De meeste dingen waar we ons druk over maken
hebben weinig om het lijf. We vinden het ontzettend belangrijk als we er midden
in zitten. Maar vaak denk je de volgende dag al: Was dit echt zo belangrijk?
Moest ik me daar zo nou druk over maken? We verdoen er veel tijd aan.
Een
manier om zin en onzin te onderscheiden is je steeds af te vragen: 'Maak ik
me hier ook druk over als ik over een jaar dood zou zijn?' In veel gevallen –
heel veel gevallen! – verdwijnt de drukte dan vanzelf. Het blijkt allemaal veel
betrekkelijker te zijn dan je dacht. Je kunt makkelijker laten gaan. Je gelooft
het wel. Het is de moeite niet waard. Je houdt tijd over voor zaken die er wel
toe doen. Misschien ontdek je zelfs dat je je zo druk maakte om maar bezig te
zijn, dat je niet anders kon.
In de ruimte die zo ontstaat ontdek je ook zaken
die wel de moeite waard zijn. Zaken waar je tot nu toe niet aan toe kwam omdat
je zo in beslag genomen was door drukte om niets. Wezenlijke zaken. Zaken die
ergens over gaan. Over wat jij toe kunt voegen. En om herinnerd kan worden als
je er niet meer bent.