Opvattingen en meningen, onwrikbaar
en vooropgezet, zijn de dood in de pot. Je weet het, maar wat is het lastig om
het te laten. We barsten ervan. En het belemmert onze communicatie, die vaak
niet veel meer is dan een uitwisseling van opvattingen en meningen, en die vaak leiden
tot oeverloze discussies en debatten waarin het uiteindelijk gaat over wie er
gewonnen heeft. Het schiet niet op en je leert er niets van. Het levert geen
ontwikkeling op maar stilstand en achteruitgang. Ontwikkeling gedijt in ruimte
en vrijheid, belangstelling en nieuwsgierigheid – naar de ander. Luisteren in
plaats van praten. ‘Vertel eens.’ Vragen stellen in plaats van meningen ten
beste geven. ‘Hoe kijk jij daar tegenaan?’ Je verplaatsen in de ander. ‘Oh, zie
jij het zo?!’
Maar hoe leer je dat in hemelsnaam? Door eerst zelf stil te worden. Dat is waar ik achter kom.
Stil worden temidden van de drukte – de drukte in mezelf. M’n kop houden
terwijl het in m’n kop stormt. En het helpt als er iets gebeurt waar ik stil
van word. Maar echt stil word ik pas van zaken van leven en dood. Als er een
kind geboren wordt, of een ouder dood gaat. Dan telt niet wat ik allemaal vind.
Dan zie ik ineens hoe toevallig mijn opvattingen en wisselend mijn meningen
zijn. En hoe ik mezelf en anderen daarmee tekort doe. En hoe alles juist kan stromen
als ik open sta voor wat er is en me over geef aan het leven zelf. Wat ook niet
anders kan, in het geval van leven
en dood. En de kunst is natuurlijk om dat gevoel van openheid en kwetsbaarheid
mee te nemen en bij je te houden als het leven eventjes minder spannend is.