‘Gekker moet het niet worden’, hoor je vaak als Geert Wilders wat gezegd heeft. En hup, daar gaat hij er met een volgende uitspraak alweer overheen. Iedereen nog hoger in de gordijnen. Een verbod op de Koran, en de bouw van moskeeën: je moet er maar op komen. Binnenkort een verbod op moslims? ‘Walgelijk’, ‘misselijkmakend’ en ‘abject’ zin inmiddels standaardreacties. En laatst dan ‘Wilders is het kwaad en dat kwaad moet gestopt worden’. Weer is iemand er ingestonken. Wilders moet zich een hoedje lachen, elke keer weer.
Laat Geert Wilders alsjeblieft alles zeggen wat hij wil. En laat hij zich vooral niet inhouden. Dan weten we tenminste wat hij vindt. En niet te vergeten wat zijn kiezers vinden. Toevallig wel honderdduizenden mensen, misschien nog wel veel meer. Allemaal mensen die net als Wilders vinden dat er veel te veel moslims zijn, en veel te veel moskeeën. Mensen die vinden dat het de verkeerde kant op gaat met Nederland en echt denken dat dat door ‘de buitenlanders’ komt. Mensen die boos zijn, bang zijn en anderen de schuld geven.
Wilders is volksvertegenwoordiger en dat neemt hij heel letterlijk: ‘Ik vertolluk, ik vertolluk, de gevoelens van het volluk..!’ Natuurlijk, het is verstandiger om af en toe je mond te houden. En het is wijzer om alleen iets te zeggen als het iets toevoegt. Maar een beroep op wijsheid werkt blijkbaar niet. En ingetogenheid is zo te merken niet aan de orde. Dan kunnen we het ook andersom doen. Over de top. Misschien werkt dat wel.
Ik zou zeggen: ‘Geert, leef je uit! Gooi alles wat je dwars zit eruit. Loop volkomen leeg. Niet steeds een beetje erger. Nee, nu graag, de hele emmer. Houd je niet in, wees alsjeblieft niet fatsoenlijk of parlementair. Neem je ruimte in het parlement, gebruik de vrijheid van meningsuiting. Knal eruit wat je allemaal dwars zit. Over alles en iedereen. Want het kan maar duidelijk zijn.’ Misschien gebeurt er dan iets.
Misschien dat kiezers dan afhaken: te veel, te erg. En misschien denkt hij dan zelf ook een keer: ‘Nou is het wel genoeg geweest’. Tenminste, dat is mijn ervaring. Dat mensen zich van je afwenden. Dat ze je zat zijn en dat je dan ook jezelf zat wordt. Want in je eentje op anderen schelden is niets aan. Dat houdt een keer op. En dan kun je er achter komen dat het niet over anderen gaat... maar over jezelf. Dat je boos bent op jezelf. Boos dat je zo bang bent. Boos over je eigen onmacht. Boos dat je niet in staat bent om je eigen leven te leiden. Boos omdat je niet weet hoe je gelukkig kunt zijn.
Dan kun je er ook achter komen dat je, in al je boosheid op jezelf, anderen bang en boos maakt. En als je begrijpt dat je eigenlijk boos bent op jezelf wil je anderen ook niet meer bang en boos maken. Maar dan moet je eerst wel boos genoeg geweest zijn. Spit it out! Knal het eruit! Het helpt. En voor degenen die dan de volle laag dreigen te krijgen: Bukken! Ga de stront van een ander niet opvangen. Weet dat het niet over jou gaat. Iemand is boos op zichzelf. Net als heel veel anderen. Allemaal onmacht.
Laat Geert Wilders alsjeblieft alles zeggen wat hij wil. En laat hij zich vooral niet inhouden. Dan weten we tenminste wat hij vindt. En niet te vergeten wat zijn kiezers vinden. Toevallig wel honderdduizenden mensen, misschien nog wel veel meer. Allemaal mensen die net als Wilders vinden dat er veel te veel moslims zijn, en veel te veel moskeeën. Mensen die vinden dat het de verkeerde kant op gaat met Nederland en echt denken dat dat door ‘de buitenlanders’ komt. Mensen die boos zijn, bang zijn en anderen de schuld geven.
Wilders is volksvertegenwoordiger en dat neemt hij heel letterlijk: ‘Ik vertolluk, ik vertolluk, de gevoelens van het volluk..!’ Natuurlijk, het is verstandiger om af en toe je mond te houden. En het is wijzer om alleen iets te zeggen als het iets toevoegt. Maar een beroep op wijsheid werkt blijkbaar niet. En ingetogenheid is zo te merken niet aan de orde. Dan kunnen we het ook andersom doen. Over de top. Misschien werkt dat wel.
Ik zou zeggen: ‘Geert, leef je uit! Gooi alles wat je dwars zit eruit. Loop volkomen leeg. Niet steeds een beetje erger. Nee, nu graag, de hele emmer. Houd je niet in, wees alsjeblieft niet fatsoenlijk of parlementair. Neem je ruimte in het parlement, gebruik de vrijheid van meningsuiting. Knal eruit wat je allemaal dwars zit. Over alles en iedereen. Want het kan maar duidelijk zijn.’ Misschien gebeurt er dan iets.
Misschien dat kiezers dan afhaken: te veel, te erg. En misschien denkt hij dan zelf ook een keer: ‘Nou is het wel genoeg geweest’. Tenminste, dat is mijn ervaring. Dat mensen zich van je afwenden. Dat ze je zat zijn en dat je dan ook jezelf zat wordt. Want in je eentje op anderen schelden is niets aan. Dat houdt een keer op. En dan kun je er achter komen dat het niet over anderen gaat... maar over jezelf. Dat je boos bent op jezelf. Boos dat je zo bang bent. Boos over je eigen onmacht. Boos dat je niet in staat bent om je eigen leven te leiden. Boos omdat je niet weet hoe je gelukkig kunt zijn.
Dan kun je er ook achter komen dat je, in al je boosheid op jezelf, anderen bang en boos maakt. En als je begrijpt dat je eigenlijk boos bent op jezelf wil je anderen ook niet meer bang en boos maken. Maar dan moet je eerst wel boos genoeg geweest zijn. Spit it out! Knal het eruit! Het helpt. En voor degenen die dan de volle laag dreigen te krijgen: Bukken! Ga de stront van een ander niet opvangen. Weet dat het niet over jou gaat. Iemand is boos op zichzelf. Net als heel veel anderen. Allemaal onmacht.