Ik hoop dat mijn kinderen nooit met een psycholoog van de kinderbescherming te maken krijgen
‘Opvallend is dat [kind] (zoals wel verwacht zou kunnen worden in deze leeftijdsfase) weinig belang hecht aan acceptatie door haar peergroup, zelfgenoegzaam is en grote tevredenheid met zichzelf laat zien. [kind] lijkt haar identiteit vooral te ontlenen aan hoe zij erin slaagt haar leven op een voor haar zo plezierig/nuttig mogelijke wijze in te vullen en het verbeteren van haar competenties, los van wat anderen (uitgezonderd haar vader) daarvan denken.’ citeren de rechters in het vonnis van 30 november 2009 over Laura Dekker (14) de psycholoog van de Raad voor de Kinderbescherming (arcering AM).
Allereerst: ik ken Laura niet; en ik ben geen psycholoog. Ik ben vader. Wat zou ik trots zijn op zo’n kind! Op eigen benen, onafhankelijk en ondernemend. Ze trekt haar eigen plan. Ze laat zich niet bepalen door wat anderen van haar en haar levensinvulling vinden. ‘Dat zouden meer mensen moeten doen!’ om de Cup-a-Soup commercial maar aan te halen.
Vanwaar al die opwinding over een eigenwijs meisje? Waarom roept haar eigenzinnigheid zoveel emoties op? Hoe bestaat het dat een psycholoog een kind van veertien ‘zelfgenoegzaam’ durft te noemen? Is het onder de deskundigen bij de kinderbescherming normaal om zo over kinderen te praten? Wie denk je dan dat je bent? En wat is er mis met Laura’s ‘grote tevredenheid met zichzelf’? Een puber met een positief zelfbeeld, wat wil je nog meer? Daar is André Rouvoet toch blij mee? Of zijn door dit soort adviezen de wachtlijsten zo lang? Houden mensen zichzelf en elkaar aan het werk: ‘Ergerlijk, zo’n kind dat geen hulp nodig denkt te hebben!’
Of zijn mensen bij de kinderbescherming domweg jaloers op Laura? Omdat zij doet wat ze zelf niet durven? Godzijdank baseren de rechters hun vonnis niet op dit gedeelte van het advies. Maar ondertussen is het kwaad wel geschiedt. Een kind krijgt officieel te horen dat het niet deugt. Als het op school zou gebeuren haalde ik m’n kind eraf.
Ik hoop dat mijn kinderen nooit met een psycholoog van de kinderbescherming te maken krijgen. Zo’n liefdeloos rapport is niet alleen beschamend maar ook beschadigend. Over geweld tegen kinderen gesproken. Cynisch om in het vonnis te lezen dat ‘De deskundige vermoedt dat Laura emoties als angst of verdriet afweert.’ Met zulke hulpverleners in de buurt is dat maar goed ook!
Laura hoeft niet de wereld rond om haar stevigheid en eigenheid te ontwikkelen. Daar zorgt de psycholoog van de kinderbescherming wel voor. En hoezo kinderbescherming? ‘Raad voor de Kinderbeschadiging’ grappen mijn kinderen.
(Gepubliceerd in Trouw, 4 november 2009)
4 november - Gebeld door Richard Bakker, woordvoerder van de Raad voor de Kinderbescherming. Het aangehaalde rapport is niet geschreven door een psycholoog van de Raad. Het is afkomstig van een externe deskundige, mw Moonen, die door de rechter om advies werd gevraagd. Het rapport was dus uitdrukkelijk niet afkomstig van een psycholoog van de kinderbescherming. Gelukkig maar.