Nederlandse militairen in Afghanistan hebben kinderen in Nederland. En die kinderen maken zich zorgen over hun vaders. Of ze wel levend terugkomen. Daarover chatten ze op MSN. Taliban strijders hebben misschien ook wel kinderen. En hun kinderen hopen misschien ook wel dat zij weer thuiskomen. Vaders vechten tegen vaders. En hun kinderen zijn bang.
Laatst op tv, twee Nederlandse meisjes. Hun vaders zijn in Kamp Holland. Die vechten in Uruzgan tegen de Taliban. Foto’s van de meisjes hangen in hun barak. De meisjes missen hun vaders. Ze vinden het spannend en ze zijn bezorgd. Komt papa weer veilig thuis? Want hij kan zo maar dood zijn. Of geen benen meer hebben.
Op het journaal zie je af en toe hoe het daar toegaat in die oorlog tussen de NAVO en de Taliban. Nederlandse en Afghaanse soldaten vechten tegen Afghaanse opstandelingen. De gevechten spelen zich af in het veld, maar ook in boomgaarden en tussen de huizen. Want daar kunnen schutters zich goed kunt verschansen.
Laatst zijn Nederlandse soldaten beschoten vanuit huizen langs de weg. Ze schoten terug. Twee Afghanen werden gedood en vijf raakten gewond. Een van de twee doden is een kind. Hoe oud het kind is weten we niet. Ook drie van de vijf gewonden zijn kinderen. Die worden nu verzorgd in het hospitaal van Kamp Holland.
In Afghanistan kun je ook beschoten worden door je eigen vrienden: ‘friendly fire’. Net weer gebeurd. Dat gaat per ongeluk. Er wordt op je geschoten omdat iemand denkt dat jij de vijand bent. Dan schiet je terug. En kan het zijn dat je iemand doodschiet die je kent. Dat is erg. Misschien heb je er net nog mee gepraat. En nu is ie dood.
Wat zou er gebeuren als alle soldaten en strijders die nu op elkaar schieten elkaar zouden kennen? Zouden weten dat de ander familie en vrienden heeft. Misschien wel kinderen? De foto’s ervan gezien hebben, weten hoe ze eruit zien en hoe ze heten. Misschien wordt elk vuurgevecht dan ‘friendly fire’. En is elke dode erg. Aan welke kant die ook valt.
2 reacties:
Deze tv recensie van Marjoleine de Vos in NRC Handelsblad van 16 januari j.l. beschrijft een vergelijkbaar gevoel van verbazing en verbijstering: waar zijn we mee bezig? Het gaat over een uitzending van Netwerk op dinsdag 15 januari j.l. n.a.v. het 'friendly fire incident' op zondag 12 januari j.l. (incident, ook al zo'n woord).
„Ik weet niet hoe het met u zit, maar ik krijg het echt koud van deze beelden,” zei Aart Zeeman in Netwerk terwijl hij met een onthutst gezicht in de camera en vervolgens naar zijn gesprekspartner keek, de heer Frank van Kappen van het Haagse centrum voor strategische studies.
De beelden waarop hij doelde waren opnamen van ‘friendly fire’, een veel te aardige benaming voor het beschieten van de eigen troepen. We zagen wat Amerikaanse gevechtspiloten in de Golfoorlog zagen, onduidelijke dingen op de grond, en hoorden wat ze zeiden: „Die gaat nu naar binnen, pak ‘m!” „Mooi schot, mooi strak.” En dan zag je daar iets ontploffen en je hoorde de Amerikanen juichen: ,,Oh boy! We réally hit them!”
Dan komt de mededeling: er is een van onze eigen tanks geraakt. Dezelfde stem: ,,Oh God. I just killed some people.” In een ander geval slaat de euforie om in directe misselijkheid „Ik moet kotsen”.
Het zijn inderdaad schokkende beelden en dialogen. Niet eens om wat je precies ziet, want dat is minder realistisch dan het eerste het beste computerspelletje: een dingetje dat een rookwolk geeft. Maar je weet: dat is een tank en daar zitten mensen in.
Ook dat is blijkbaar voor de piloten geen punt, dat zijn geen mensen, dat is de vijand. Mooi geraakt! Maar op het moment dat het ‘onze mensen’ zijn, zijn het écht mensen, en hoewel dat niet juist is, is het wel navoelbaar. Schiet je op een Irakese tank, dan heb je de vijand een gevoelige slag toegebracht. Schiet je op een eigen tank, dan zeg je: „Ik heb mensen gedood”.
De beelden werden uiteraard vertoond naar aanleiding van de dood door eigen vuur van de twee Nederlandse militairen in Uruzgan. Het was goed dat Netwerk ze liet zien, omdat je je zo niet alleen inleefde in het verdriet rond degenen die omgekomen zijn, maar ook in de paniek en ellende waarin de schutters zijn terechtgekomen.
En tegelijkertijd is het op z’n zachtst gezegd merkwaardig, dat enorme verschil in waarde van het ene mensenleven of het andere. Dat is oorlog. Dan zie je het maar eens.
mm... really like this )
Een reactie posten