Mededogen. Klinkt zo vaag, en groot tegelijk.
Onbereikbaar, en niet zo bruikbaar. Mooie gedachte, maar wat moet je ermee? Hoe
kan ik mededogen hebben als ik al genoeg aan mijn kop heb? Als er al zoveel
tegen zit ook nog tijd hebben voor een ander? Dat gaat er echt niet meer bij.
Ik heb genoeg aan mezelf en mijn eigen sores. Genoeg ellende om op te lossen. Ga
me eerst maar eens bepalen tot mijn eigen zaken.
En precies daar zat voor mij de doorgang. Bij
mezelf. Het besef dat ik mededogen mag hebben met mezelf. Dat ik mezelf niet zo
hard hoef te vallen. Dat ik niet alle tegenvallers op mezelf hoef te betrekken.
Niet van alles hoef te denken dat het allemaal door mij komt. Dat het mijn
eigen schuld is. Dat ik lief mag zijn voor mezelf. Mezelf de tijd en de rust mag geven om bij te komen. Moe mag
zijn. Omdat er nou eenmaal veel gebeurd is waar ik moe van ben. Daar mededogen
voor voelen. Vriendelijk zijn voor mezelf.
Wat ik merk is dat er met het mededogen met
mezelf, mededogen met een ander naar boven komt. Het lijkt wel vanzelf te gaan.
Maar wel in een volgorde. Eerst ik, en dan de ander. Mededogen met een ander is
een gevolg van mededogen met mezelf. Het werkt onbedoeld en onbewust. En zo
krijg ik een kado, twee zelfs. Mededogen met mezelf geeft me de rust en
overgave waar ik naar verlang. Even niets hoeven, van mezelf. Mezelf niet meer
zo opjagen en afstraffen. En vanzelf doe ik het ook minder naar anderen.
Het duurde lang voor dat het besef kwam dat ik
mededogen mag hebben met mezelf. Het heeft iets van gunnen. Mezelf mededogen
gunnen. En wat mij helpt zijn mensen om me heen die het me ook gunnen. Die met
mededogende ogen naar mij kijken. Maar uiteindelijk moet ik het zelf doen. Met
andere ogen naar mezelf kijken. Vriendelijk. Met liefde, om het grote woord
maar te noemen. Mededogen is een liefdevolle blik – op mezelf. Die vanzelf een
liefdevolle blik op de mensen om me heen oplevert. En zo kan ik uit mijn kijk
op mijn omgeving afleiden hoe liefdevol ik naar mezelf ben.
Noot: Mededogen is wat anders dan medelijden.
Medelijden kan zielig maken. Voelt niet stevig. Je kunt bijvoorbeeld met
mededogen naar een ander en diens leven kijken. Dan heb je een begripvolle
blik, zonder dat je in de ellende die je ziet opgaat of verdwijnt, waardoor die
ander ook niet veel meer aan je heeft. Medelijden kan meehuilen worden, waar
een ander meestal niet mee geholpen is. Met mededogen blijf je bij jezelf, en
kun je er voor de ander zijn.