Het is nogal wat, wie je in wezen bent. Zou jij
het weten? Weten wie je in wezen bent? Ik zou het nu niet weten, wie ik ben,
daar diep van binnen. Laat staan dat ik het voor een ander zou weten. Soms kun
je wel een glimp opvangen. Ineens lijkt het of je even door iemand heen kunt
kijken. Of iemand door jou heen kijkt. Meer een gevoel dan een gedachte.
Voorbij het dagelijkse gedoe. En kijkje in iemand krijgen. Maar alleen als
iemand zich ook wil laten zien. Dat kan gebeuren als je je allebei ontzettend
op je gemak voelt. Bij elkaar, met elkaar. Want durf je dat misschien, je zo
blootgeven. En wat voelt dat heerlijk: een ander echt zien, en zelf echt gezien
worden – je gezien voelen, je gezien weten. En dan nog zie je maar een stukje.
Wat je laat zien, en wat je kunt zien. Bij mij begint het met de ander echt aan
durven kijken. En mij aan laten kijken. Voorbij alle onhandigheid en verlegenheid.
Gelukkig heb ik mijn hele leven om er zo, samen met anderen, langzaam maar
zeker achter te komen wie ik in wezen ben. Een caleidoscoop van indrukken en
ervaringen, die ervoor zorgt dat ik misschien op een dag kan zeggen: ‘Zou dit
zijn, wie ik in wezen ben?’ Ik ben benieuwd naar alle glimpen die ik nog krijg.
Van mezelf en van anderen. Aan het eind van mijn leven is vroeg genoeg. En
later mag ook.