Van jezelf houden. Wat is dat
eigenlijk? Kan dat wel? Houden doe je toch van een ander? Er is toch iets of
iemand nodig waarvan je houdt? Daar zit de doorgang. Jezelf kunnen ervaren als
iets anders dan jij. Jij die dit nu leest bijvoorbeeld. Wat helpt is van jezelf
twee woorden maken. Je zelf. Jouw zelf. Het zelf van jou. Dan heb je een zelf.
Dat zelf is wat anders is dan jij. Je kunt dat zelf ervaren als je kern. Dat zelf
is degene die jij, diep van binnen, in wezen bent. Dan kun jij je verhouden tot
dat zelf. Je kunt het ook een hoofdletter geven, je Zelf. Dat maakt het je
makkelijker om te onderscheiden tussen je dagelijkse ik en je grotere zelf. Jij
en je Zelf. Die twee kunnen van elkaar houden. Jij kunt houden van wie je diep
van binnen, in wezen bent – degene die jij belichaamt. En je weet hoe groot je
in wezen bent, en je vermoedt waartoe je op je best in staat bent. Andersom kan
jouw wezen houden van degene die het bewoont en bezielt – jouw dagelijkse ik.
Dan heb je een relatie met jezelf. Beter, dan heb jij een relatie met je Zelf.
En jouw Zelf heeft een relatie met jou. Dan kun je zomaar horen: ‘Dag lieverd,
ik hou van jou!’ ‘Wie zegt dat nou?’ vraag je je eerst nog af. Tot je begrijpt,
dat ben ik zelf! Dat is mijn Zelf dat ik daar hoor. Mijn Zelf houdt van mij, en
ik houd van mijn Zelf. Een mooi stel. En je krijgt een kadootje. Het gedoe met
anderen wordt met de dag minder. Want je hebt geen anderen meer nodig om te
horen: ‘Ik hou van jou’. En van de weeromstuit ga je merken dat anderen van jou
houden. Want iemand die van zichzelf houdt is om van te houden. Want als je van
jezelf houdt houd je vanzelf van anderen. Sterker nog, aan de liefde die jij
ontvangt kun je afmeten hoeveel liefde je geeft aan jezelf, en – vanzelf –aan
anderen. ‘And in the end, the love you take, is equal to the love you make.’ The
Beatles zongen het al.