Wonderlijke tijden. Verstoring van de bestaande orde. Wat voor jou belangrijk is wordt bedreigd – en je zoekt steun, houvast, geborgenheid. Je behoefte aan zekerheid groeit, maar waar vind je die nog? De werkelijkheid schreeuwt je toe: ’Je bent op jezelf aangewezen!’ Ben je dus alleen? Nee! Want we zijn hier samen. Niemand is alleen. En we hebben elkaar nodig. Meer dan ooit. Deze tijd vraagt om tevoorschijn komen. Laten zien wie je bent. Je niet meer verschuilen maar meedoen. Inbrengen wat jij kunt bijdragen – door te doen waar jíj blij van wordt. En je door niets of niemand meer bang laten maken. Wanneer je de moed kunt opbrengen om voluit te leven – recht uit je hart, en geholpen door je hoofd – ben je minder alleen dan je denkt. Dan kun je steun, houvast en geborgenheid ervaren. Bij jezelf, en bij de ander. En dan heb je ook wat te geven – dan geef je wie jij in wezen bent.

woensdag, november 29, 2006

Nederland wereldkampioen

Op 22 november konden we kiezen uit heel veel conservatieve partijen. Van links naar rechts: conservatief, conservatiever, conservatiefst. Behouden (de achterhaalde verzorgingsstaat) of terugdraaien (de belaagde vrijheid) is de vraag. Belangrijkste verkiezingsthema’s? Hypotheekrenteaftrek en de AOW. Nederland is een behoudend land vol bange, ouwelijke mensen geworden.

We hebben een nieuw doel nodig! Aansprekend en aantrekkelijk. Een doel dat ons weer naar de toekomst laat kijken. Hier is een doel: Nederland Wereldkampioen; in 2020 is Nederland het allerbeste land ter wereld. Dat betekent het land met de meest gelukkige en de meest welvarende mensen. Wat is er nodig om van Nederland het allerbeste land te maken?

> Het beste onderwijs

In 2020 krijgen onze kinderen het allerbeste onderwijs ter wereld. Uitdagend, inspirerend, verleidelijk. Alle vertrouwen in de kwaliteiten van elk kind. Zodat elk kind zijn uiterste best zal doen om te laten zien wat het kan. Dat vergt heel veel betrokkenheid en creativiteit van leerkrachten. Degenen die het beste in leerlingen naar boven halen worden beloond. Een enorme investering, vooral in de leerkrachten zelf. Er vertrekken mensen uit het onderwijs. En er komen veel bij. Het onderwijs is een bijzonder uitdagende omgeving geworden vol creatieve en ondernemende kinderen.

> De gezondste mensen

In 2020 gaat het in de gezondheidszorg vooral om preventie. Mensen begrijpen dat het in de eerste plaats hun eigen verantwoordelijkheid is om gezond te blijven. De huisarts is een gezondheidscoach (die je ook goed en snel kan helpen als je een klacht hebt). Ziekteverzuim en lange uitval komen veel minder voor want we nemen onszelf in acht. Andersom, we functioneren goed omdat we doen waar ons hart naar uitgaat. Effect: meer produktiviteit en minder (hart)klachten. Gezondheidszorg is een zichtbaar en zelf bepaald onderdeel van ieders persoonlijke uitgaven. Gezondheid is een lucratieve markt. Afwentelen op het collectief is uitzondering geworden.

> Het mooiste wonen

In 2020 is de bouw van tuindorpen en villawijken helemaal op gang gekomen. Op plekken die nu geen landschappelijke of cultuurhistorische waarde hebben (maar wel krijgen!). In Flevoland (wat een ruimte!), in het Westland (kassen naar de Noordoostpolder) en in de Peel (mensen in plaats van varkens) ontstaan parkachtige omgevingen. Slimme verbindingen zorgen ervoor dat je snel op je werk of leerplek bent. Je betaalt zelf voor het groen en de ruimte (een gezamenlijke garantie van gemeente en projectontwikkelaar). Alle marktverstorende subsidies en aftrekposten (hypotheekrenteaftrek, overdrachtsbelasting, huursubsidie) zijn afgeschaft. Iedereen weet en betaalt wat wonen kost. Een huis kopen is de standaard. De meeste mensen bouwen zo zelf een vermogen op en hoeven op niemand te leunen. De oude wijken zijn nog steeds broeinesten, maar nu van kleinschalige creatieve bedrijvigheid.

> De hoogste mobiliteit

In 2020 is de infrastructuur berekend op de vraag. Publiek-private ondernemingen investeren grootschalig in snelle en comfortabele vervoerssystemen. Die zijn rendabel omdat mobiliteit ook kost wat het echt kost. In de Randstad en de grote steden hoef je nauwelijks te wachten op vervoer. Op grotere afstanden is het tijdverspilling om nog in de auto te gaan zitten. De wegen hebben een lengte, hoogte en breedte die past bij de economische ontwikkeling. Mobiliteit is een van de spannendste technische en commerciële uitdagingen. Nederland is weer begaanbaar geworden, niet meer bezig met tijdverspilling.

> De meeste innovatie

In 2020 denkt een nieuwe generatie niet meer in beperkingen maar vanuit mogelijkheden. Ze zien overal onbenutte kansen. Ze komen doorlopend met oplossingen omdat ze niet problematiserend denken. Dit geeft een enorme boost aan de economie. Nederland wordt weer een waterland (een nieuwe rivier in de Betuwe, de terpen komen terug, drijvende dorpen). Met nanotechnologie maken we in de hele wereld vies water schoon en zout water zoet. We ontwikkelen schone energietechnologie en ijzersterke, superlichte materialen. Geen belasting van het milieu, geen uitputting van de aarde: duurzaamheid is uitgangspunt. Natuur wordt actief aangelegd op onrendabele landbouwgrond, het groene hart is een toegankelijk agripark, inclusief koeien in de wei. Art, design en entertainment integreren tot nieuwe vormen van relativerende ontspanning en inspirerende reflectie. Levenskunst onder de zeespiegel.

Wereldkampioen!

In 2020 is Nederland een alom bewonderd land. De steeds beter opgeleide immigranten integreren door steeds meer gemengde huwelijken. Ze zijn succesvol, vooral in de alsmaar groeiende dienstensector. Ze trekken massaal de stad uit. Senioren hebben elkaar ontdekt. Onderlinge dienstverlening is de nieuwe ruilhandel. Ze redden zichzelf door elkaar te helpen. Ze gebruiken de overwaarde van hun huis om goed verzorgde laatste jaren te hebben. Nederland is wereldwijd het toonbeeld van vindingrijkheid en creativiteit geworden. Door niet meer bang te zijn.

Dinsdag 28 november 2006 verscheen dit artikel (in iets gewijzigde vorm) in het Financieele Dagblad: Maak Nederland wereldkampioen. Het is een samenballing van de vervolgserie die in de zes weken voorafgaand aan de verkiezingen verscheen op www.debaak.nl.

dinsdag, november 14, 2006

Zin! ligt in de winkel!

Kijk voor alles over Zin! Leidinggeven aan jezelf en anderen (gratis download, bestellen, boekpresentatie, reacties en nog veel meer) op www.zinboek.nl

vrijdag, november 03, 2006

We hebben Zin! De toespraak die ik niet gehouden heb


Op Koninginnedag was het vijf graden. Toen had ik nog geen idee dat ik een half jaar later met een boek in handen zou staan. Zin! Leidinggeven aan jezelf en anderen. Mijn eigen boek. Dat idee moest toen nog geboren worden. Sinds 30 oktober hebben we
Zin! Een heel persoonlijk boek dat juist daardoor mensen raakt. Tenminste, dat is wat ik nu al terughoor. En dat is precies de bedoeling van dit boek: mensen raken, op het andere been zetten, in beweging krijgen. Zoals dat met mij ook gebeurd is. Dankzij alle mensen die mij redelijker, verstandiger, wijzer gemaakt hebben. Mensen die mij geïnspireerd hebben.

Zin! is in vijf maanden geschreven, vormgegeven en gedrukt. En ook nog op het internet gezet: www.zinboek.nl
. 'Je lijkt wel zwanger' zei mijn vrouw Léonne. Dat was ook zo. Ik was er vol van. In oktober voelde ik me letterlijk en figuurlijk een stuk lichter: bevallen van een boek en ook nog tien kilo kwijt.

Zin! is misschien wel een mooi voorbeeld van synchroniciteit. Bijna zeven jaar geleden vroeg ik Harry Starren, directeur van de Baak, of hij een aanbeveling wilde schrijven voor de Nederlandse vertaling van 'Synchronicity' van Joe Jaworski. Zo kwam ik in contact met de Baak en begon voor mij een nieuw leven als trainer. Nu staat er een aanbeveling van diezelfde Harry achterop Zin! 'Synchroniciteit' is inmiddels toe aan zijn zesde druk...

Ik voel me geholpen. Dit boek kon ontstaan dankzij alle mensen die spontaan hun hulp aanboden, erin durfden te investeren en wilden helpen het te lanceren. Mensen die hielpen andere mensen te vinden. Op dag twee kocht een goede fee de eerste exemplaren. Terwijl ik de eerste letter nog op papier moest zetten. Op dag tien zei uitgever Paul Quist 'Ja!'. Terwijl hij me nog nooit had ontmoet. Toen ik een grote bos bloemen kreeg met het kaartje 'Gefeliciteerd met de geboorte van je boek' kreeg ik tranen in mijn ogen. Misschien drong toen tot me door hoezeer ik geholpen en gesteund werd. Hoezeer mensen geloofden in wat ik aan het doen was. In de zomer stapte vormgever jacky-o vol vertrouwen in een project dat ze niet kon overzien. En de internetsite kreeg ik cadeau. Zoals iedereen die het wil Zin! nu ook cadeau krijgt: Je kunt het gratis downloaden op www.zinboek.nl

Ik hoop van harte dat de tijd rijp is voor Zin! Dat dit het moment is. Een boek als dit bestond nog niet. Het is een managementboek. En nog veel meer. Een plaatjesboek, een kijkboek, een leesboek. Iemand zei tegen de vormgever: 'Het Managers Vakantieboek!' Met Zin! krijg je jezelf een beetje beter door, je kunt meer om jezelf - en dus ook anderen ! - lachen. Je hoeft minder van een ander en bepaalt je meer tot jezelf. Zo kwam mijn vrouw op een leuke: 'Doe jezelf een plezier: Geef je man Zin!'

Ik hoop dat Zin! een kadoboek wordt. Dat je aan je relaties geeft, aan je medewerkers. Een boek waar je op verjaardagen mee aan kunt komen. Een boek waar je niet af kunt blijven. Een boek waarin je blijft bladeren, kijken en lezen. Een boek dat blijft en beklijft.

maandag, september 11, 2006

Zin! Leidinggeven aan jezelf en anderen

De afgelopen zomer heb ik een boek geschreven: Zin! Het gaat over leidinggeven aan jezelf en aan anderen. Over weten wat je wilt, en doen wat je kunt. Over zin krijgen, zin hebben en zin geven. In Zin! komt zeven jaar trainen en schrijven bij elkaar.

Zin! is een managementboek zonder moeilijke woorden. Je vind er geen ingewikkelde theorieën of complexe systemen in. Het is toegankelijk, begrijpelijk en herkenbaar.

Zin! is een kaleidoscoop van verhalen, belevenissen, observaties en beschouwingen. Het is ook een werkboek met vijfentwintig praktische opdrachten en oefeningen. En het is een full color kijkboek: het bestaat voor de helft uit illustraties en afbeeldingen. Zin! is een managementboek voor de beeldcultuur.

In Zin! vind je de meest uiteenlopende zaken bij elkaar gebracht: popmuziek, kwantum fysica, voetbal, het koninklijk huis, auto's, ambtenaren, grootmoeders en topondernemers. En even goed Adolf Hitler, Rembrandt, de rookcabine, Alice in Wonderland, Irak, Dutch Design en hondendrollen. Ook Prins Claus, Moeder Theresa, Osama bin Laden, Hermann Hesse, Albert Einstein en Jan Peter Balkenende passeren de revue. Steve Jobs, Marco van Basten, Nescio, Goethe, Johan Cruijff, Eminem, John Lennon en Van Kooten & de Bie: ze komen er allemaal in voor.

Zin! heeft niet alleen de flow en sfeer van een workshop, Het is een workshop in een boek. Je gaat er mee op reis en je kunt in- en uitstappen waar je wilt. Zin! is een belevenis die je naar eigen behoefte kunt vormgeven.

Zin! is vormgegeven door Jacky van Heist en verschijnt 30 oktober.

Klik hier voor meer info en om te bestellen bij uitgeverij Quist.



dinsdag, augustus 22, 2006

Naïef. Super. is Helemaal. Goed.

Af en toe gebeurt het me. Dat ik een boek in een ruk uitlees. En iedereen er over wil vertellen.

Naïef. Super. Van Erlend Loe. Zo'n titel verzin je niet. En hoe je die achternaam uitspreekt weet ik ook niet. Het is namelijk Noors. Het boek ligt niet in de winkel. Tenminste niet bij Verwijs, het boekenpaleis in Den Haag. Je moet het bestellen. Misschien omdat je van de cover (een speelgoedvliegtuigje dat in een natte loods is neergestort?) niet vrolijk wordt. Ik niet in ieder geval. Misschien had de vormgever net een documentaire over 11 september gezien. Of het boek halverwege in een hoek gegooid. Maar ik vind het toevallig wel het vrolijkst stemmende boek sinds jaren. Naiëf. Super. Daar word ik nou blij van. Het is een leuk boek. Een wijs boek. Het is ontroerend. Het raakt je. Dit boekje van nog geen tweehonderd bladzijden lees je op een zondag. Liefst als het regent dat het giet. Als het dak van de serre begint te lekken. Het maakt je niet uit. Tenminste, zo verging het mij.

Het bestaan van Naiëf. Super. (let op de punten!) ontdekte ik dankzij Margot Dijkgraaf van de NRC. Die krant had nooit een recensie geplaatst maar maakte dat weer goed door een grote reportage te plaatsen over de Prix Européen des jeunes lecteurs. Zeg maar Europese VWO'ers kiezen hun mooiste boek. Naiëf. Super. won, met afstand. "Het is een modern boek, echt een boek van onze generatie" zegt een scholier." En: "Naiëf. Super. gaat over onze generatie, onze tijd, over de consumptiemaatschappij, over individualisme. Hij geeft ons levenslessen, waar we van kunnen leren. Bovendien is het nog knap moeilijk om zo eenvoudig te schrijven over een ingewikkeld onderwerp." Waar gaat het dan over? Naiëf. Super. gaat over het leven. Niets minder dan dat. En de auteur Erlend Loe is veertig, twee keer zo oud als zijn lezers.

Dit zegt de uitgever de website (www.degeus.nl) : "De hoofdpersoon in Naïef. Super. verliest op zijn vijfentwintigste verjaardag niet alleen een partijtje croquet van zijn oudere broer, hij verliest ook de zin in het leven. Alle overbodige kennis die hij in de loop van zijn bestaan heeft vergaard, zit hem plotseling danig in de weg. Het liefst wil hij 's ochtends weer wakker kunnen worden met maar één gedachte in zijn hoofd. Dus bedenkt hij een therapie. Terug naar het nulpunt. Met een rode plastic bal, een speelgoedtimmerset en het aanleggen van lijstjes als hulpmiddelen probeert hij weer grip op zijn bestaan te krijgen."

En dit citaat geeft een aardige indruk van de toon en stijl van Naiëf. Super.:
"Ze hebben er een overweldigend assortiment ballen. Mooie en dure ballen. Van leer en andere degelijke materialen. Ik voel eraan, maar vind ze te veeleisend. Ik zal faalangst krijgen als ik zo’n bal koop. De tijd is nog niet rijp voor een kwaliteitsbal. Op dit moment moet het wedstrijdelement geheel uit mijn leven gebannen worden. Recreatie is het devies.
Ik heb een heel simpele bal nodig. Voor mijn part van plastic."

Goed. Nieuws. Er is nu een pocketuitgave voor € 5,99! Met een nieuwe omslag! Met een jongen! Met een rode bal! Komt het toch nog goed... Naïef? Super!



reageer

maandag, juli 10, 2006

De puzzel compleet...


All Missing Pieces














Hier zie je onze drie kinderen Camiel, Wrister en Quinten. Zo scherp als op deze foto zag ik het niet bij hun eerste optreden. Op het straatfeest. Teveel tranen in m’n ogen. Zo trots op die jongens. Ze hebben met elkaar een band gevormd, All Missing Pieces. Ze spelen zoals ze zelf zeggen ‘optimistische punkpoprock’. Ze schrijven alle nummers zelf. Ze zitten zelf achter optredens aan. Ze sparen en werken om hun instrumenten en installaties te kunnen kopen. Het speelplezier spat er vanaf, ze hebben een aanstekelijk enthousiasme. Ze staan er voor, ze gaan er voor. Ze doen het op hun manier, in hun tempo, op hun voorwaarden. En ze worden van de weeromstuit van alle kanten geholpen door een groeiende kring van mensen die in hen gelooft - omdat ze for real zijn. Zoals een buurtgenoot - iemand die het weten kan, zelf popmuzikant en producer - bij hun eerste optreden zei: ‘Het ziet er niet alleen leuk uit... ze zijn Ècht goed!’. Get up! heet hun eerste demo-CD.

Meer weten, horen en zien van All Missing Pieces?

Ga dan naar
  • de website van All Missing Pieces


  • reageer

    woensdag, juni 21, 2006

    Het gezin, een bron van inspiratie voor de overheidsorganisatie


    Rupsjenooitgenoeg
    Vergelijk de samenleving eens met een gezin. Met de overheid als ouder, en de burgers als kinderen. Wanneer je als ouder de hele dag voor je kinderen loopt te zorgen heb je het heel erg druk. Bovendien, je kinderen leren niet veel. Het effect is dat jij loopt te sloven, dat je elke dag bekaf bent, maar toch geen waardering krijgt. Erger nog, het is nooit goed en (Rupsje) nooit genoeg. Het eind van het liedje is dat je je als ouder gefrustreerd en niet gewaardeerd voelt en dat je verwende kinderen hebt met een grote mond en weinig incasseringsvermogen. Leg dat plaatje eens op Nederland: politici en ambtenaren in het verdomhoekje en burgers met een kort lontje. Overheid, houd op de hele dag voor alles te zorgen. Dan gaan al die verwende burgers misschien weer zien hoe goed we het hier hebben... dankzij die overheid.

    Shit Happens!
    Kinderen leren met vallen en opstaan. Letterlijk. En dat is wel eens huilen. Als je kind zich bijvoorbeeld aan de tafelrand stoot. Dat is meestal ook snel weer over. Toch is het vaak moeilijk om dat als ouder aan te zien. Je vindt het al snel zielig. Je wilt je kind voor pijn te behoeden. En toch, je kunt niet de hele dag achter je kind aan lopen. Wat je wel kunt doen is die leuke koffietafel met die scherpe hoeken uit de huiskamer weghalen tot je kinderen groter zijn. Zodat je echt gevaar voorkomt, dat is je verantwoordelijkheid als ouder. Maar verder? Kinderen stoten zich nu eenmaal. En daar leren ze van. Bijvoorbeeld om tegen een stootje te kunnen. Worden het geen watjes. Dat zou je de Nederlandse burger ook gunnen. Niet zo snel huilen en zichzelf (of een ander) zielig vinden. Weer incasseringsvermogen ontwikkelen, niet zo verontwaardigd als het even tegen zit. Overheid, leg de burger uit: Shit Happens! De overheid kan niet alles voorkomen. De overheid biedt geen geluksgarantie.

    Helemaal niet zielig
    In een gezin wil het nogal eens gebeuren dat er onevenredig veel aandacht gaat naar ÈÈn van de kinderen. Bijvoorbeeld een kind dat niet lekker in z’n vel zit of vaak ziek is. Onbedoeld kan zo’n kind de stemming in een gezin nogal bepalen. De andere kinderen kunnen zich tekort gedaan voelen of zelfs gaan denken dat je pas aandacht krijgt als het niet goed met je gaat. Het effect is soms dat kinderen waar het goed mee gaat, net gaan doen of het niet goed met ze gaat. Want dan krijg je wat je nodig hebt: aandacht. Voor ouders is het een kunst om de kinderen waar het goed mee gaat, ook voldoende aandacht te geven. En aandacht ligt ten grondslag aan het belangrijkste dat je je kind kunt meegeven: een stevige basis, fysiek, mentaal en moreel. En dan is het aan het kind wat het met die basis doet. Daar ga je niet over als ouder. Zo kan de overheid de burger voorzien van voldoende basis: veiligheid, zorg, onderwijs. En dan is het aan de burger om daarmee te doen wat hem goeddunkt, al naar gelang van wat hij kan en wil. Overheid, moedig eigen initiatief en ondernemerschap aan, in plaats van zieligheid als uitgangspunt te nemen. Want alle aandacht voor wat niet goed gaat is ontmoedigend voor degenen waar het wel goed mee gaat en die misschien nog wel veel beter kunnen. Waar we allemaal weer plezier (en inkomen) van kunnen hebben.

    Aardig, of respect?
    In een gezin werkt het niet om alle kinderen hetzelfde te geven. Elk kind heeft bijvoorbeeld een eigen vorm van aandacht nodig. Persoonlijke aandacht, afgestemd op de aard van het kind. Want elke ouder weet dat elk kind verschillend is. Ook al hebben ze dezelfde ‘bouwplaat’. Dat maakt het ook zo leuk. Soms is het verstandig om het ene kind iets toe te staan en het andere juist niet. Of te zorgen dat de een iets krijgt wat de ander niet krijgt. Ook al vindt dat kind dat helemaal niet aardig van je, want die vindt het ‘niet eerlijk’. Als ouder moet je helemaal niet aardig gevonden willen worden. Want dan valt er altijd met je te marchanderen. Zo is de overheid is er ook niet om aardig gevonden te worden. Met name politici vinden dat nogal eens lastig. Ze zijn bang dat dat zich vertaalt in slechte peilingen en uitslagen. Maar dat is nog maar de vraag. Want het gaat niet om aardig zijn, het gaat om respect. En respect betaalt zich uit. Kijk wat Gerd Leers in Maastricht bereikt met vriendelijke stevigheid.

    Geef me de ruimte
    Kinderen groeien van volle aandacht en oprechte betrokkenheid. Geloof in hun potentieel (‘Je kunt het!’) maakt dat ze zich groot en stevig voelen. Zo kunnen ze boven zichzelf (en hun ouders) uitstijgen. Hen beperken met nodeloze (vaak uit ‘hoe het hoort’ of uit angst geboren) regeltjes is fnuikend voor hun zelfvertrouwen en initiatief. Geef me de ruimte!, schreef Thea Beckman. Kinderen in hun nek hijgen maakt ze klein en onzeker. Vertrouwen is het sleutelwoord. Spreek met je kinderen een overzichtelijk aantal eenvoudige basisregels af, geef ze binnen dat kader de ruimte en je ziet ze groeien. Geef ze vertrouwen en je ziet ze groeien. Datzelfde geldt voor de burger. Overheid, geef de burger vertrouwen. Dan zullen we nog versteld staan van onszelf en van elkaar. Want de burger kan veel meer dan hij zelf denkt. Als we dat potentieel nou eens aanboren! Dat belooft wat aan innovatie! Dat is nog eens bestuurlijke vernieuwing!

    Dit artikel is geinspireerd door de opvoedkunst en pedagogische inzichten van mijn vrouw Leonne Meiresonne (de link naar haar weblog vind je in de sidebar).

    Dit artikel werd ook gepubliceerd op
    http://www.bestuurskunde.nl/publicaties/virtueel/archief/nieuw/juni2006.htm

    reageer

    maandag, mei 29, 2006

    Zeven persoonlijke vragen aan iedereen die leiding geeft

    .......................................................................

    ‘Niet weer een artikel over management en leiderschap. .!’ Er wordt wat over afgeschreven. Managementtheorieen te over: we proberen de werkelijkheid te vatten in systemen en modellen. Dingen kun je regelen, een project kun je managen, maar mensen? Mensen kun je leiding geven. Maar willen ze jouw leiding ook ontvangen?

    1. Wat wil je eigenlijk, en wat doe je eraan?

    Weet ik wat ik wil en ben ik daar duidelijk over?
    Wanneer je niet uitermate duidelijk bent over wat je wilt leidt dat al gauw tot verwarring bij alle betrokkenen. 'Dat heb ik toch gezegd?', 'Dat weet je toch?'. Niet dus. We noemen dat miscommunicatie, maar gebrek aan moed om duidelijk te zijn komt meer in de richting. Als je niet weet wat je wilt kun je ook niet duidelijk zijn. En andersom, je bent duidelijk als je helder voor ogen hebt wat je wilt.

    Handel ik er ook naar, geef ik zelf het goede voorbeeld?
    Niets is fnuikender dan een leidinggevende die niet de daad bij het woord voegt en zelf het goede voorbeeld geeft. Als de aanvoerder te laat komt, mag iedereen te laat komen, en als de baas fraudeert is dat een vrijbrief voor alle medewerkers. Als ik thuis tegen mijn kinderen roep: 'Jongens aan tafel!', gebeurt er niets als ik ondertussen nog even naar het toilet loop. Doe zelf wat je van anderen verlangt, wees het wandelende voorbeeld.

    Voor integriteit is bewustzijn nodig. Zo vertelde een getuige in de bouwfraude-enquete dat hij tijdens een cursus op De Baak erachter was gekomen dat het gebruikelijke sjoemelen in de bouw eigenlijk een vorm van fraude was. De reactie van Paul Fentener van Vlissingen op het gedrag van Cor Boonstra en Cees Van der Hoeven was: ‘Dat doe je gewoon niet..!’. Maar ja, dan moet je het je wel bewust zijn.

    2. Wat heb je te geven?

    Geef ik richting?
    Wijs je je mensen de weg en loop je zelf voorop? Markeer je steeds weer een volgend doel, schep je een aansprekend perspectief? Geef je een doel om naar te streven: begrijpelijk, haalbaar, binnen bereik voor alle betrokkenen?

    Geef ik ruimte?
    Schep je een duidelijk kader waarbinnen je mensen de ruimte hebben om zichzelf te zijn en het beste te geven? Elke ruimte, zelfs het heelal, houdt ergens op: geef je duidelijk aan waar de grens ligt in termen van tijd, geld en middelen?

    Geef ik rust?
    Laat je je mensen met rust, zodat ze hun werk kunnen doen? Val je hen niet lastig, laat je hen? Mensen weten vaak meer dan ze denken... en misschien ook wel meer dan jij denkt. Geef je mensen de kans dat te ontdekken? Geniet van hun vindingrijkheid!

    Durf ik vrijheid te geven?
    Kun je het aan om je mensen los te laten en het bereiken van resultaten aan hen over te laten? De meeste zijn per slot professionals, ze worden geacht te weten waar ze mee bezig zijn. En... als je echt denkt dat je het zelf beter kunt dan ga je het toch lekker zelf doen?!

    Durf ik verantwoordelijkheid te geven?
    Kun je niet alleen taken, maar ook de bijbehorende verantwoordelijkheden overdragen? We hebben het over volwassen mensen, goed opgeleid en toegerust voor hun werk. Ze zijn er toch voor aangenomen?

    Durf ik vertrouwen te geven?
    Kun je leven met de gedachte dat het misschien niet helemaal goed gaat, of in ieder geval anders dan je het zelf zou doen? Misschien gaat het wel beter dan je je voor kunt stellen. Laat je eens verrassen!

    Het management van Jenny Thunnissen, directeur van de Belastingdienst en overheidsmanager van het jaar, is van een briljante eenvoud: Wees duidelijk over het Wat (het resultaat dat je van je mensen verlangt), laat je mensen zelf het Hoe bepalen (de manier waarop ze dat resultaat bereiken) en spreek ze dan weer aan op het bereiken van het Wat.

    3. Wat durf je te vragen?

    ‘Dit kun je van mij verwachten’
    Het is natuurlijk eng om afspraken te maken over wat een ander van jou aan resultaten kan verwachten. Zeker als je in het behalen daarvan weer afhankelijk bent van anderen, bijvoorbeeld van je medewerkers. Want als het goed is word je er op aangesproken.

    ‘En wat kan ik van jou verwachten?’
    Misschien is het nog veel enger om met een ander af te spreken wat je van hem of haar kunt verwachten. Want je zult die ander daar weer op moeten aanspreken. Als je dat niet doet worden het lege, loze woorden en gaat die ander uiteindelijk met je aan de haal. Je weet het, en toch is het lastig.

    Als je met iemand een afspraak maakt dan mag je hem of haar daar toch op aanspreken? Daar stoot je iemand toch niet mee voor het hoofd? Je kunt iemand toch niet kwetsen door te rekenen op wat is toegezegd? En je mag toch teleurgesteld zijn als het niet gebeurd is? Je mag er zelfs boos over zijn! Want jij kunt op jouw beurt niet leveren wat jij hebt toegezegd omdat de afspraak met jou niet is nagekomen. Door een ander serieus te nemen, neem je jezelf serieus. En andersom, de ander zal jou serieus nemen. Eigenlijk hebben we het hier over volwassen met elkaar omgaan.

    ‘Dit heb ik nodig om mijn werk goed te kunnen doen’
    Om optimaal te kunnen presteren heb je resources nodig. En het is lastig om daar expliciet om te vragen. Het ‘Kinderen die vragen...’ zit diep. Vaak zijn we zo blij dat we iets mogen doen dat we vergeten om te vertellen wat we daarvoor nodig hebben: tijd, ruimte, mensen, middelen.

    ‘En wat heb jij nodig om je werk goed te kunnen doen?'
    Geconfronteerd met deze directe vraag komt bijna elke medewerker met suggesties voor kwaliteitsverbetering. De meesten weten heel goed wat ze nodig hebben om beter te presteren. Je hoeft als manager heus niet alles zelf te bedenken: vraag het je mensen en ze zullen je het vertellen.

    4. Kun je nog spelen?

    Kan ik plezier maken?
    Misschien is het hebben van plezier in je werk, en dat uitstralen!, wel het belangrijkste wat je als leidinggevende kunt bijdragen. En als je dat plezier in jezelf niet voelt, is het misschien de hoogste tijd om jezelf eens achter de oren te krabben. Een ander kan jou niet blij maken, dat kun je alleen zelf. Het helpt niet om te wachten op een nieuwe directeur, nieuw beleid of de volgende reorganisatie. ‘I can’t make you feel happy if you don’t feel happy already..!’, riep Donna Summer tijdens haar optredens.

    Ben ik echt zo belangrijk?
    Misschien is het niet nodig om de hele dag met zo’n uitgestreken gezicht rond te lopen. Natuurlijk, je hebt grote verantwoordelijkheden en je wilt serieus genomen worden... maar doe je thuis ook zo? Probeer jezelf eens voor te stellen, op weg naar de volgende bespreking - hoe zie je eruit? Als iemand die plezier heeft in zijn werk, die lekker bezig is? Of als iemand die het heel druk heeft, heel belangrijk is en zich veel zorgen maakt?

    Ben ik wel open en eerlijk?
    Durf je te zeggen wat je voelt? Over wat je voelt zul je nooit aanvaringen krijgen. Kun je terugkomen op uitspraken waarvan je spijt hebt? Een voorbeeld uit huiselijke kring. We zitten aan het avondeten. Ik voel me gespannen en val uit tegen de middelste van onze drie kinderen. Er valt een pijnlijke stilte. Ik begin me te schamen, maar kan geen sorry zeggen. Dan zegt de oudste: ‘Pap, jij bent toch trainer/coach..?’. Zo, die zit. Ik kan m’n excuses maken, opgeruimd.

    5. Ken je jezelf?

    Wie ben ik?
    De meest brandende vraag, die niemand voor je kan beantwoorden. Dat kun je alleen zelf en het is een hele zoektocht. Een ding is zeker, in een managementboek zul je het antwoord niet vinden. Een goeie film, een mooie roman, de stilte van muziek, een lange wandeling, een retraite, een fikse burn out - het kan allemaal helpen om (een stukje van) het antwoord te vinden. Maar recepten zijn er niet.

    Wat wil ik?
    Sjacherijn en depressie kunnen signalen zijn dat je niet bezig bent met wat je echt wilt. Maar misschien ben je gewoon nog niet zover dat je daar achter bent of al bij kunt. Hopeloze vragen als: ‘Waar ben ik in hemelsnaam mee bezig?’ helpen je bewust te worden van je ongemak en ongeluk. Zin en zingeving komen hier om de hoek kijken, net als bij de volgende vraag.

    Wat draag ik bij?
    Bij deze vraag komt de ander in beeld. Je omgeving beoordeelt jouw bijdrage op de relevantie voor het geheel - als gebruiker, klant, medewerker, leidinggevende, partner. Vraag het eens om je heen, aan de mensen in je omgeving: ‘Wat vind jij dat mijn belangrijkste bijdrage is?’. De antwoorden kunnen je nog verrassen. En meestal zijn het andere dingen dan je tot nu toe in je CV hebt gezet.

    Hoe verpest ik het?
    Een andere, verrassender vraag is: ‘Zeg nou eens eerlijk, waar kan ik wat jou betreft nou beter mee ophouden?’. Die antwoorden ken je soms wel, maar ja, je doet het nog steeds. Steeds diezelfde dingen waarmee je het jezelf moeilijk maakt. Maar zolang de mensen om je heen het je nog willen vertellen heb je nog krediet. En alleen al het durven stellen van de vraag levert je weer krediet op.

    6. Waar maak je je druk over?

    Ligt dit binnen mijn macht?
    Veel dingen die je op televisie ziet of waarover je in de krant leest kunnen je raken. Je voelt je bij een onderwerp betrokken (honger in de wereld, geweld op straat) maar heb je er ook echt invloed op? Hetzelfde geldt voor de koers van de organisatie waarvoor je werkt of wat de collega’s om je heen elkaar op een dag allemaal aandoen. Het raakt je, maar je kunt er minder aan doen dan je misschien zou willen. Om frustratie te voorkomen kun je jezelf de volgende vraag stellen.

    Wat kan ik er zelf aan doen?
    Bouw ik de frustratie al in door me te bemoeien met iets waar ik niet over ga, of misschien zelfs niets mee te maken heb? Deze nuchterheid hoeft er niet toe te leiden dat je het erbij laat zitten. Toen de oorlog tegen Irak begon waren mijn vrouw en ik er ons van bewust dat we er niets tegen konden doen: het lag buiten onze macht. Toen hebben tegen elkaar gezegd: 'Laten we hier thuis minder oorlog te maken’. Dat lukte, minder ruzie lag binnen ons bereik.

    7. Ben je echt?

    Durf ik mezelf te zijn?
    Ga maar na, van wie krijg je zelf liever leiding, van iemand die zichzelf is, of van iemand die doet zoals hij denkt dat hij moet doen: hoogst vermoeiend, eigenlijk een geaccepteerde vorm van elkaar voor de gek houden. Hou op een ander te spelen! Martin Buber vertelt het verhaal van Rabbi Susja, die kort voor zijn dood zegt: ‘In het toekomende Rijk zal mij niet gevraagd worden: ‘Waarom zijt gij Mozes niet geweest?’. Mij zal gevraagd worden: ‘Waarom zijt gij Susja niet geweest?’.

    Authenticiteit is in, je moet ‘echt’ zijn. Maar hoe doe je dat? Soms gebeurt het pas als het niet meer hoeft. Toen beroepspoliticus Ad Melkert zich terugtrok zagen we weer een mens tevoorschijn komen. Zijn afscheidsspeech was indrukwekkend, zijn bevlogenheid en betrokkenheid werd voelbaar. Toen lijsttrekker Thom de Graaf op de avond voor de verkiezingen niets meer te verliezen had liet hij bij Barend en Van Dorp eindelijk meer van zichzelf zien. ‘Als je altijd zo doet wil ik wel op je stemmen hoor!’, was het commentaar in de studio.

    Mogen anderen er ook zijn?
    Kun je bij binnenkomst je ego aan de kapstok hangen? Hoef je niet altijd haantje de voorste te zijn? Als je gewend bent om hard roepen en veel te toeteren is het vaak moeilijk om zelf te luisteren. Misschien ben je bang dat een ander je voor is: het beste-jongetje-van-de-klas syndroom. Geef een ander de ruimte, geef eens voorrang. Geniet van al die verzamelde energie en intelligentie om je heen!

    Weet ik veel?!

    'Ik weet het niet'
    Durf je tegen een medewerker, een leidinggevende of een opdrachtgever te zeggen: 'Ik weet het niet'? Durft een secretaris-generaal tegen zijn minister te zeggen: ‘Het spijt, maar dit kan gewoon niet’? Zegt een minister tegen de Tweede Kamer: ‘Wat jullie van me vragen is te zot voor woorden, ik doe het niet’? Niets is zo vermoeiend als de schijn ophouden, voor jezelf en voor een ander. Ja zeggen, nee doen: ‘Yes Minister’. Maar ‘Nee’ is ook een antwoord. Weinig dingen werken zo bevrijdend als durven zeggen: 'Ik weet het niet' of: 'Ik kan dit niet'.

    Bij zijn afscheid werd Wim Dik gevraagd wat nou het belangrijkste was dat hij geleerd had in zijn jaren als voorzitter van de Raad van Bestuur van KPN. Hij vertelde dat hij er achter was gekomen dat hij een grote organisatie kon aansturen, maar niet het leven van zijn eigen zoon. Je hoeft niet alles te weten, en zeker niet alles te kunnen - het maakt je menselijk.

    'Dit voelt me niet goed’
    Durf je op je gevoel te vertrouwen? In je hoofd is het een kloppend verhaal, je hebt het weer knap bedacht... en toch, het voelt niet goed. Want ergens weet je wel dat er iets niet klopt. Je hoofd argumenteert, maar je hart zegt anders. Kun je dat toelaten, of misschien nog beter: toegeven. Je weet meer dan je denkt... als je je hoofd af en toe uit kunt zetten.

    De internationale perschef van een van de grootste Nederlandse concerns leek er tijdens een bijeenkomst met communicatiecollega’s werkelijk van overtuigd dat het hem niets kon schelen dat de naam van zijn bedrijf in Nederland minder goed was dan in veel andere landen. ‘Helemaal niet erg, want...’ en dan volgde een sluitende redenering. Vanuit de steeds onrustiger zaal werd hem de ‘Jan Mulder-vraag’ gesteld: ‘Maar hoe voel je je nou..?’. De perschef ging er tot twee maal toe niet op in. Tot iemand het antwoord door de zaal schalde: ‘Je voelt je klote..!’. Toen viel hij eindelijk stil.

    'Wie het weet, mag het zeggen’
    Er wel eens aan gedacht om het je kinderen te vragen als je het niet meer weet? Die kunnen nog heel oorspronkelijk denken. Wij volgen creativiteitsworkshops om het weer te veroveren. Of een eind gaan wandelen: de cadans van stevig doorstappen brengt binnen de kortste keren een gedachtenstroom op gang. Ingevingen krijg je pas als je even niets meer aan je hoofd hebt: Archimedes riep ‘Eureka’ terwijl hij in bad lag, Newton zat te mijmeren onder een appelboom. Direct toegegeven, ogenschijnlijk niets doen is lastig voor ons calvinisten.

    ‘Ama et fac quod vis’ was de leefregel van kerkvader Augustinus. In het engels vertaalt: ‘Love, and do what you will’ - in het Nederlands lastig te vertalen zonder dat de diepte ervan verloren gaat. Mijn praktische vertaling: doe de dingen die je doet liefdevol. Want liefde is misschien het enige wat werkelijk telt. Op 11 september konden sommige mensen nog met hun geliefden bellen voor ze te pletter werden gevlogen. ‘I love you’ waren hun laatste woorden.


    (Dit artikel verscheen eerder in: Baak! 02 jaargang 05, april/mei 2004)

    reageer

    vrijdag, mei 19, 2006

    Uitzicht op andere politiek, voor mensen die niet bang zijn

    ............................................................................................


    A. HET BESTE ONDERWIJS TER WERELD

    1. Iedereen leert lezen en schrijven

    Taal is de belangrijkste, meest bepalende voorwaarde om maatschappelijk te kunnen functioneren.

    Daarom geen kind van de basisschool dat niet kan lezen en schrijven:
    > extra aandacht en extra taallessen voor kinderen met taalachterstand;
    > alle kinderen kunnen goed lezen en schrijven aan het eind van de basisschool;
    > alle analfabeten (ca 1 mln mensen!) krijgen taalles aangeboden, al of niet via werkgever.

    2. Leren op jouw manier

    Steeds meer kinderen vragen om een op hun eigen, persoonlijke manier van leren afgestemde onderwijsaanpak (dyslectisch, hoogbegaafd, creatief/associatief lerend etc). De gesloten, industriële rangen- en standenmaatschappij verandert in hoog tempo in een open, 'platte' en internationale samenleving. Daarin is creativiteit en ‘out of the box’-denken nodig.

    Daarom volop tijd en aandacht voor het individuele kind en diens talenten:
    > kleinere klassen, meer verschillende leer- en lesvormen;
    > tijdige (h)erkenning van speciale begaafdheden en daarop inspelen;
    > beter en breder opgeleide leerkrachten;
    > alle tijd en ruimte voor docenten om te handelen zoals hen als professional goeddunkt.

    3. Ook leren met je handen

    Teveel middelbare scholieren worden niet genoeg aangesproken op hun kwaliteiten en talenten (hart en handen). De eenzijdige nadruk op cognitief leren (hoofd) doet hen afhaken, terwijl er onophoudelijk vraag is naar mensen voor de zorg en mensen die een ambacht beheersen.

    Daarom het VMBO in het teken stellen van werken en werkplezier (niet ontmoedigen maar bevestigen):
    > het bedrijfsleven als partners de school in brengen en scholieren als jong talent naar de werkvloer;
    > zowel bedrijfsleven als scholen en leerlingen mogen en kunnen hier geld aan verdienen;
    > alle ruimte voor ondernemende scholen.

    4. Zoveel mogelijk mensen zo hoog mogelijk opleiden

    Om onze welvaart & welzijn te behouden is een zo hoog mogelijk opgeleide bevolking nodig.

    Daarom aantrekkelijk en toegankelijk onderwijs, ook voor mensen die er door sociale of leerachterstand langer over doen (tegelijkertijd voorkomen dat het niveau van het onderwijs daalt, geen ‘zesjescultuur’):
    > strenge toegangseisen en harde eindtermen;
    > eenvoudige en logische doorstroom van MBO naar HBO, en universiteit (niet iedereen volgt dezelfde leer- en ontwikkelweg);
    > ook op latere leeftijd nog kunnen leren: iedereen krijgt 10 jaar ‘leerrechten’ (voor je gehele leven).


    B. DIVERSITEIT EN ONDERNEMERSCHAP

    5. Lang leve de multiculturele samenleving!

    Ons land is vanouds een van de meest internationaal georiënteerde landen ter wereld, daar hebben we onze welvaart aan te danken. Impulsen van buiten hebben ons altijd scherp, actief en in beweging gehouden. Diversiteit is een zegen en de multiculturele samenleving is een enorme kans, kijk maar naar het groeiend ondernemerschap en toenemende bedrijvigheid van immigranten.

    Daarom:
    > iedereen die een aantoonbare economische of culturele bijdrage levert is van harte welkom, incl studenten;
    > de regelgeving voor het oprichten van een bedrijf wordt zo eenvoudig mogelijk gemaakt;
    > meer belastingvoordelen voor jonge starters, incl. ZZP'ers.
    > aanpassing faillissementsrecht (geen voorrang voor fiscus: minder risico voor investeerders).


    C. VRIJHEID VAN LEVEN EN WERKEN

    6. Werken zoals je wilt, wonen met wie je wilt

    Uitkeringen belemmeren op dit moment individuele ontplooiing en economische ontwikkeling: ze houden mensen gevangen in inactiviteit (armoedeval!). Controle op woon- en leefvormen is een inbreuk op de privacy, het systeem is een uitnodiging tot frauderen.

    Daarom:
    > Bijstand, AOW, Studiefinanciering en Kinderbijslag vervangen door een basisvoorziening voor iedereen (leeftijdsafhankelijk, via negatieve inkomstenbelasting);
    > van elke verdiende euro word je direct beter in je portemonnee;
    > de pensioengerechtigde leeftijd kan vervallen: je werkt zoveel en zolang je wilt.

    De arbeidsparticipatie neemt toe want werken loont. Iedereen is verzekerd van een bestaansminimum. Geen tandenborstels meer tellen: je mag samenwonen met wie je wilt! Dit is echte vrijheid, geen betutteling maar beschaving.

    7. Alle afspraken maken die je wilt

    De overheid hoeft zich niet te bemoeien met werknemersverzekeringen (WW, WIA), daar kunnen werknemers en werkgevers ook samen uitkomen.

    Daarom vrijheid om zelf te bepalen welke verzekeringen je af wilt sluiten:
    > WW en WIA verzelfstandigen, het zijn verzekeringen die werknemers zelf kunnen afsluiten, in overleg met, en/of aangeboden door de werkgever;
    > CWI kan opgeheven, UWV verzelfstandigd;
    > freelancers en ZZP'ers zijn ondernemers en als zodanig behandelen: ze doen geen beroep op sociale voorzieningen en betalen er evenmin aan mee, dus ook geen naheffingen wegens vermeend werknemerschap;
    > vakbonden kunnen zich ontwikkelen tot inkomensverzekeraars.

    8. CAO's voor wie wil

    Algemeen geldende CAO's belemmeren een gezonde economische ontwikkeling, ze beschermen gevestigde belangen en sluiten andere contractvormen en nieuwe intreders uit.

    Daarom alleen een CAO-contract als je er zelf voor kiest:
    > werknemers en werkgevers hebben de vrijheid om alle afspraken te maken die ze willen;
    > vrij kunnen kiezen tussen CAO-afspraken of maatwerk;
    > algemeen verbindend verklaren van CAO’s afschaffen.


    D. VAN HUREN NAAR KOPEN

    9. Een eigen huis, een plek onder de zon!

    Veel jonge mensen willen maar kunnen geen betaalbaar huis kopen en blijven ontevreden 'hangen' in de overvolle sociale huurmarkt die niet voor hen bedoeld is.

    Daarom zoveel mogelijk mensen de kans geven op een eigen huis:
    > woningbouwverenigingen gaan zich transformeren tot projectontwikkelaars van eenvoudige koopwoningen (tussen 1 en 2 ton) en gebruiken daarvoor hun enorme fondsen;
    > gemeenten bieden hiervoor grond aan zonder overwinst;
    > binnen dertig jaar is 80% van de huizen koopwoning.


    E. MAKKELIJKER BEWEGEN

    10. Stilstand is achteruitgang (en maakt sjacherijnig)

    We kunnen ons in ons niet snel genoeg bewegen; we verspillen met wachten en stilstaan tijd en energie die we beter kunnen besteden, om te werken en te ontspannen.

    Daarom betere verbindingen en beprijzen weggebruik:
    > meer bredere wegen;
    > meer dubbele sporen;
    > meer snelle lightrail;
    > kilometerheffing;
    > tolpoorten bij grote steden;
    > ondertunneling van kwetsbare gebieden.


    F. MEER NATUUR, BETER MILIEU

    11. Maak Nederland mooier

    Ons land 'verrommelt', ongemerkt slibt het dicht, het open en cultuurhistorisch karakter van grote gebieden wordt bedreigd.

    Daarom beschermen waar nodig, ontwikkelen waar mogelijk:
    > belangrijke historische cultuurgebieden echt beschermen en open houden;
    > natuur aanleggen op vrijgekomen landbouwgronden;
    > voor elke strekkende meter asfalt in de randstad een hectare natuur terug;
    > geclusterd bouwen in het buitengebied.


    G. ENERGIE-ALTERNATIEVEN

    12. Niet meer afhankelijk van olie en gas

    We zijn in onze energievoorziening afhankelijk van fossiele brandstoffen (olie en gas), die raken op en er ontstaat oorlog en politiek gemarchandeer door.

    Daarom de afhankelijkheid van olie en gas zo snel mogelijk verminderen:
    > investeren in fundamenteel onderzoek naar alternatieve energiebronnen (waterstof, kernfusie);
    > omschakelen naar andere energiedragers mogelijk maken (bijv. waterstof tanken) ;
    > hoe meer vervuilend en belastend de energiebron hoe hoger de belasting (zodat een level playing field ontstaat).


    reageer

    zondag, mei 14, 2006

    Workshop Ben ik duidelijk?

    Een workshop over heldere, dagelijkse communicatie
    Authentiek communiceren en effectief feedback geven

    Gedoe op het werk
    Veel 'gedoe' op het werk ontstaat door ongelukkig en onhandig communiceren. Veel mensen vinden het lastig om een duidelijk appèl te doen. Om vriendelijk te vragen in plaats van te eisen. Om de ander niet direct iets te verwijten als het even tegen zit. Om te praten vanuit vertrouwen in plaats vanuit wantrouwen. Heel menselijk allemaal. Dagelijkse kost. Het levert een hoop ‘gedoe’ op.

    Kun je duidelijk zijn?
    Aan dat ‘gedoe’ is wat te doen. En dat is hard nodig ook. Want er gaat veel teveel tijd mee heen. Allemaal energie die je beter kunt gebruiken. De oplossing ligt bij duidelijk durven zijn. Zeggen waar het op staat. Op een manier die werkt, die niet afstoot. Duidelijk tegen je collega's en je medewerkers. Om meer plezier in je werk te krijgen.

    Weten wat je wilt, laten weten wat je verwacht
    We hebben de neiging elkaar te willen sparen, we blijven vriendelijk, en ondertussen zijn we niet eerlijk. Voor wie heb je meer respect: aardig maar niet eerlijk, of duidelijk en wel eerlijk?
    Ben je bereid in iemand te investeren, door hem/haar te vertellen wat je echt van zijn/haar prestaties vindt. Met het risico dat iemand boos wordt, wegloopt? Maar ook met de kans dat een ander het begrijpt en zijn gedrag gaat veranderen?
    Durf je het er op aan te laten komen, wetende dat doormodderen, je ergeren, etc. vroeg of laat op jou terugslaat in de vorm van een suboptimaal functionerend team? Want wie heeft er uiteindelijk een probleem als een medewerker niet functioneert? Dat is toch altijd de leidinggevende? Het is de kunst om van meet af aan duidelijk te zijn.
    De vraag is: Weet je echt wat je wilt? Weet je wat je verwacht van de ander? En wat kunnen ze van jou verwachten? Daarna is het zaak steeds direct feed back te geven, niets op te zouten (dan wordt het groot). Het functioneringsgesprek vindt bij wijze van spreken dagelijks plaats. Het beoordelingsgesprek is letterlijk een formaliteit en bevat geen verrassingen.

    Effectieve gesprekken leren voeren
    Het doel van dit programma is dat deelnemers inzicht verkrijgen in hun manier(en) van communiceren. Daarbij staat het eigen doen en laten centraal en de effecten daarvan op de mensen om hen heen. Na afloop van het programma weten de deelnemers hoe ze in een eigen stijl en op een persoonlijke manier helder en transparant kunnen communiceren. De deelnemers leren effectief gesprekken voeren - op een manier waar alle betrokkenen baat bij hebben. Dit kunnen zowel beoordelings- en functioneringsgesprekken als opdracht- en feedbackgesprekken zijn. Het effect is minder ‘gedoe’ tussen mensen en meer plezier in het werk, wat resulteert in minder uitval en meer productiviteit.

    Moeite om je uit te spreken? Lastig om een ander aan te spreken?
    Het programma is ontwikkeld voor iedereen die moeite heeft met ‘moeilijke’ gesprekken op het werk. Het is bedoeld voor zowel leidinggevenden als professionals die het lastig vinden om op een effectvolle manier te zeggen waar het op staat. Effectvol wil zeggen: onbeladen, vrijlatend en uitnodigend, zonder te vervallen in oordelen, verwijten en dwingend eisen. Dit programma is bijzonder geschikt voor teamleden die moeite hebben om zich te uit te spreken en een ander aan te spreken.

    Bevrijdende ervaring - in drie stappen
    Het programma beslaat een volle dag: drie dagdelen, van 09.00u tot 20.00u.
    In het eerste dagdeel staat bewustwording van allergieën centraal. Je wordt je bewust van vooroordelen en vastgezette beelden, hoe (vaak onbewuste) ergernissen en irritaties een gesprek ‘moeilijk’ maken.
    Het tweede dagdeel is er om nieuwe manieren van communiceren te ontdekken en eigen te maken. Je brengt je ‘moeilijkste gesprek’ in en verkent dat met elkaar.
    Het derde dagdeel wordt besteed aan het verder en verdiepend oefenen met eigen cases: een gesprek voeren waarin je volstrekt duidelijk bent zonder dat dit leidt tot escalatie. En te ervaren hoe dat bevrijdend is.

    Een trainer en een theaterregisseur
    André Meiresonne is de trainer in dit programma. Hij heeft het ontwikkeld en is de vaste begeleider ervan. Hij werkt daarbij samen met co-trainers die tevens ervaren theaterregisseurs zijn. De regisseur zet de deelnemers in verschillende rollen en creëert interactie. Zo kunnen de deelnemers direct en persoonlijk ervaren hoe het is om vanuit verschillende perspectieven te communiceren en zelf ontdekken wat hen goed voelt en hen het beste past.

    Programma
    09.00 - 12.30u / Bewustwording
    12.30 - 13.30u / Lunch
    13.30 - 17.00u / Verdieping en oefening
    17.00 - 17.30u / Snack
    17.30 - 20.00u / Oefening en reflectie

    reageer

    woensdag, april 26, 2006

    Een overheid voor de 21e eeuw

    Politici, ambtenaren en burgers houden elkaar gevangen. Gevangen in een systeem van onhoudbare illusies en onhaalbare verwachtingen. Politici geloven in maakbaarheid. Dat daar grenzen aan zitten is nu wel gebleken. Zie een kwart eeuw onderwijsbeleid (vernieuwing of vernieling?) en de machteloze regiepogingen rond immigrantie en integratie (nu weer de verplichte inburgering van ‘oudkomers’). Ambtenaren op hun beurt voelen zich overal voor verantwoordelijk, nemen problemen over en willen alles regelen. Ze geloven dat ze voor iedereen kunnen (en moeten) zorgen. De uitkomst is goed bedoelde bemoeizucht die mensen verantwoordelijkheid ontneemt en creativiteit in de kiem smoort. Zie de immer uitdijende regelgeving en het alsmaar groeiende apparaat om het naleven van die regels weer te controleren. En tenslotte de burgers en hun roeptoeters, de media. Die verwachten veel te veel van de overheid. Ze geloven - op een nieuwe manier - dat alle geluk van boven komt. Ze houden de overheid verantwoordelijk voor hun persoonlijk welbevinden en de politiek moet hun levensgeluk maar regelen.

    De grens van dit paternalistische systeem - waarin iedereen van elkaar afhankelijk is en naar de ander wijst - is bereikt. In de twintigste eeuw was het een werkbaar systeem om de massa te emanciperen. Dat is gelukt, appausje voor onszelf. Het leverde ons de verzorgingssstaat op, die nu onbetaalbaar dreigt te worden. In de eenentwintigste eeuw is het een loden last. Het belemmert ons juist bij het nemen van de volgende stap. Het werkt contraproductief want het ontmoedigt eigen initiatief en ondernemerschap. Terwijl het nu juist gaat om het ontwikkelen van creativiteit en het nemen van verantwoordelijkheid. Het kan anders, en het kan beter.

    Je kunt meer dan je denkt
    Veel geboden, veel verboden, veel regeltjes en veel straf: zo werkt de overheid, nog steeds. Ondanks alle pogingen de regelgeving te verminderen en de administratieve lasten te verlagen. En de overheid heeft het er maar druk mee: regeltjes bedenken en daar weer op controleren. Ook veel goedbedoeld zorgen voor de burger ('Dat kan de burger toch niet zelf?') en veel zorgen over de burger ('Gaat het wel goed als de burger het zelf moet doen?'). Het effect is dat de burger ook gaat geloven dat hij het zelf niet kan en dus ook niets doet ('De overheid doet het toch?') en de overheid het nog drukker krijgt ('Zie je wel, de burger kan het niet!'). Het werk komt van binnenuit, het genereert zichzelf. Het komt direct voort uit de zorgende, en zorgelijke, instelling waarmee ambtenaren en politici omgaan met de burger: als met een kind dat niet in staat is tot het dragen van eigen verantwoordelijkheid. Draai dat nou eens om. Behandel je burgers als gelijkwaardige, volwaardige mensen, op een manier die zowel discipline en verantwoordelijkheid aanmoedigt als individualiteit en zelfstandigheid toelaat. Veel politici en ambtenaren vertrouwen de burger niet. Ze vertrouwen er niet op dat de burger het zelf kan. Opkomen voor zichzelf bijvoorbeeld, zelf verantwoordelijkheid nemen. Vandaar al die regeltjes en al die controle. Zo ontstaat onbedoeld een sfeer van wantrouwen. Geen klimaat om als burger in te gedijen, of als ondernemer zaken in te doen. Maar de burger kan veel meer dan de politiek, de overheid en vooral de burger zelf denkt... Neem nou alle regeltjes en controle rond de voedselveiligheid. Een restaurant dat z’n klanten bedorven waar voorzet is binnen de kortste keren out of business.

    Je kunt niet alles voorkomen
    De overheid kan niet voorkomen dat burgers fouten maken. Mensen maken fouten. Meestal leren ze daarvan. Als we het maken van fouten proberen uit te bannen leren mensen niet genoeg. Dan blijft er ook een overheid nodig om het maken van fouten te voorkomen. En ongewild houdt de overheid zichzelf op die manier in stand. Want fouten maken mag niet: het is zielig voor de mensen die de fouten maken (en soms ook gevaarlijk voor mensen die er last van hebben). Maar zo leren mensen niet dat persoonlijke beslissingen ook persoonlijke gevolgen hebben. Erger nog, zo leren mensen te denken dat het aan de overheid ligt als er iets niet goed gaat. Als er iets mis gaat in de maatschappij heeft de overheid het gedaan: de cafébrand in Volendam en de vuurwerkontploffing in Enschede waren te wijten aan te weinig inspectie! Of we geven de overheid de schuld als we ons ergens machteloos of schuldig over voelen: Pim Fortuyn en Theo van Gogh hadden beveiligd moeten worden! Dat werkt niet. De overheid kan niet alles voorkomen. En dat moeten we ook niet willen. De overheid is niet verantwoordelijk voor persoonlijke beslissingen en particuliere nalatigheid. En laten de politici en de ambtenaren ophouden de suggestie te wekken dat ze daar verantwoordelijkheid voor kunnen of willen dragen. Shit Happens!

    Doen wat je goeddunkt
    Het lijkt wel of de overheid er vooral is voor mensen waar het niet goed mee gaat. De ’kansarmen’ en de ‘zwakken’ worden door veel politici tot de maat der dingen verheven. Het gevolg is dat de mensen waar het wel goed mee gaat en die zichzelf goed kunnen redden het gevoel krijgen dat er met hen geen rekening gehouden wordt. Naar verhouding heel veel aandacht gaat naar de relatief kleine groep mensen die het zelfstandig niet redt. Door steeds uit te gaan van degenen die niet op eigen benen kunnen staan creëert de politiek, en de media!, een beeld van de maatschappij waarin veel mensen zich niet in herkennen. Een deprimerend beeld waarin het lijkt of het einde van onze beschaving nabij is en tien procent van de gezinnnen niet te eten zou hebben. Dat beeld gaat voorbij aan de emancipatie die we in de twintigste eeuw hebben doorgemaakt en de vermogenspiek waar we op zitten. Het gros van de burgers, zeg zo’n tachtig procent, kan inmiddels prima voor zichzelf zorgen, en doet dat ook. Daarom kunnen we het nu ook omdraaien. De burger die dankzij geslaagde emancipatie gezond en goed opgeleid is wordt de nieuwe maat der dingen. De overheid voorziet haar burgers van de beste basisvoorzieningen (zorg, veiligheid, infrastructuur) en een goede startpositie (onderwijs). En het is aan de burger om daar iets mee te doen. De overheid bepaalt zich dan tot drie zaken: het collectieve belang (zoals dijken, veiligheid, wegen, onderwijs), bescherming van alles wat kwetsbaar is (zoals milieu, natuur, landschap, cultuur) en zorg voor iedereen die echt niet voor zichzelf kan zorgen (zoals chronisch zieken en verpleegden, gehandicapten, verslaafden). De burger bepaalt zich op zijn beurt tot wat hem goeddunkt: werken zolang je wilt, studeren zoveel je wilt, genieten van de oude dag of gewoon niksen. Want daar gaat de overheid niet over. De overheid stimuleert niet maar schept de voorwaarden waarbinnen iets kan gebeuren. En dan is het aan de burger om daar iets mee te doen... of niet.

    Zorgen voor jezelf, zorgen voor elkaar
    Wanneer de overheid verantwoordelijkheid neemt voor het leven van haar burgers zullen mensen geen verantwoordelijkheid (kunnen en willen) nemen voor hun eigen leven. Want je kunt verantwoordelijkheid maar op een plek leggen. En die ligt nu vaak bij de overheid. Zo wordt de overheid er nu op aangekeken als een bejaarde vrouw een week dood in haar huis ligt. Maar het is een misvatting, daar kan de overheid helemaal niet voor zorgen! Instanties kennen geen mensen: mensen kennen mensen. Door zoveel verantwoordelijkheid (over) te nemen ontneemt de overheid aan de burger de kans om verantwoordelijkheid te (leren) dragen. Dat kan anders. Door terug te treden geeft de overheid ruimte voor persoonlijk en gezamenlijk initiatief. Zo kunnen mensen (weer) leren voor zichzelf en elkaar te zorgen. Pas als je goed voor jezelf kunt zorgen kun je ook goed voor een ander zorgen. Want mensen gaan met anderen om zoals ze met zichzelf omgaan. Als je niet hebt geleerd om verantwoordelijkheid te dragen voor jezelf hoe kun je je dan verantwoordelijk voelen voor een ander en daar ook verantwoordelijkheid voor dragen? De overheid kan niet van een afstand voor ons zorgen. Dat kunnen alleen burgers, zelf en met elkaar. Want dat zijn mensen. Daarom zijn de Voedselbanken, de Weggeefwinkels en de Van Harte Resto’s zulke mooie menselijke initiatieven: mensen helpen mensen, het boort menselijkheid aan. Het nodigt mensen uit hun zorgzame kant te laten zien, om te geven in plaats van te wachten en te katten op de overheid die per definitie te laat is.

    Hoezo recht op hetzelfde?
    We zijn gelijkwaardig. En dat is wat anders dan gelijk. We zijn niet hetzelfde. En omdat we niet hetzelfde zijn werkt eenheidsworst ook niet. Allerlei zaken die bedoeld zijn als vangnet voor mensen die pech hebben en het anders niet redden zijn veranderd in rechten voor iedereen. Vanuit het idee dat we allemaal recht hebben op hetzelfde. Vanuit een ideaal van gelijkheid. En vanuit het idee dat het anders ‘niet eerlijk’ is. Maar het onbedoelde effect is dat we iets bedenken voor mensen die het echt nodig hebben (solidariteit) en vervolgens vinden dat iedereen er recht op heeft (gelijkheid). Het eind van het liedje is dat we het met z’n allen niet meer kunnen opbrengen. ‘De verzorgingsstaat wordt onbetaalbaar’ horen we dagelijks. Is het gek? Je hebt recht op een gemeentelijke rollator als je niet goed meer ter been bent. Maar als je niet meer kunt fietsen heb je toch geld over voor een rollator? Goedbedoelde zaken verkeren in hun tegendeel door het doorgeschoten gelijkheidsdenken. Voor elkaar zorgen wordt niet onbetaalbaar, allemaal recht op hetzelfde wordt onbetaalbaar. Het gelijkheidsdenken maakt het onmogelijk om gericht noodzakelijke hulp te bieden. Het maaiveld houdt alles kort en vlak. Het zet niet aan tot activiteit en groei, en het geld raakt ervan op. Dat moet echt anders en dat kan ook. Wanneer de overheid iedereen een dezelfde goede basisvoorziening biedt (voldoende inkomen, adequate zorg, goed onderwijs) kan iedereen in vrijheid zijn leven inrichten. En ja, dan zullen er verschillen ontstaan. Want we willen niet hetzelfde, omdat we niet hetzelfde zijn. De een wil harder, of langer werken dan de ander. Of meer studeren, of meer vrije tijd. Maar is dat erg? Het is niet zielig dat we niet allemaal hetzelfde kunnen. Het gaat erom dat iedereen doet wat hij kan. En in een beschaafd land zorgen we er voor dat wie echt niet kan toch niet tekort komt. De een uit compassie met de ander, de ander uit welgemeend eigenbelang, of allebei. Want hoe dan ook, in Nederland wil toch niemand Amerikaanse toestanden?

    De menselijke maat is de enige maat
    De overheid kan geen menselijkheid organiseren. Per definitie niet. Alleen mensen hebben gevoel voor menselijke maat. Kijk wat de politiek, ongetwijfeld met de beste bedoelingen en gevoed door grote idealen, heeft aangericht in het onderwijs: groot, groter, grootst. Het is onmenselijk geworden. Terug naar de menselijke maat is de enige route. Het onderwijs, de zorg en de veiligheid moeten weer overzichtelijk, behapbaar en werkbaar worden. De leerling, de patient en de burger in het centrum van de aandacht. De verantwoordelijkheid terugleggen bij de mensen die het werk doen. Geef onderwijzers, verpleegsters en agenten de ruimte. Ze zijn er voor opgeleid. En dat opleiden kan en moet veel beter. En ze moeten over de beste faciliteiten kunnen beschikken. Maar laat hen met rust en geef hen vertrouwen. Daar gedijen ze bij. Geef ze verantwoordelijkheid en spreek hen aan op de uitkomsten. Bepaal wat de eindtermen zijn en laat hen zelf invullen hoe ze die bereiken. Weg met de regeltjes en al die inspecties. Neem deze mensen serieus. En laten die professionals zichzelf ook eens serieus gaan nemen. Ze kunnen het heft in eigen hand nemen. Doen zoals Alex Peltekian, een succesvol schoolhoofd, zegt: ‘Ik ken mijn grenzen, niet de regeltjes’. De ministeriële circulaires bij het oud papier zetten. Doen wat je nodig vindt, in plaats van doen zoals het hoort. Ophouden zo braaf te zijn. Het is tijd voor een heuse revolutie in het onderwijs, de zorg en de veiligheid. Een opstand van onderop, door de mensen die het werk doen. Mensen die zich weer herinneren waarom ze dat mooie werk zijn gaan doen: om kinderen wijzer te maken, om zieke mensen te verzorgen en burgers zich veiliger te laten voelen. Daaraan kracht ontlenen, dan zijn we die non-discussie over al die ‘foute’ managers die zoveel geld kosten ook in een keer voorbij. Want echt bevlogen en betrokken mensen die lusten al die managers rauw. Kom eens op voor jezelf en je eigen zaak! Datzelfde geldt voor de Nederlandse burger: laat je niet zo ringeloren door de politiek. Hou op je er zo afhankelijk van te maken! Trek je eigen plan...

    De huidige overheid werkt suboptimaal. Dat kan veel beter. Als we dat willen. Dat vergt verstandig en volwassen gedrag, van burgers, ambtenaren en politici. We kunnen toe met veel minder regeltjes. Als we dat durven, want dan gaat er wel eens wat mis. We kunnen ophouden alles en iedereen over een kam te scheren. Als we dat willen, want dan krijgen we niet allemaal meer hetzelfde. We kunnen ophouden voor anderen te denken. Als we dat kunnen, anderen (met rust) kunnen laten. We kunnen veel meer overlaten aan de mensen zelf, de markt en het middenveld. Als we dat kunnen verdragen, want er zullen verschillen ontstaan. Maar van de opbrengst worden we allemaal beter. Het maakt energie vrij. En mensen en middelen om te doen wat echt nodig is: het dagelijks werk aan veiligheid, zorg en onderwijs. Van denken voor anderen en denken over zaken buiten onszelf naar doen wat we echt kunnen en wat we eigenlijk willen. Dat vraagt om het stellen van duidelijke grenzen in de vorm van heldere kaders. En daarbinnen... ruimte, heel veel ruimte. Ruimte om te ondernemen en te innoveren. Ruimte voor creativiteit en bedrijvigheid. Ruimte voor plezier in je werk en plezier in elkaar. Dat is nog eens een taakstelling. En dat is nog eens sociale innovatie.

    Dit artikel werd op eerder gepubliceerd op bestuurskunde.nl / http://www.bestuurskunde.nl/actueel/nieuws.php?nieuwsid=135

    vrijdag, april 07, 2006

    Bezieling, een zoektocht

    Tja, bezieling... groot woord. En toch, je kunt het dagelijks ervaren. ‘Ik ben toch veel langer onderweg geweest?’, denk wel eens als ik op de klok kijk na een stevige wandeling. Of: ‘Heb ik dat geschreven?’, als ik een eigen artikel teruglees. Dat is geen valse bescheidenheid. Het gaat over ergens helemaal in opgaan. Openstaan voor inspiratie. Een diepere bron aanboren. En volledige overgave. Dat is bezieling. Bezieling begint met iets of iemand je volle aandacht geven. Daar helemaal bij betrokken zijn. Je verliest besef van ruimte en tijd. Daar kom je los van. Wat Albert Einstein al wist en aantoonde - de relativiteit van ruimte en tijd - kun je zelf beleven. De ruimte wordt groter, de tijd vertraagt. Je bent in het moment, komt los van waar je bent. Je weet wat je te doen hebt, je denkt er niet over na - je handelt vanuit een dieper weten. Er zijn geen ‘mitsen en maaren’. Je voelt geen twijfel, geen angst. Je voelt alle ruimte, en toestemming. En sterker nog: je voelt dat dit de bedoeling is. Dit is wat er moet gebeuren - al begrijp je misschien zelf niet waarom.

    De weg kwijt
    Op mijn 36e begon een vrije val van zeven jaar. Mijn vrouw was zwanger van onze oudste. We kochten een groot huis voor ons nieuwe gezin. Ik maakte drie fotoboeken met mijn leven tot dan toe. Mijn vader ging met pensioen en ik verdiende evenveel als hij. Doel bereikt! Want daar kwam ik achter: ik wilde m’n vader voorbij. Nu had ik het wonderlijke gevoel dat ik klaar was. Ik stond op de top! De brandende vraag was: wat nu? Ik wilde er even nog niet aan denken. Halverwege m’n 37e viel ik van een lange trap, kwam op m’n stuit terecht en brak m’n staartbeen. Toen had ik alle tijd om erover na te denken... Voorlopig had ik geen idee. Daarvoor moest het eerst veel erger worden.Ik was bijna 42. Helemaal aan de grond. Al tien maanden geen werk, de bank dreigde het huis te verkopen. Toen was het erg genoeg. Mijn ego gaf het op. Ik probeerde niets meer op te houden, me niet meer groot te houden. Ik durfde te zeggen: ‘OK, ik weet het niet meer...’ Maar ik was dan ook echt de weg kwijt. Heel veel domme dingen gedaan. Me gestort in de armen van een vrouw die mijn moeder kon zijn. Mijn eigen vrouw tot wanhoop en razernij gedreven. Ik was niet alleen de weg kwijt, ik was mezelf helemaal kwijt. Toen leerde ik wel dat in de diepste diepte van het dal de schat te vinden is. En dat als de nood het hoogst is... ‘En nu wil ik een hele goeie psychiater spreken...’ zei ik tegen mijn huisarts want ik dacht echt dat ik langzamerhand gek werd. Ik had geluk, de therapeut was een hartelijke vrouw die me stevig aanpakte. Ik wilde negen maanden mijn ouders niet zien. Dat deed hen veel pijn, maar ik had het nodig. Heel symbolisch, negen maanden: ik voelde me opnieuw geboren worden. En kreeg daarna een nieuwe, volwassen relatie met mijn ouders. Ik werd 43. Vraag niet hoe, maar ik had weer werk. Daar werd ik al snel naar opleidingscentrum de Baak gestuurd, voor een managementopleiding. Waarom begreep ik later pas. De meeste mensen om me heen hadden het gewoon met me gehad, ook thuis. Van mijn vrouw wist ik het, maar nu begrepen mijn kinderen me ook al niet meer. En toen ik dat merkte was het op. Ik heb me er maar aan overgegeven, kon ook niet anders meer. Ik durfde voor het eerst echt in de spiegel te kijken. Ik zag een klein bang jongetje. Een jongetje dat uit alle macht probeerde zich staande te houden. Een jongetje dat alles in de strijd gooide om aardig gevonden en geaccepteerd te worden. Een jongetje dat zich anders voelde, maar dat niet wilde zijn. Een jongetje dat zich ongemakkelijk voelde maar dat niet begreep. Een jongetje dat geleerd had dat het altijd aan een ander ligt, dat je leven door anderen geregeerd wordt, dat anderen vaak niet te vertrouwen zijn - kortom, dat anderen het gedaan hebben en dat jij daar het slachtoffer van bent. Datzelfde jaar kwam ik er eindelijk achter dat ik me zo lang al zo verschrikkelijk verveelde. Niet dat ik het niet druk had, heel druk zelfs - maar het gaf me geen bevrediging. Ik miste iets, maar ik wist niet wat. Ik dacht dat het aan alles en iedereen lag, behalve aan mezelf. Mijn therapeut raadde me The Artist’s Way aan, van Julia Cameron. Voor het eerst een boek dat hielp! Een werkboek om je creatieve blokkades op te ruimen. Dagelijks mijn eigen drempels nemen, en dat waren er heel wat. Het was een hordenloop van twaalf weken. Ik kwam erachter wat ik miste: werkelijke bezieling. En ook waar ik die kon vinden: diep van binnen. En dat ik dat zelf moest doen. Door alle belemmeringen stelselmatig op te ruimen: al mijn angsten, verwijten, oordelen - en dat is nog steeds dagelijks werk. Door mijn dromen serieus te nemen. Toen wist ik ook wat ik kwijt was: mijn creativiteit. Ik was afgesneden van mijn bron. Ik stond droog. En daarmee was ik mezelf kwijt. Langzaam begon tot me door te dringen dat ik niet de enige was die iets kwijt was – de mensen om mij heen misten mij net zo hard. Toen kon ik langzaam maar zeker de weg terug vinden. Terug naar huis.

    De mooiste goal en de Heilige Geest
    Kunstenaars, musici, sporters, ze weten van bezieling. Voorbeelden? De ‘onmogelijke’ goal van Marco van Basten in de finale van het EK Voetbal in 1988. Zijn eigen verbazing en het plezier dat de bal erin zat. Hoe hij nog een keer achterom keek, hoe Rinus Michels vol ongeloof naar zijn hoofd greep. Of het
    ‘Ik rotzooi maar wat an...’ van Karel Appel. Dat meende hij echt: hij dacht er niet over na, hij schilderde - vol overgave en gedrevenheid. Zoals een collega-muzikant over Bob Dylan zei: ‘He can’t help what he’s doing. I mean, he’s got the Holy Spirit about him.’ Dat is bezieling. Maar vraag het niet aan hen. Ze zullen zeggen: ‘Waar heb je het over? Ik doe het gewoon.’ En dat is de clou: ze denken er niet over na, ze handelen. Als Marco van Basten had nagedacht dan had hij de bal aangenomen en een voorzet gegeven naar de opkomende Ruud Gullit. Dan was de mooiste Oranje-goal-ooit er nooit geweest.

    Met hart en ziel
    Waar ligt je passie? Waar loop je warm voor? Wat is nou echt jouw ding? Dat zijn de vragen als het gaat over bezieling. Antwoorden kun je alleen zelf geven. Dan gaat het om jou! Niet om je heen kijken, niet je oren naar anderen laten hangen. Wat wil jij?! Eerst los komen van alles en iedereen. Niets meer moeten, alles mogen - van jezelf. Echt op eigen benen. Mijn manier was: voor mezelf beginnen. Dan komt alles heel dichtbij. Ik kan niemand meer de schuld geven. Want de klant heeft altijd gelijk... En een opdracht doen om het geld werkt meestal niet. Dan doe ik het niet met hart en ziel, het resultaat is ernaar en de klant is ontevreden. Het regelt zichzelf... Andersom ook. Als ik mezelf helemaal geef en durf te zijn wie ik ben krijg ik positieve reacties en word ik opnieuw gevraagd. Dat wil niet zeggen dat iedereen blij met mij hoeft te zijn. Ik accepteer dat ik niet iedereen blij kan maken en dat niet iedereen het met mij eens is. Dat kan niet en dat hoeft niet. Ik ervaar dat bezieling uitbetaalt. Soms met vertraging. En vaak uit onverwachte hoek. Productie draaien levert op korte termijn meer op. Maar het kost ook: je loopt ervan leeg en je hebt geen tijd om te investeren in je eigen ontwikkeling. Ik kan aan de ontwikkeling van mijn opdrachten mijn bezieling en het effect ervan aflezen. En aan mijn gezondheid: bij de dokter ben ik de laatste jaren nauwelijks meer geweest. Bezieling betaalt uit in vitaliteit, zakelijk en lichamelijk.

    Zet je hoofd uit!
    ‘Niet nadenken’, zegt mijn vrouw wel eens als we vrijen. Bij seksualiteit kun je het goed merken: het gevoel verdwijnt als je in je kop zit. Dan kun je wel leuke (seks)dingen verzinnen maar ondertussen voel je minder, het wordt bedacht. En bedachte seks is niet erg bevredigend. Je gaat niet op in het vrijen, niet op in elkaar. Je hoofd is de grootste belemmering om je echt en diep te verbinden. Want je verbinden met iets of iemand doe je met je gevoel, met je hart - niet met je hoofd. Als je bezield wilt leven: zet uit dat hoofd! Gebruik je hoofd waarvoor het bedoeld is: om helder te denken, als het nodig is. Als tekstverwerker, als routeplanner, als spreadsheet, als agenda. Laat je hoofd je leven niet overnemen. Je bent zoveel meer dan die ene overbelaste linkerhersenhelft. Je hoofd is de grootste belemmering om bezield te leven. In je hoofd zetelt je ego. En dat wil zich groot houden en blaast zich graag nog wat op. In je hoofd zitten al die stemmetjes die zeggen ‘kan niet, mag niet’. In je hoofd zit hoe het hoort: wat je allemaal moet, en wat je allemaal niet mag. Maar van wie eigenlijk? Van wie mag jij niet doen wat je eigenlijk het liefste zou doen? Van je vader en je moeder? Hoezo, je bent toch volwassen? Van je partner? Hoezo, je bent toch een zelfstandig mens? Van je kinderen? Hoezo, jij hebt toch ook een leven? Van je werkgever? Hoezo, dan zoek je toch een andere werkgever? We zijn geneigd om ons dagelijks ‘moeten’ en ‘niet mogen’ te wijten aan anderen. Maar vraag het eens aan die anderen, je zult er nog van opkijken! Van hen hoeft het misschien wel niet. Misschien blijkt dat je het zelf in stand houdt. Bezieling is iets dat je jezelf toestaat. Daar gaat een ander niet over. De enige die daar over gaat ben jij. Je kunt er een ander ook niet de schuld van geven als het jou aan bezieling ontbreekt. Je kunt een ander er ook niet om vragen, niemand kan het je geven. Je kunt het wel aan jezelf geven. Tenminste, je kunt je er voor open stellen. Je kunt er de omstandigheden voor creëren. Door te voelen waar je hart naar uit gaat, waar je warm voor loopt. Door jezelf toe te staan te doen wat je het liefste zou doen, waar je echt blij van wordt. Door het risico te nemen dat niemand je meer nodig heeft of nog interessant vindt. Door de kans te lopen dat je helemaal blut raakt. Door jezelf te vraag te stellen: Wat is het ergste wat me kan gebeuren? ‘Voel je angst, en doe het toch’, zei een grote geest ooit.


    Vijf vragen aan jezelf
    Als ik eerlijk ben: word ik dan blij van wat ik doe?
    Ben ik aan het eind van een dag echt tevreden?
    Zit ik nou in m’n groef, of er eigenlijk net naast?
    Wanneer werkte ik voor het laatst echt moeiteloos?
    Heb ik vaak het gevoel: Waar gáát dit over?


    Moe maar tevreden
    Loslaten van zekerheden is doodeng. Je weet wat je hebt, en niet wat je krijgt. Toen ik mijn vaste baan opgaf had ik geen opdrachten. Ik had wel mensen om me heen die in mij geloofden. Mensen die me steunden en zeiden: ‘Je kunt het...’ Maar ik kreeg pas werk toen ik alles had losgelaten. Dat is blijkbaar hoe het werkt: het nieuwe komt pas naar je toe als je het oude loslaat. Misschien is het nieuwe er al die tijd al, en wacht het met tevoorschijn komen tot jij loslaat. Zolang je het oude vasthoudt heb je geen handen vrij om het nieuwe aan te pakken. Je hebt er geen ruimte voor, je ziet het niet, je kunt het er niet bij hebben. Bovendien, vaak is het nieuwe net wat anders dan je dacht - wat je echt nodig hebt bedenk je niet. Laat je eens verrassen!Loslaten wat je niet meer wilt en niet meer nodig hebt. Dat is misschien wel het mooiste cadeau dat je jezelf kunt geven. Dan ontstaat er ruimte voor bezieling. Dan gaat de inspiratie stromen. Dan komt de creativiteit op gang, krijg je ingevingen. Dan sta je open voor wat er is en laat je het binnenkomen. Dan blijkt dat je je veel minder hoeft in te spannen dan je altijd dacht. Je wordt wel moe, maar anders: moe maar tevreden. Dan denk je: heb ik dat gedaan? Zoals ik straks misschien denk: heb ik dat geschreven? Ik weet het niet... Steeds vaker heb ik het gevoel dat ik het zelf niet ben. Dat ik ook maar een kanaal ben, een spreekbuis - instrument van iets groters. Als ik me er voor openstel maak ik me er ook weer deel van uit. Dan ben ik in een grotere ruimte, waarin alles stroomt. Dan voel ik me aangesloten, verbonden, meegenomen - opgenomen in een groter geheel. Ik voel me tevreden. Wat wil een mens nog meer?


    Drie onderhoudstips voor bezieling en vitaliteit
    - Neem minimaal één keer per week minstens twee uur voor jezelf en breng die buiten de deur door. Niet met een vriend of vriendin, maar met jezelf! Maak een stevige wandeling, ga naar het museum, zwerf door de stad of bezoek een concert. Merk dat er echt even uit zijn nieuwe energie en ideeën oplevert.
    - Mediteer kort aan het begin van elke werkdag. Begin niet direct te rennen. Maak je eigen oefening. Ga ‘naar binnen’, maak contact met de diepte in jezelf, verbind je met het grotere geheel. Voel de rust en maak je voornemens voor de dag. Vooral over je houding, hoe je er vandaag in wilt staan.
    - Ga aan het eind van een werkdag even rustig zitten. Draai muziek, of juist niet - wat jou goed doet. Laat de dag nog eens langskomen. Ben je tevreden of knaagt er nog iets? Wat wil je morgen anders doen? Dan kun je in je slaap doen waar slapen voor bedoeld is: uitrusten.

    (Dit artikel verscheen in Jonas Magazine, 2 - 2006)

    Van Flauw naar Flow

    Over kunnen en willen

    Heel wat mensen vervelen zich helemaal suf. U natuurlijk niet, maar anderen wel. Debiteuren Crediteuren gebeurt ook in het echt. The Office wordt niet alleen herhaald op televisie. Je kunt het elke dag meemaken. Bij de koffieautomaat, in de rookcabine. Bij het praten over anderen, over al die mensen die er niets van begrijpen. De directie, de manager, de collega’s – die er niet bij zijn. Bij het je druk maken over zaken die je eigenlijk niet aangaan – andermans zaken. Er zijn volop mensen die er alle tijd en energie voor hebben. Vervelia’s, een onaangeboorde bron van energie. En dan zijn er mensen die juist nergens tijd en energie voor hebben. Mensen die doodop zijn. Die de hele dag lopen te draven, werk van anderen overnemen, zich met iedereen bemoeien en in de gaten houden of alles wel goed gaat. Stresskippen, een uitgeputte bron van energie.

    Hoe ontstaat verveling? Het gaat over de balans tussen willen en kunnen. Je gaat je vervelen als je meer kunt dan je wilt. Als je weinig mag van jezelf, jezelf weinig toestaat. Als je bang bent voor uitdaging, vernieuwing, verandering. Angst als remmende factor. Je ziet het veel bij veertigers, vooral mannen. Ze weten het allemaal beter, maar durven het zelf niet te doen. Zeg maar Flauwe Mannen. Remedie: ga een echte uitdaging aan. En dat is wat anders dan een motor kopen of een vriendin nemen! Hou op met die vrijblijvendheid. Neem verantwoordelijkheid. Ga zelf eens doen wat je een ander (je baas, je collega’s, je kinderen etc) steeds aanraadt. Neem de leiding, op z’n minst over je eigen leven. Laat maar eens zien wat je kunt!

    Bij stress werkt het andersom: als je meer wilt dan je kunt, dan raak je gestresst. Als je heel veel moet van jezelf, jezelf de hele dag opjaagt: nog meer, nog beter. Ook hier is angst de remmende factor. Maar dan de angst om het niet goed te doen, bang om iets te missen. Je ziet het veel bij dertigers, vooral vrouwen. Ze worstelen dagelijks met alle rollen die ze willen spelen: ideale moeder, partner, collega, vriendin, dochter etc. Zeg maar Gestresste Vrouwen. Maar ook bij mannen hoor! Mannen die merken dat ze niet meer kunnen wat ze ‘vroeguh’ met gemak konden. En daar soms ook boos over zijn. Remedie: hou op zoveel te moeten. Van wie moet dat eigenlijk? Uiteindelijk toch van jezelf? Geef toe dat je nu eenmaal niet alles (meer) kunt en dat het misschien ook helemaal niet nodig is. Kortom, minder ‘moeten’ en meer ‘mogen’ - van jezelf. Een gezond evenwicht tussen willen en kunnen levert ‘Flow’ op. Je kent het misschien wel: alles lijkt vanzelf te gaan, het loopt op rolletjes. En aan het eind van de dag ben je voldaan. Moe maar tevreden.

    Wat moet je hier mee in het Management Development? Hoe kun je managers zover krijgen dat ze gaan werken aan het vinden van een balans tussen kunnen en willen, bij zichzelf en bij hun medewerkers? Door je te richten op het welbegrepen eigenbelang van de manager. Want zowel verveelde mensen als gestresste mensen leveren managers werk op. Verveelde mensen vervelen anderen en houden hen van het werk. Bovendien worden ze ook nog vervelend. Uiteindelijk tegen de manager. Gestresste mensen stressen anderen en zorgen voor onrust. Bovendien gaan ze zeuren en klagen. Of krijgen een burn out. Ze eindigen bij de manager. Daar zit je als manager toch niet op te wachten? Doe dat dan ook niet! Geef Vervelia’s meer ruimte en vrijheid, geef ze verantwoordelijkheid en uitdaging. En doe met Stresskippen het omgekeerde. Maar pas op, je krijgt het een stuk minder druk als manager. Ben je ineens om zes uur thuis. Vragen ze aan je: ‘Wat kom jij nou doen? Moet jij niet werken? Lekker belangrijk zijn?’.

    Met dank aan Harold Smits, www.a-life.nl

    (Dit artikel verscheen in het Tijdschrift voor Management Development, 4 - 2005)

    Out of control

    We zijn bang met z'n allen. Bang voor verlies van zekerheid. Bang dat we het nooit meer zo goed krijgen. We zijn risicomijdend geworden. Vandaar alle regelgeving. Er mag niets fout gaan. Werkelijk alles willen we onder controle houden. Maar de wal gaat het schip keren. Dan is het erg genoeg. En staan er mensen op. Mensen die durven zeggen hoe het zit. Zelf het voorbeeld zijn van een nieuwe houding. Die niet bang zijn, die niets te verliezen hebben. Mensen die hun ego opzij zetten, die vastberaden en bescheiden zijn.

    Tot zolang zal het tobben blijven. Zijn we veroordeeld tot middelmatigheid. Verelendung heet dat, Karl Marx wist het al. Het is blijkbaar niet anders, zo gaat dat. Daarom: graag begrip voor al die bange mensen. Bang voor hun sociale zekerheid. Bang voor de dynamiek uit het oosten. Bang voor verlies van nationaliteit en identiteit. Die mensen voelen zich 'out of control', en dat zijn ze ook. Ze hebben geen idee hoe ze zichzelf kunnen redden. Een halve eeuw is er voor hen gezorgd… en ineens moeten ze maar zien. Dat is hun beleving. En ze hebben vaak geen idee wat het verband is tussen werk en inkomen.

    We hebben in een schijnwereld geleefd. De globalisering maakt dat ons pijnlijk duidelijk. De grenzen vallen weg, en daarmee de bescherming. We voelen ons op onszelf teruggeworpen… en dat zijn we ook! Terug bij af. Aan iedereen wordt nu de vraag gesteld: ‘Wat is jouw toegevoegde waarde?’, ‘Wat draag jij eigenlijk?’. Goed opgeleide, ondernemende mensen hebben daar geen moeite mee. Die voelen zich uitgedaagd. De rest is zich rot geschrokken. Veel van die mensen zijn boos. Boos over al die dingen die buiten hun macht liggen. En ze hebben geen idee wat er bínnen hun macht ligt. Want daar hebben ze al heel lang niet over hoeven nadenken. We hebben elkaar dom en passief gehouden. Ondertussen zijn we lui en vadsig geworden. En dubbel, heel erg dubbel: we klagen over de regels, en vragen ondertussen om nog meer regels...

    Voor oplossingen is het misschien nog te vroeg. Die zullen fundamenteel moeten zijn. De boel moet echt op de schop. De grootste sta in de weg is de erfenis van de 20e eeuw: het sociale stelsel, de verzorgingsstaat - en de regelzucht en regelgeving. Die blokkeren alle dynamiek, die fnuiken het ondernemerschap. Daarom is de Lissabon Agenda goedbedoeld maar onwerkbaar. Het is een dubbele agenda: behoudzucht en dynamiek laten zich niet combineren. We zullen moeten leren loslaten…

    Er is een nieuw perspectief nodig, een verleidelijk punt aan de horizon. 'Een groene grazige weide', om met de psalmist te spreken. Daar snakken de mensen naar. Uitzicht op een verandering die aantrekkelijk is, waar mensen in kunnen geloven. Iets dat het waard is om naar te streven. Zolang dat uitzicht er niet is blijft het rommelen in de marge. Verkiezingsuitslagen zullen nog veel gekker worden. Kortom, wie schetst dat nieuwe beeld? Wie belichaamt dat verlangen? Dat is de vraag die er ligt. En dat is een leiderschapsvraag.

    (Dit artikel verscheen in het Tijdschrift voor Management Development, 3 - 2005)

    Doe normaal!

    Een gemiddelde MT-vergadering. Hoe vertel je dat thuis? Kijken naar de baas, loeren naar de anderen, wachten tot je weet wat zij ervan vinden. In de vergadering je mond houden en op de gang zeggen wat je eigenlijk vindt. ‘Doe normaal!’, hoor je ze thuis al zeggen. ‘Hou op met die flauwekul!’

    Mijn kinderen hebben een spelletje. Ze vragen: ‘Ben je bang voor je vader en je moeder...?’. Dan klappen ze in hun handen, vlak voor je gezicht. Als je knippert met je ogen roepen ze: ‘Jíj bent bang voor je vader en je moeder..!’. Je vader en je moeder, lees alle autoriteiten en boven ons gestelden. Wees eerlijk, we zijn toch bang voor de baas? En niet alleen voor onze baas, ook voor onze collega’s, en voor onze medewerkers. We zijn bang voor elkaar...

    We hebben moeite te zeggen wat we op ons hart hebben. We zijn bang voor gezichtsverlies. Bang om dom gevonden te worden. Bang om voor schut te staan. We zeggen niet wat we vinden. Bang om te kwetsen. Bang om afgewezen te worden. Bang om niet aardig gevonden te worden. Bang om boos te worden. Wat we echt vinden slikken we in. We zouten het op. We dringen het weg. Of we gaan er juist over praten. Met mensen die het niet aangaat. Bij de koffieautomaat, in de rookcabine, thuis aan tafel. Allemaal frustratie en machteloosheid. En we vinden het normaal: ‘Zo gaat het nou eenmaal...’.

    Stel je voor, een dag op kantoor. Een dag waarop iedereen zegt waar het op staat, hoe het zit. Dat wordt ruzie! Dat loopt uit de hand! Dat gaat helemaal fout! Hoe komt dat? We zitten in ons hoofd. We komen ‘s morgens om 9.00 uur op kantoor... en we trekken ons terug in onze linkerhersenhelft. Om daar om 17.00 uur weer uit tevoorschijn te komen. Dan kunnen we weer normaal doen. Dan durven we weer vrij te associëren. Weer te voelen wat we voelen, weer te doen wat we echt willen.

    Met je hoofd kun je niet voelen – met je hoofd kun je wel bang zijn. Angst ontstaat in je hoofd. Toevallig ook de plek waar we tijdens ons werk juist op vertrouwen. En dan ook nog op die ene rationele, digitale helft. Ondertussen vragen we ons af hoe het toch komt dat vergaderingen zo lang duren, dat er zo weinig in gezegd wordt en waarom de genomen beslissingen vaak zo discutabel zijn. Daar helpt geen bedrijfskunde aan. En nóg een MBA is geen oplossing.

    We zitten opgesloten in onze linkerhersenhelft. Daar leren we vanaf de basisschool, vanaf onze eerste CITO-toets op vertrouwen. Zo kom je verder in deze wereld. Maar zo wil je je werkdag toch niet doorkomen? Hoezo, ‘Heel de mens’?. Daarom drie praktische voorstellen.
    Voorstel 1: Op je werk ga je je rechterhersenhelft ook gebruiken. Voortaan denk je ook in beelden, je vertelt verhalen, gebruikt metaforen. Je ziet voor je wat je wilt en je spreekt er beeldend over.
    Voorstel 2: Je laat je hart spreken. Je laat zien hoe je je voelt. Dat is wat anders dan ongegeneerd emotioneel zijn en alles maar laten lopen. En zeker iets anders dan sentimenteel zijn, dat is juist níet voelen. Nee, je echte gevoel. Je laat merken wat je raakt, waar je passie zit, wat je in beweging brengt.
    Voorstel 3: Je gebruikt je hoofd waarvoor het bedoeld is, namelijk om vrij en helder te denken. Niet om jezelf bang te maken met spookbeelden van boze ouders die je overal om je heen terugziet. Onbevangen en voor de duvel niet bang. Wat betekent dat praktisch? Voortaan ben je jezelf. Helemaal, met alles erop en eraan. Je bent duidelijk. Je spreekt je uit en je spreekt de ander aan - je bent uitgesproken en aansprekend. In jargon: authentiek en transparant. Of in gewoon Nederlands: je doet normaal. De nieuwste competentie - zo oud als de wereld.

    Normaal doen... Wat betekent dat? Zelf het wandelende voorbeeld zijn. Door te zeggen waar het op staat. Door te gaan staan, door er helemaal te zijn. Door ‘Nee’ te zeggen als iets je niet bevalt. Of ‘Ja’ als niemand anders durft. Door volstrekt helder en begrijpelijk te communiceren. Jezelf zijn is misschien wel de grootste uitdaging in je werkende leven...

    (Dit artikel verscheen in het Tijdschrift voor Management Development, 2 - 2005)

    De kunst van het loslaten

    Over vervreemding en verantwoordelijkheid

    Het vertrouwen van de burger in de overheid is historisch laag en daalt nog steeds. Twee op drie burgers vertrouwt de overheid niet meer. Er is een gapende kloof tussen burger en politiek. Zie het ‘Ja’ tegen Pim en het ‘Nee’ tegen Europa. De boodschap is begrepen. Daarom ‘luisteren’ politici tegenwoordig. Wouter Bos zit met een tv-ploeg in het koffiehuis. Om te horen wat ‘de mensen’ willen. Ambtenaren gaan met een schrijfblok de straat op. Om te noteren wat ‘de burger’ verlangt. Raad eens wat er op die schrijfblokken staat: ‘Laat me met rust!’, ‘Doe niet zo moeilijk’, ‘Waar bemoei je je mee?’, ‘Maak het niet nog ingewikkelder!’.

    Vrolijk maken
    Zijn politici en ambtenaren dan zelf geen burger? Hebben ze zelf geen last van de bedilzucht en de regelziekte? Blijkbaar niet. Leven de mensen die dit land besturen dan in een andere wereld? Blijkbaar wel. Want politici en ambtenaren zijn in staat om beleid en regels te bedenken waar ze zelf niet het lijdend voorwerp van zouden willen zijn. Maar de schooljuf van hun kinderen is dat wel. En de verpleegster van hun oude grootmoeder ook. En de agent met een prestatiecontract ook. Onlangs weer de regelgeving over het gevaar van zonnebrand. Iedereen die werkt moet een petje op. Toch maar weer teruggedraaid. Binnenkort schrijft een overijverige beleidsmaker dat zonneschijn moet worden verboden! Kunnen we ons daar weer vrolijk (of boos) over maken.

    Vervreemding
    Het gaat ondertussen wel over het ontbreken van aansluiting tussen degenen die besturen en bestuurd worden. Over het gebrek aan betrokkenheid van bestuurders bij de werkelijkheid van degenen die ze besturen. Uiteindelijk gaat het over vervreemding. Vervreemding, een groot woord? Klopt, het gaat ook over grote zaken. Over wonen, leren, zorgen. En over veiligheid en samenleven. In de loop van de twintigste eeuw hebben we de organisatie ervan bij de overheid gelegd. De samenleving is ‘bovenover’ geregeld. Dan kan iedereen hetzelfde krijgen. Op die gelijkheid hebben we recht. Want iedereen heeft recht op hetzelfde. Want anders is het ‘niet eerlijk’.

    Onmogelijke opgave
    Het effect is heel veel regels, heel veel ambtenaren en heel veel bemoeizucht. En het ergste, heel veel afwenteling op het collectief. Want we voelen geen verantwoordelijkheid meer. Die hebben we weggegeven – aan de overheid. Die kon het beste regelen hoe we wonen, werken, leren, gezond zijn, hoe we leven. We hebben de overheid verantwoordelijk gemaakt voor ons eigen leven en voor ons persoonlijk geluk. Maar dat kan helemaal niet. Een instantie buiten jezelf kan er niet voor zorgen dat jij tevreden en gelukkig bent. Geen wonder dat er geklaagd wordt over de overheid! Het is domweg een onmogelijke opgave. Want de overheid kan niet verantwoordelijk zijn voor een bejaarde vrouw die een week dood in haar huis ligt. De overheid kent namelijk geen mensen. Mensen kennen mensen. Alleen mensen kunnen voor elkaar zorgen.

    Lekker makkelijk
    Het effect van dat ont-menselijkende ‘bovenover’ regelen is dat de overheid het nu gedaan heeft. En de politiek. Want dat is in de ogen van de meeste mensen een-en-hetzelfde. Logisch, want zowel ambtenaar als politicus hebben de neiging om - met de beste bedoelingen! - het voor een ander te gaan regelen, en daarmee verantwoordelijkheid over te nemen. Verantwoordelijkheid voor het leven van een ander. Het onbedoelde effect is dat een ander niet meer zelf hoeft na te denken. En daar zijn we aan gewend geraakt. Er wordt voor ons gedacht. En daar klagen we dan over. Lekker makkelijk! En maar schelden: ‘Allemaal zakkenvullers’.

    Het is nooit goed
    Met zulke huizenhoge verwachtingen is het is natuurlijk nooit goed. De overheid kan niet in het diepst van onze ziel schouwen en daar waarnemen wat we eigenlijk het liefst zouden willen. Dat zullen we zelf moeten doen! Ophouden het onmogelijke te verwachten van overheid en politiek. De boosheid over de invoering van het nieuwe zorgstelsel is een mooi voorbeeld van wat ons te wachten staat als de overheid los gaat laten. Als we zelf gaan beslissen over ons eigen leven en welzijn. Als we persoonlijke keuzes gaan maken over wat ons direct aangaat: dan komt het heel dichtbij, dat betekent verantwoordelijkheid nemen.

    Te moeilijk!
    Verantwoordelijkheid dragen voor je eigen leven. Terwijl we dat niet gewend zijn. Want terwijl we boos zijn over alle regels schrikken we ons een hoedje als we zelf moeten gaan nadenken. En dat betekent niet alleen weten wat je zelf wilt maar ook rekening houden met een ander. Zie de kruispunten met stoplichten die – jazeker, door de overheid! – worden vervangen door rotondes. En de nieuwe stadspleinen waar auto’s en fietsen tussen de voetgangers rijden. Dat blijkt zonder ongelukken te kunnen. Maar toch, het is voor veel mensen helemaal niet leuk om zelf iets te moeten doen terwijl er tot nu toe voor je gezorgd is. De eerste reflex is dan te zeggen dat je het niet kunt en dat het te ingewikkeld is: ‘Te moeilijk..!’. Maar in het geval van het nieuwe zorgstelsel beginnen veel mensen door te krijgen dat je gewoon kunt blijven bij de verzekering waar je al bent. En je huidige verzekeraar helpt je maar al te graag bij het invullen van het formulier (alweer een!) van de ziektekostentoeslag. In Friesland kwam het regionale ziekenfonds bij de mensen in de dorpen langs. Over klantenbinding gesproken.

    Met rust laten
    Vertrouwen is het sleutelwoord. Vertrouwen van de overheid in de burger. En vertrouwen van de burger in zichzelf. Zelfvertrouwen dat sterker wordt naarmate het beter lukt om op eigen benen te staan. Zo kan het vertrouwen van de burger in de overheid weer groeien - als de overheid in staat is om vertrouwen aan de burger te geven. Dat betekent zo min mogelijk in de weg lopen, ruimte geven, met rust laten. Een duidelijk kader geven en daar consequent naar handelen – op afstand handhaven in plaats van dagelijks betuttelen. Zo kunnen we de negatieve spiraal van dalend vertrouwen van de burger in de overheid stoppen. De kunst van het loslaten.

    Twitter Delicious Facebook Digg Stumbleupon Favorites More