Het boerkaverbod: hoe de politiek van een maatschappelijk verschijnsel een probleem maakt. Want er is helemaal geen probleem.
Het enige dat hoeft te gebeuren is dat iemand met een boerka geweigerd mag worden, net als ieder ander waarvan identiteit niet duidelijk waarneembaar is. Het kan gaan om een boerka, maar even goed om een bivakmuts, integraalhelm of palestijnensjaal.
Iemand die zich zo kleedt moet je kunnen weigeren omdat je niet ziet wie het is. Op school: in de les of voor de klas; in de bus, de tram of in de trein: als reiziger, bestuurder of conducteur; in de supermarkt: als klant of achter de kassa; en vanzelfsprekend als ambtenaar. Maar evengoed op een evenement, behalve als het een gemaskerd bal is.
Weigeren zonder dat hij of zij een beroep kan doen op ‘Discriminatie!’ Toestemming om te weigeren in plaats van een verbod om te dragen. Want je hoeft geen boerka te dragen. Dat is een keuze. En keuzes hebben in ons land, een vrij land, consequenties. Een verbod om iets te mogen dragen roept alleen maar weerstand op, en niet alleen bij moslims.
De vrijheid om mensen te mogen weigeren maakt duidelijk dat je alle recht hebt om iets te dragen maar dat je niet moet zeuren over de gevolgen ervan. Dat is alles. Dan is er ineens ook geen probleem. Dan is er ook geen verbod nodig. Alleen maar toestemming om iemand die niet wil laten zien wie hij of zij is te weigeren, waar dan ook.
‘Sorry, u mag er hier niet in want ik kan niet zien wie u bent.’ Zo simpel? Zo simpel!
(Verschenen als ingezonden brief in NRC Handelsblad op zaterdag 16 februari 2008)
0 reacties:
Een reactie posten