Wonderlijke tijden. Verstoring van de bestaande orde. Wat voor jou belangrijk is wordt bedreigd – en je zoekt steun, houvast, geborgenheid. Je behoefte aan zekerheid groeit, maar waar vind je die nog? De werkelijkheid schreeuwt je toe: ’Je bent op jezelf aangewezen!’ Ben je dus alleen? Nee! Want we zijn hier samen. Niemand is alleen. En we hebben elkaar nodig. Meer dan ooit. Deze tijd vraagt om tevoorschijn komen. Laten zien wie je bent. Je niet meer verschuilen maar meedoen. Inbrengen wat jij kunt bijdragen – door te doen waar jíj blij van wordt. En je door niets of niemand meer bang laten maken. Wanneer je de moed kunt opbrengen om voluit te leven – recht uit je hart, en geholpen door je hoofd – ben je minder alleen dan je denkt. Dan kun je steun, houvast en geborgenheid ervaren. Bij jezelf, en bij de ander. En dan heb je ook wat te geven – dan geef je wie jij in wezen bent.

donderdag, januari 02, 2014

Aan het eind van je leven begrijp je de loop van je leven. Dat is vroeg genoeg.


Kun je het verdragen? Dat het leven onbegrijpelijk is? En zich niet laat regelen? Dat het leven je overkomt? Dat er grotere machten in het spel zijn dan je ooit zult kunnen bevatten? En dat je niet veel anders kan doen dan omgaan met wat zich aandient? Aan het eind van je leven kun je er misschien iets van begrijpen. En zien dat het goed is. Of niet eens goed is, maar is. Dat het leven gelopen is zoals het gelopen is. Dat je gedaan hebt wat je gedaan hebt. Op jouw manier. En dat willen sturen en regelen heel menselijk is, maar vaak niet lukt. Omdat het leven zijn eigen loop heeft. Je gaat er niet over. Niet over je eigen leven, en niet over andermans leven. Aan het eind van je leven ontdek je de betrekkelijkheid ervan. Die ervaar je dan aan den lijve. Letterlijk. Ik maakte het mee met mijn zieke vader. ‘Alles is zo betrekkelijk,’ zei hij steeds. Het laatste dat ik van hem verwachtte. ‘Je begint steeds meer op Prediker te lijken pa,’ zei ik. Hij moest lachen. Hij begreep welk bijbelwoord ik bedoelde: ‘Een en al vluchtigheid, zegt Prediker, een en al vluchtigheid, alles is even vluchtig.’* Wat een rust. Wat een overgave. Daar verlang ik ook naar. Of moet je daar eerst voor doodgaan?

*) Voor de liefhebber: Prediker 1, vers 2. 

Twitter Delicious Facebook Digg Stumbleupon Favorites More