waard, waarde, waarden - boeiende begrippen.

‘What is a cynic? A man who knows the price of everything and the value of nothing.’
zei Oscar Wilde. Steeds meer mensen hebben geen zin om een cynicus te worden. Geen zin om het spel mee te spelen. Opeten of opgegeten worden. De vlucht naar voren. Groot, groter grootst. Werken voor de anonieme aandeelhouder. Die ‘jouw’ bedrijf zomaar kan verkopen aan de hoogste bieder. Of rennen voor een topman wiens grootste risico is dat zijn ego gekwetst wordt. Omdat zijn vertrekbonus niet zo groot is als die van zijn golfmaatje. Inderdaad, waar gaat het nog over?

Er is een omslag gaande. Van prijs naar waarde. Toegegeven, het is een luxepositie, het is ongelofelijk elitair... maar we hebben het met z’n allen zo goed dat steeds meer mensen zich kunnen veroorloven hun aandacht te verschuiven van prijs naar waarde. Het is ook mentaliteitsontwikkeling. Vergelijk het met het groeiende aantal kinderen dat welbewust geen vlees meer wil eten. Daar kun je tegen zijn, het onverantwoord vinden, zelfs ongezond... het maakt niet uit, het zijn er steeds meer. En dat is boeiend.

Wat moet je hiermee? Maar accepteren dat je organisatie vergrijst? Grijzer wordt in alle opzichten: ouder, saaier en suffer? Of kom je in aktie? Wil je dit niet meemaken! Gaat het jou niet gebeuren!? Misschien helpt dit dan. Het is een hartekreet van Iro Evangelou, een goed opgeleide, ambitieuze jonge vrouw. Het zijn flarden en fragmenten uit haar Open Brief aan de Nederlandse Werkgever:

“Wat ik je in http://www.blogger.com/img/gl.link.gifessentie wil vragen is (...) meer in gesprek met me te raken. (...) Wat me opvalt, is dat je het steeds lastiger vindt om iets over jezelf te vertellen. Hoe groter je wordt, hoe moeilijker het lijkt te zijn. Je woorden worden wolliger en je ambities vager. (...) Ben je bereid vragen te stellen en nieuwsgierig te zijn naar mijn antwoorden? Denk je echt dat ik alleen geïnteresseerd ben in salaris of in een leasebak? Of dat ik wil presteren om het presteren? (...) Wat ík nodig heb, is iets anders dan mijn collega. Zou het niet mooi zijn als er wat flexibiliteit in je voorwaardenpakket zou komen? (...) Ik wil je vragen mij niet meer in een hokje te stoppen (...) Binnen zo'n hokje verlies ik snel mijn eigenheid. Ik volg namelijk dezelfde opleidingen, doorloop dezelfde procedures en doe dezelfde (soorten) projecten en klussen als alle anderen. Hoe houd ik dan vast aan mijn authenticiteit? (...)”

Zo’n vrouw kan van grote waarde zijn. Als ze zich naar waarde geschat voelt. Durf je dat aan? Iedereen behandelen zoals je zelf behandeld zou willen worden? Persoonlijk, betrokken? Gezien en gewaardeerd? ‘Bij je vader voel je de hoogachting’ zei iemand een keer tegen Anselm Grün over diens vader. Voor Grün werd het een leidraad: ‘En het was altijd een vraag voor me of de mensen zich door mij hooggeacht voelden.’ Anselm Grün leidt de Benedictijner abdij van Münsterschwarzach in Beieren. Veel novicen. Boeiende man.

Dit artikel verscheen - in ietwat gewijzigde vorm - in het Tijdschrift voor Management Development (jaargang 16, nummer 1, voorjaar 2008)

maandag, februari 11, 2008

Zin!Posium, nu ook in company

Het Zin!Posium is een halfjaarlijks evenement. Het is ontstaan vanuit en rond de lezers van het boek Zin! Leidinggeven aan jezelf en anderen. Er was behoefte om elkaar te ontmoeten en om ervaringen uit te wisselen. Kijk hier voor een impressie van het eerste Zin!Posium op 1 november 2007 bij Seats2Meet in Utrecht.

Het eerstvolgende Zin!Posium vindt plaats op donderdag 29 mei 2008 bij Meeting Plaza in Maarssen. Het wordt weer een mix van presentaties in de middag en workshops in de avond met rond zes uur een tapas buffet. Er worden dit keer enkele honderden deelnemers verwacht. Binnenkort meer informatie!

Het Zin!Posium kent nu ook een in company variant. Dan vindt het evenement plaats binnen de muren van een bedrijf of organisatie. Daar geldt hetzelfde concept: verkennende presentaties in de middag, verdiepende workshops in de avond en een lopend buffet ertussen in.

Om het een echt Zin!Posium te laten zijn hanteren we bij een in company Zin!Posium enkele eenvoudige uitgangspunten:
- Deelname is op vrijwillige basis
- Het staat open voor alle medewerkers
- Het draait om samen werken en leren van elkaar
- Zelf doen en ervaren staat centraal - met hoofd, hart en handen

Ontdekken hoe leuk het kan zijn om samen te werken aan een betere organisatie, meer zin krijgen in je werk en ontdekken hoeveel je van elkaar kunt leren: dat gebeurt bij een in company Zin!Posium – de opzet is uitnodigend, de sfeer is ongedwongen.

Je kunt presentaties bijwonen en workshops volgen - allemaal kort en indringend, met titels als:
- Doe normaal!
- Open je oren
- Tussen droom en daad
- Kaders geven ruimte
- Intuïtie & talent
- Jij en je pit
- Geld!


Een in company Zin!Posium is compleet verzorgd. Het enige waar het bedrijf of de organisatie nog voor hoeft te zorgen is de ruimte, bijv. het bedrijfsrestaurant.

Het in company Zin!Posium is een gezamenlijke onderneming van André Meiresonne en Lorraine van Beeck. Meer weten over de mogelijkheden bij jouw bedrijf of organisatie? Mail dan lorrainevanbeeck@casema.nl

De boerka – niks verbod, mogen weigeren!

Het boerkaverbod: hoe de politiek van een maatschappelijk verschijnsel een probleem maakt. Want er is helemaal geen probleem.

Het enige dat hoeft te gebeuren is dat iemand met een boerka geweigerd mag worden, net als ieder ander waarvan identiteit niet duidelijk waarneembaar is. Het kan gaan om een boerka, maar even goed om een bivakmuts, integraalhelm of palestijnensjaal.

Iemand die zich zo kleedt moet je kunnen weigeren omdat je niet ziet wie het is. Op school: in de les of voor de klas; in de bus, de tram of in de trein: als reiziger, bestuurder of conducteur; in de supermarkt: als klant of achter de kassa; en vanzelfsprekend als ambtenaar. Maar evengoed op een evenement, behalve als het een gemaskerd bal is.

Weigeren zonder dat hij of zij een beroep kan doen op ‘Discriminatie!’ Toestemming om te weigeren in plaats van een verbod om te dragen. Want je hoeft geen boerka te dragen. Dat is een keuze. En keuzes hebben in ons land, een vrij land, consequenties. Een verbod om iets te mogen dragen roept alleen maar weerstand op, en niet alleen bij moslims.

De vrijheid om mensen te mogen weigeren maakt duidelijk dat je alle recht hebt om iets te dragen maar dat je niet moet zeuren over de gevolgen ervan. Dat is alles. Dan is er ineens ook geen probleem. Dan is er ook geen verbod nodig. Alleen maar toestemming om iemand die niet wil laten zien wie hij of zij is te weigeren, waar dan ook.

‘Sorry, u mag er hier niet in want ik kan niet zien wie u bent.’ Zo simpel? Zo simpel!

(Verschenen als ingezonden brief in NRC Handelsblad op zaterdag 16 februari 2008)

zondag, februari 10, 2008

De verkeersdrempel - een waar gebeurd verhaal over regulering: is het verzadigingspunt bereikt?

Nederland kent niet alleen veel regels, maar blinkt ook uit in een andere vorm van regulering. Fysieke verkeersregulering door middel van paaltjes, stoepranden, drempels die moeten voorkomen dat mensen zelf bedenken waar ze zullen rijden en dus ook van het rechte pad zouden kunnen afwijken. We kennen allemaal de straten en rotondes die zover volgelegd zijn met stoeptegels en randen dat er nog maar één smalle rijbaan overblijft. En dan is er de plaag van de verkeersdrempels. Daarover gaat dit waar gebeurd verhaal. Is het verzadigingspunt is bereikt?

Een sportieve rijksambtenaar rijdt op een avond in het donker naar huis. Hij fietst van een bijeenkomst in de ene stad en naar zijn huis in de andere stad. Inderdaad, Den Haag. Hij is een betrokken man, heeft idealen over een betere wereld en probeert daar in zijn werk ook vorm aan te geven. Met groot uithoudingsvermogen en bovenmenselijk geduld zet hij zich in voor meer welzijn en geluk voor ons allemaal. Stapje voor stapje ziet hij dat dichterbij komen. Wetten, regelingen, afspraken en convenanten zijn voor hem manieren om oplossingen voor grote en kleine politieke en maatschappelijke problemen binnen bereik te brengen. Hij weet: nota’s schrijven en beleid ontwikkelen is een, het ook nog uitvoeren is twee. Dus hij heeft ook ideeën over slimme implementatie van beleid.

Deze man fietst in het donker over een ventweg langs een vaart. Zijn fietslicht brandt want hij is behalve een betrokken ook een nette en oppassende burger. Vanaf de andere kant nadert een bromfiets, ook met licht op. Ze komen tegelijkertijd aan bij een verkeersdrempel. Die drempel is uiteraard bedoeld om de snelheid van het verkeer, en met name auto’s, af te remmen. Er wonen namelijk mensen langs die weg, en die hebben kinderen etc. De verkeersdrempel is niet over de volle breedte even hoog: naar de zijkant loopt hij af waardoor de drempel meer op een heuvel lijkt. Wat doet de bromfietser? Je hebt het vast wel eens gezien. Die remt niet af maar gaat er omheen. Niet, zoals je zou verwachten, rechtsom, maar linksom! En daar reed onze Haagse held...

Hij kreeg de bromfietser frontaal op zich. Knie open. Hij heeft twee weken met krukken gelopen. Het viel eigenlijk nog mee. Het had heel wat slechter af kunnen lopen. Het brengt mij op de volgende gedachte. Deze verkeersdrempel is daar ongetwijfeld met de beste bedoelingen aangelegd. Misschien was er wel een ongeluk gebeurd omdat er te hard werd gereden. Of mensen waren bang dat zoiets zou gebeuren. Maar nu is er ook een ongeluk gebeurd. Een ongeluk dat nooit had plaatsgevonden als die drempel er niet gelegen had. Gek idee. Zou het zo kunnen zijn dat we een verzadigingspunt bereikt hebben in Nederland? Dat nog meer goedbedoelde regulering zich tegen ons gaat keren? Dat de toch al afnemende meeropbrengst nu omslaat in zijn tegendeel? Dat nog meer goedbedoelde regulering zelfs leidt tot onbedoelde ongelukken?

zaterdag, februari 02, 2008

Vermoorden scholen de creativiteit van onze kinderen?



Vermoorden scholen de creativiteit van onze kinderen? De vraag stellen is hem beantwoorden. Kijk en oordeel zelf. Pedagoog Sir Ken Robinson, precies een jaar geleden in Monterey, California. Nog even actueel. Twintig minuten food for thought.

zondag, januari 27, 2008

Obama: Yes. We. Can.

Barack Obama, na Iowa nu South Carolina. Alweer kippenvel. Of hij de nominatie nou gaat winnen of niet, dit gaat over overtuigingskracht. Geloof in jezelf en de mensen om je heen.

Ik weet niet of hij betrouwbaar is. Bestaan er betrouwbare politici? Is dat mogelijk, integriteit in de politiek? Ik weet het allemaal niet. Ik weet wel dat dit mij raakt. "Yes we can." Drie woorden. Van een bevlogen man. En een zaal die dat ook vindt, gelooft, met hem.

We zullen zien. Misschien bestaat het echt. Misschien is cynisme inderdaad de grootste vijand. En zijn twijfel en angst dodelijk: niet durven geloven waartoe we in staat zijn, als we echt willen. Hij durft het in elk geval. Respect. Hieronder de tekst van het laatste deel van de speech.



The choice in this election is not between regions or religions or genders. It’s not about rich versus poor; young versus old; and it is not about black versus white.

It’s about the past versus the future.

It’s about whether we settle for the same divisions and distractions and drama that passes for politics today, or whether we reach for a politics of common sense, and innovation – a shared sacrifice and shared prosperity.

There are those who will continue to tell us we cannot do this. That we cannot have what we long for. That we are peddling false hopes.

But here’s what I know. I know that when people say we can’t overcome all the big money and influence in Washington, I think of the elderly woman who sent me a contribution the other day – an envelope that had a money order for $3.01 along with a verse of scripture tucked inside. So don’t tell us change isn’t possible.

When I hear the cynical talk that blacks and whites and Latinos can’t join together and work together, I’m reminded of the Latino brothers and sisters I organized with, and stood with, and fought with side by side for jobs and justice on the streets of Chicago. So don’t tell us change can’t happen.

When I hear that we’ll never overcome the racial divide in our politics, I think about that Republican woman who used to work for Strom Thurmond, who’s now devoted to educating inner-city children and who went out onto the streets of South Carolina and knocked on doors for this campaign. Don’t tell me we can’t change.

Yes we can change.

Yes we can heal this nation.

Yes we can seize our future.

And as we leave this state with a new wind at our backs, and take this journey across the country we love with the message we’ve carried from the plains of Iowa to the hills of New Hampshire; from the Nevada desert to the South Carolina coast; the same message we had when we were up and when we were down – that out of many, we are one; that while we breathe, we will hope; and where we are met with cynicism, and doubt, and fear, and those who tell us that we can’t, we will respond with that timeless creed that sums up the spirit of a people in three simple words:

Yes. We. Can.

maandag, januari 14, 2008

Op elkaar schieten in Afghanistan, een verhaaltje voor het slapen gaan

Nederlandse militairen in Afghanistan hebben kinderen in Nederland. En die kinderen maken zich zorgen over hun vaders. Of ze wel levend terugkomen. Daarover chatten ze op MSN. Taliban strijders hebben misschien ook wel kinderen. En hun kinderen hopen misschien ook wel dat zij weer thuiskomen. Vaders vechten tegen vaders. En hun kinderen zijn bang.

Laatst op tv, twee Nederlandse meisjes. Hun vaders zijn in Kamp Holland. Die vechten in Uruzgan tegen de Taliban. Foto’s van de meisjes hangen in hun barak. De meisjes missen hun vaders. Ze vinden het spannend en ze zijn bezorgd. Komt papa weer veilig thuis? Want hij kan zo maar dood zijn. Of geen benen meer hebben.

Op het journaal zie je af en toe hoe het daar toegaat in die oorlog tussen de NAVO en de Taliban. Nederlandse en Afghaanse soldaten vechten tegen Afghaanse opstandelingen. De gevechten spelen zich af in het veld, maar ook in boomgaarden en tussen de huizen. Want daar kunnen schutters zich goed kunt verschansen.

Laatst zijn Nederlandse soldaten beschoten vanuit huizen langs de weg. Ze schoten terug. Twee Afghanen werden gedood en vijf raakten gewond. Een van de twee doden is een kind. Hoe oud het kind is weten we niet. Ook drie van de vijf gewonden zijn kinderen. Die worden nu verzorgd in het hospitaal van Kamp Holland.

In Afghanistan kun je ook beschoten worden door je eigen vrienden: ‘friendly fire’. Net weer gebeurd. Dat gaat per ongeluk. Er wordt op je geschoten omdat iemand denkt dat jij de vijand bent. Dan schiet je terug. En kan het zijn dat je iemand doodschiet die je kent. Dat is erg. Misschien heb je er net nog mee gepraat. En nu is ie dood.

Wat zou er gebeuren als alle soldaten en strijders die nu op elkaar schieten elkaar zouden kennen? Zouden weten dat de ander familie en vrienden heeft. Misschien wel kinderen? De foto’s ervan gezien hebben, weten hoe ze eruit zien en hoe ze heten. Misschien wordt elk vuurgevecht dan ‘friendly fire’. En is elke dode erg. Aan welke kant die ook valt.

vrijdag, januari 04, 2008

Obama, alsof hij al president is

Alsof hij al (bijna) president is, wat een lef, en wat een overtuigingskracht: Barack Obama na de gewonnen voorverkiezing in Iowa. "Together, ordinary people can do extraordinary things!"

Veertien fascinerende en soms aangrijpende minuten met een man die gelooft in zichzelf, zijn omgeving, zijn land. Iemand die praat vanuit zichzelf en daar anderen bij betrekt. Een verbinder die vertrouwen in mensen uitdrukt, zonder naïef te lijken.

,,Op deze avond in januari, op dit beslissende moment in de geschiedenis, hebben jullie datgene gedaan waarvan de cynici zeiden dat we het niet konden. Dit is het einde van de politiek van de angst, het begin van de politiek van de hoop.''

"For many months, we’ve been teased and even derided for talking about hope. But we always knew that hope is not blind optimism. It’s not ignoring the enormity of the task ahead or the roadblocks that stand in our path. It’s not sitting on the sidelines or shrinking from a fight. Hope is that thing inside us that insists, despite all evidence to the contrary, that something better awaits us if we have the courage to reach for it, and work for it, and fight for it."

vrijdag, december 21, 2007

Ondernemende weldoeners, de echte politici van het jaar

Fijne dagen! Nu is Geert Wilders, tot verbijstering van velen, ook nog politicus van het jaar. Misschien is het hele gedoe rond hem als volgt samen te vatten: Wilders vertelt alleen maar wat heel veel mensen denken en vinden, verbeeldt hun onvrede. Mensen die zich vaak onmachtig voelen om zich te redden in een steeds complexere wereld. Hij verwoordt hun onmacht. Eenvoudige wereldbeelden, vol van tegenstellingen, weinig gelaagdheid – en veel woede en angst.

Moeten wij Wilders kwalijk nemen dat hij verwoordt wat er leeft in onze samenleving? Misschien kunnen we ons beter realiseren dat minstens 15, maar wellicht zelfs 20 tot 30 procent van onze landgenoten er dit soort gedachten op na houdt! Dat kun je genant vinden, verwerpelijk etc, maar dat helpt niet, ze gaan er niet anders van denken want het is nu eenmaal hun beleving. Knappe debatten, slimme discussies, elkaar betwisten leidt alleen maar af van wat er nodig: respect voor en betrokkenheid bij deze mensen.

Mensen die gewoon op straat lopen, je buren zijn, waarmee je bij de kassa en in de tram staat. Mensen die zich grote zorgen maken over de toekomst en slechte ervaringen hebben in het verleden. Mensen die geen idee hebben hoe ze hun dagelijkse problemen in hun eentje op moeten lossen. En godzijdank, daar is dan Wilders, of Verdonk - ook al politicus van het jaar, in een andere verkiezing - of Marijnissen: mensen die eindelijk eens zeggen waar het op staat. Dat het zo niet langer gaat. En daar ook begrijpelijke, eenduidige oplossingen voor hebben.

Alleen iemand die begrip voor de positie (aan de kant) en het wereldbeeld (bedreigd) van de extreem links of rechts stemmende mensen weet te paren aan wijsheid en ervaring kan hun vertrouwen winnen. En misschien is dat onze frustratie: geen van de nette, verstandige, bevlogen mensen waar andere zich idem dito voelende mensen op stemmen kan dat echt en goed, tot nu toe. Progressief en/of liberaal, sociaal en/of christelijk, het maakt niet uit.

Zijn we gewoon boos op onszelf? Boos dat we met al onze academische intelligentie en verstandige ervaring een groot deel van die mensen niet kunnen bereiken? En Geert Wilders en andere populisten wel? Als ik Geert en consorten was zou ik van ‘populist’ een geuzennaam maken: zij begrijpen in ieder geval van binnen uit wat er leeft onder massa’s mensen. Ze bieden geen oplossingen die werken, but who cares? Wel een uitlaatklep voor de frustraties van massa’s mensen.

De populisten bestrijden is allemaal afleiding. Misschien kunnen we onze energie beter steken in praten en werken met degenen om wie het gaat: mensen die het niet zo goed getroffen hebben, die weinig perspectief hebben, die het allemaal teveel is. Hen vragen hoe we ze kunnen helpen, waar ze behoefte aan hebben. Gewoon een menselijk gesprek en daarin ook durven zeggen dat het echt nooit meer wordt zoals het was (en waarschijnlijk nooit geweest is). ‘Hou op met sentimenteel doen, en met anderen de schuld te geven’.

Als we onze intelligentie nou eens gebruiken om met echt slimme oplossingen komen? En ons vooral niet vergissen in wat er allemaal aan energie aanwezig is. Energie die nu vaak negatief is. Diezelfde energie kan ook positief worden. Als we die nou eens aanboren. Kijk naar alle initiatieven die er zijn in buurten, op scholen, in de zorg. Stuk voor stuk afkomstig van betrokken mensen die niet wachten en klagen. Ondernemende weldoeners die niet bezig zijn met Wilders: dat zijn voor mij de politici van het jaar.

donderdag, december 13, 2007

Geert Wilders mag zeggen wat hij wil, graag zelfs

‘Gekker moet het niet worden’, hoor je vaak als Geert Wilders wat gezegd heeft. En hup, daar gaat hij er met een volgende uitspraak alweer overheen. Iedereen nog hoger in de gordijnen. Een verbod op de Koran, en de bouw van moskeeën: je moet er maar op komen. Binnenkort een verbod op moslims? ‘Walgelijk’, ‘misselijkmakend’ en ‘abject’ zin inmiddels standaardreacties. En laatst dan ‘Wilders is het kwaad en dat kwaad moet gestopt worden’. Weer is iemand er ingestonken. Wilders moet zich een hoedje lachen, elke keer weer.

Laat Geert Wilders alsjeblieft alles zeggen wat hij wil. En laat hij zich vooral niet inhouden. Dan weten we tenminste wat hij vindt. En niet te vergeten wat zijn kiezers vinden. Toevallig wel honderdduizenden mensen, misschien nog wel veel meer. Allemaal mensen die net als Wilders vinden dat er veel te veel moslims zijn, en veel te veel moskeeën. Mensen die vinden dat het de verkeerde kant op gaat met Nederland en echt denken dat dat door ‘de buitenlanders’ komt. Mensen die boos zijn, bang zijn en anderen de schuld geven.

Wilders is volksvertegenwoordiger en dat neemt hij heel letterlijk: ‘Ik vertolluk, ik vertolluk, de gevoelens van het volluk..!’ Natuurlijk, het is verstandiger om af en toe je mond te houden. En het is wijzer om alleen iets te zeggen als het iets toevoegt. Maar een beroep op wijsheid werkt blijkbaar niet. En ingetogenheid is zo te merken niet aan de orde. Dan kunnen we het ook andersom doen. Over de top. Misschien werkt dat wel.

Ik zou zeggen: ‘Geert, leef je uit! Gooi alles wat je dwars zit eruit. Loop volkomen leeg. Niet steeds een beetje erger. Nee, nu graag, de hele emmer. Houd je niet in, wees alsjeblieft niet fatsoenlijk of parlementair. Neem je ruimte in het parlement, gebruik de vrijheid van meningsuiting. Knal eruit wat je allemaal dwars zit. Over alles en iedereen. Want het kan maar duidelijk zijn.’ Misschien gebeurt er dan iets.

Misschien dat kiezers dan afhaken: te veel, te erg. En misschien denkt hij dan zelf ook een keer: ‘Nou is het wel genoeg geweest’. Tenminste, dat is mijn ervaring. Dat mensen zich van je afwenden. Dat ze je zat zijn en dat je dan ook jezelf zat wordt. Want in je eentje op anderen schelden is niets aan. Dat houdt een keer op. En dan kun je er achter komen dat het niet over anderen gaat... maar over jezelf. Dat je boos bent op jezelf. Boos dat je zo bang bent. Boos over je eigen onmacht. Boos dat je niet in staat bent om je eigen leven te leiden. Boos omdat je niet weet hoe je gelukkig kunt zijn.

Dan kun je er ook achter komen dat je, in al je boosheid op jezelf, anderen bang en boos maakt. En als je begrijpt dat je eigenlijk boos bent op jezelf wil je anderen ook niet meer bang en boos maken. Maar dan moet je eerst wel boos genoeg geweest zijn. Spit it out! Knal het eruit! Het helpt. En voor degenen die dan de volle laag dreigen te krijgen: Bukken! Ga de stront van een ander niet opvangen. Weet dat het niet over jou gaat. Iemand is boos op zichzelf. Net als heel veel anderen. Allemaal onmacht.

zondag, december 02, 2007

'Kan niet, dan krijg ik kamervragen...' Zeg de dingen als ze gezegd moeten worden!

Zaterdag 24 november 2007, Rotterdam. De manifestatie 'Eén land, één samenleving'. Een paar honderd zo op het oog verstandige mensen, en zo te zien van allerlei achtergrond. Tenminste, ik zie nogal wat verschillende kleuren - kleuren die je normaal gesproken wel op straat ziet, zeker in de Randstad, maar niet op een conferentie. Daar is de gemiddelde kleur meestal wat blanker.

Een mooi uitgewogen programma, zonder extremen. Een en al redelijkheid. De burgemeester van Rotterdam, drie hoogleraren - Tariq Ramadan, een gematigde Zwitserse moslim, Pauline van Meurs, een PvdA'er uit de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en Anton Zijderveld, een CDA'er – en een oud vice-premier van de VVD houden interessante en intelligente verhalen over integratie. De teneur is 'laten we, ondanks alle verschillen, toch vooral proberen samen te leven'. Lovenswaardig streven. Natuurlijk weer niet zo makkelijk als het lijkt: Zijderveld, emeritus professor in de sociologie, probeert ten koste van Irene van Lippe-Biesterfeld ('verwarde prinses die met bomen praat') grappig te zijn. Best lastig, echt tolerant zijn. En niet moeilijk, flauwe grapjes over iemand die er niet bij is, met spirituele ervaringen waar je zelf blijkbaar geen weet van hebt.

De rij sprekers wordt afgesloten door Hans Dijkstal, mede-organisator en inspirator van de manifestatie en bijbehorend manifest. Een vlammend betoog. Zo heb ik hem nog nooit gehoord. Associeer hem toch meer met ontspanning en jovialiteit. Op de bres voor tolerantie in onze samenleving. Echt heftig wordt hij als het gaat om bescherming van minderheden. Democratie betekent niet zozeer dat gebeurt wat de meerderheid van het volk wil, maar vooral dat minderheden beschermd worden tegen de wil van die meerderheid. Daar hebben we grondrechten voor. Om te beginnen artikel 1 van de Grondwet: het gelijkheidsbeginsel, en het verbod op discriminatie. En, zo ging Dijkstal verder, laat nou er recent nou iemand geweest zijn die dat nou juist wilde afschaffen. Het F-woord viel nadrukkelijk niet, maar iedereen begreep: dit gaat over Pim Fortuyn (die zich eind 2001 in de Volkskrant liet verleiden tot zijn uitspraak over het afschaffen van artikel 1). Dijkstal windt zich merkbaar op over iedereen die niet begrijpt hoe die rechten zijn verworven en ten koste van welke offers. Vanuit de zaal klinkt instemming en applaus. Dan is het pauze. Buiten de zaal hoor ik iemand, zo te horen een echte Rotterdammer, zeggen: ‘Als-ie dat toen nou eens gezegd had..!’

Ik wil er meer van weten. Want Hans Dijkstal was in 2001, toen Pim Fortuyn aan zijn opmars begon, niet alleen leider van de VVD maar ook Minister van Binnenlandse Zaken (die gaat over de Grondwet) en vice-premier in het tweede kabinet Kok. In de lunchpauze loop ik hem tegen het lijf.
'Hoe komt het dat u dit zes jaar geleden, toen Fortuyn opkwam, niet zo uitgesproken, duidelijk en heftig hebt gezegd?'
Dijkstal antwoordt: 'Ik doe het nu!'
'Ja, dat hoor ik, en daar ben ik van onder de indruk. Maar wat zou er gebeurd zijn als u dat toen had gedaan?'
'Daar had ik toen de vrijheid niet voor!'
'Hoezo niet? Waarom hebt u die vrijheid niet genomen?'
'Dan had ik kamervragen gekregen'
'Nou en?'
'Dan was mij gevraagd of dit het standpunt van de regering was!'
'Ja, en?'
Dan moet hij verder. Ik blijf in een mengeling van bewondering, verwarring en verbijstering achter.

De man die eind 2001 nog uitzicht had op het komende premierschap zegt dat hij toen niet zo expliciet als nu op kon komen voor onze grondrechten. Omdat hij bang was voor kamervragen. Daar had hij de vrijheid niet voor... Ik begrijp het niet meer. Daar ben je toch juist minister voor?! Wat zou er gebeurd zijn als iemand van zijn kaliber (intelligent, welbespraakt, populair) en zijn positie (minister, vice-premier, partijleider) in alle oprechtheid, zoals nu, stelling had genomen tegen de al te rabiate uitspraken van Fortuyn? We zullen het nooit weten.

Ik weet nu wel een ding: Zeg de dingen op tijd, als ze gezegd moeten worden. Niet als het kwaad al geschied is, en het leed geleden. Dat brengt mij bij de vraag: Wat heb ik nu te zeggen dat ik nu niet durf te zeggen omdat ik denk dat ik er nu niet de vrijheid voor heb?

Twitter Delicious Facebook Digg Stumbleupon Favorites More