Weinig dingen zijn zo energieslurpend
als bezig blijven met je verleden. Verleden waar je boos of verdrietig over
bent. Terwijl je er niets meer aan kunt doen. Want het is al gebeurd. Het zuigt
je leeg. Zonder dat je het in de gaten hebt. Want het lijkt of je er energie
van krijgt. Elke keer als je het weer boven haalt voel je iets door je lijf
gaan. Je kunt verslaafd raken aan het steeds weer naar boven halen. Het lijkt
wel een ‘rush’, dat opgerakelde gevoel van boosheid of verdriet. Je omgeving
zit er niet op te wachten. Die zijn na een tijdje wel klaar met je woede of weglachen,
geklaag of stil verwijt. Wat kun je doen? Accepteren. Wat iets anders is dan
berusten. Accepteren is erkennen dat iets gebeurd is. In zijn volle omvang tot
je door laten dringen dat dit in jouw leven heeft plaats gevonden. Beseffen dat
er niets meer aan te doen valt. Het is gebeurd. Pas na die erkenning is er
ruimte voor iets nieuws. Dan kun je op nieuwe ideeën komen. Bijvoorbeeld hoe je
met dit verlies kunt omgaan. Misschien ontdek je zelfs nog een lichtpuntje.
Maar pas als je de tegenslag volledig hebt geaccepteerd.