(Maandag 19 november 2007 in het Financieele Dagblad)
"Het beeld dat Paul Schnabel onlangs in zijn column 'Hatemail' schetste van boze Nederlandse mannen herken ik. Als directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau in Den Haag schreef hij eind oktober in deze krant ondermeer: 'Nauwelijks hadden we op het journaal verteld dat Nederlanders in het algemeen heel gelukkig zijn in hun persoonlijk leven, of de hatemail stroomde weer binnen'.
Als management trainer kom ik ze tegen. Ik noem ze 'Vervelia's'. Ze stralen onmacht en teleurstelling uit. Ze zijn kampioen zichzelf voor de gek houden. Het ligt allemaal aan een ander.
'Hullie' ligt hen in de mond bestorven. Ze hebben geen idee hoe ze leiding kunnen geven aan hun eigen leven. Ze weten dat ze weinig bijdragen en zijn doodsbang voor verantwoordelijkheid. Oprechte aandacht is meestal het enige dat dan werkt.
Soms ontdekken ze groter te zijn en meer te kunnen dan ze dachten, en hen vroeger verteld is. Dan kunnen ze ophouden met zich groot houden en een grote mond te hebben.
Misschien hebben ze nooit de aandacht en de liefde gekregen die we allemaal nodig hebben. Dat gaat zo van generatie op generatie. In Amsterdam-West, en evengoed in het Gooi. Tot iemand zegt: 'Ik wil het anders'.
Maar nu? Anders opvoeden? Veel te beperkt. Anders grootbrengen! Heel liefdevol. Maar dat kun je niet regelen. Wat dan rest is het onderwijs. Veel aandacht en vooral heel veel liefde. Dan lopen we aan tegen de grenzen van de politiek. Want hoe maak je voor liefde budget vrij."
Tot zover mijn ingezonden stuk in het FD. Omdat ik zelf een ontzettende Vervelia kan zijn durf ik dit te schrijven. Tegelijkertijd met enige schroom. Want echt aandacht geven, oprechte betrokkenheid tonen: ik vind dat ongeveer het moeilijkste wat er is. Dat is voor mij echt hogeschool. Thuis en in m'n werk. Misschien ben ik daarom wel trainer geworden? Omdat ik het wil leren? Omdat ik dan wel moet, tenminste als ik een goeie trainer wil zijn? 'While we teach, we learn', om Seneca aan te halen? Dat hoop je dan! Of is Oscar Wilde meer van toepassing: 'Everybody who is incapable of learning has taken to teaching'. Ik hou het toch maar op Maria Montessori: 'Ons spelen is ons leren'. Dingen durven zeggen, misschien wel domme dingen. Om van te leren. En: nooit te oud om te leren. Is dat nou 'leven lang leren'?
En dan de liefde - als doorgang, als oplossing, misschien zelfs als verlossing. De liefde is niet te vangen, en zeker niet in geboden en verboden. Liefde doe je: 'Houden van is een werkwoord'. We weten allemaal het verschil tussen liefdevol en liefdeloos. En wat we het liefste zouden willen. Maar als ik op de dag terugkijk en mezelf de vraag stel: 'Wat was nou echt liefdevol van wat ik vandaag gedaan heb?', dan kom ik meestal niet zo ver. Ach, het was zeker niet allemaal liefdeloos, maar echt liefdevol? Dat is toch een andere categorie. Eredivisie. Zo kan ik ook kijken naar het stukje hierboven in het FD. Is dat nou liefdevol? Of gewoon mijn frustratie over mensen die ik niet kan bereiken? Wie het weet mag het zeggen!
Ik heb het geluk gehad mensen tegen te komen die het geduld hadden om zo'n eigenwijs stuk vreten als ik te begeleiden en iets te leren. Natuurlijk, ik wilde ook leren. Maar dat kwam pas met de jaren. Toen tot mij doordrong dat het zo niet langer ging. En ik gelukkig nog net genoeg krediet had. Niet meer bij de bank, wel bij sommige mensen. Zulke mensen zou ik iedereen toewensen. En over de bank gesproken: instituties kunnen daarbij niet helpen, hoogstens voorwaarden scheppen. Soms door pijnlijke dingen te doen. De bank kan je krediet stopzetten, de overheid je uitkering. Dat kan helpen, het onomkoombare wordt pijnlijk duidelijk: het enige wat er op zit is veranderen. Dan heb je mensen nodig die belangenloos, zonder agenda iets voor je doen. Mensen met een groot hart.
"Het beeld dat Paul Schnabel onlangs in zijn column 'Hatemail' schetste van boze Nederlandse mannen herken ik. Als directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau in Den Haag schreef hij eind oktober in deze krant ondermeer: 'Nauwelijks hadden we op het journaal verteld dat Nederlanders in het algemeen heel gelukkig zijn in hun persoonlijk leven, of de hatemail stroomde weer binnen'.
Als management trainer kom ik ze tegen. Ik noem ze 'Vervelia's'. Ze stralen onmacht en teleurstelling uit. Ze zijn kampioen zichzelf voor de gek houden. Het ligt allemaal aan een ander.
'Hullie' ligt hen in de mond bestorven. Ze hebben geen idee hoe ze leiding kunnen geven aan hun eigen leven. Ze weten dat ze weinig bijdragen en zijn doodsbang voor verantwoordelijkheid. Oprechte aandacht is meestal het enige dat dan werkt.
Soms ontdekken ze groter te zijn en meer te kunnen dan ze dachten, en hen vroeger verteld is. Dan kunnen ze ophouden met zich groot houden en een grote mond te hebben.
Misschien hebben ze nooit de aandacht en de liefde gekregen die we allemaal nodig hebben. Dat gaat zo van generatie op generatie. In Amsterdam-West, en evengoed in het Gooi. Tot iemand zegt: 'Ik wil het anders'.
Maar nu? Anders opvoeden? Veel te beperkt. Anders grootbrengen! Heel liefdevol. Maar dat kun je niet regelen. Wat dan rest is het onderwijs. Veel aandacht en vooral heel veel liefde. Dan lopen we aan tegen de grenzen van de politiek. Want hoe maak je voor liefde budget vrij."
Tot zover mijn ingezonden stuk in het FD. Omdat ik zelf een ontzettende Vervelia kan zijn durf ik dit te schrijven. Tegelijkertijd met enige schroom. Want echt aandacht geven, oprechte betrokkenheid tonen: ik vind dat ongeveer het moeilijkste wat er is. Dat is voor mij echt hogeschool. Thuis en in m'n werk. Misschien ben ik daarom wel trainer geworden? Omdat ik het wil leren? Omdat ik dan wel moet, tenminste als ik een goeie trainer wil zijn? 'While we teach, we learn', om Seneca aan te halen? Dat hoop je dan! Of is Oscar Wilde meer van toepassing: 'Everybody who is incapable of learning has taken to teaching'. Ik hou het toch maar op Maria Montessori: 'Ons spelen is ons leren'. Dingen durven zeggen, misschien wel domme dingen. Om van te leren. En: nooit te oud om te leren. Is dat nou 'leven lang leren'?
En dan de liefde - als doorgang, als oplossing, misschien zelfs als verlossing. De liefde is niet te vangen, en zeker niet in geboden en verboden. Liefde doe je: 'Houden van is een werkwoord'. We weten allemaal het verschil tussen liefdevol en liefdeloos. En wat we het liefste zouden willen. Maar als ik op de dag terugkijk en mezelf de vraag stel: 'Wat was nou echt liefdevol van wat ik vandaag gedaan heb?', dan kom ik meestal niet zo ver. Ach, het was zeker niet allemaal liefdeloos, maar echt liefdevol? Dat is toch een andere categorie. Eredivisie. Zo kan ik ook kijken naar het stukje hierboven in het FD. Is dat nou liefdevol? Of gewoon mijn frustratie over mensen die ik niet kan bereiken? Wie het weet mag het zeggen!
Ik heb het geluk gehad mensen tegen te komen die het geduld hadden om zo'n eigenwijs stuk vreten als ik te begeleiden en iets te leren. Natuurlijk, ik wilde ook leren. Maar dat kwam pas met de jaren. Toen tot mij doordrong dat het zo niet langer ging. En ik gelukkig nog net genoeg krediet had. Niet meer bij de bank, wel bij sommige mensen. Zulke mensen zou ik iedereen toewensen. En over de bank gesproken: instituties kunnen daarbij niet helpen, hoogstens voorwaarden scheppen. Soms door pijnlijke dingen te doen. De bank kan je krediet stopzetten, de overheid je uitkering. Dat kan helpen, het onomkoombare wordt pijnlijk duidelijk: het enige wat er op zit is veranderen. Dan heb je mensen nodig die belangenloos, zonder agenda iets voor je doen. Mensen met een groot hart.