Altijd leuk. Een zorgelijk opiniestuk, zonder oog voor al het moois dat gaande is. Vier onderzoekers van mijn opleiding (Universiteit voor Humanistiek) die zich zorgen maken dat hun eigen soort teveel macht krijgt. Die het opnemen voor de verdrukten. In dit geval laagopgeleide mensen die niet op burgerparticipatie in de doe-democratie zitten te wachten. Niet-actieve burgers die op die manier aan macht inboeten. Want de representatieve democratie werkt niet meer naar behoren. En dat komt weer door de ondermijnende wij-onder-elkaar werking van die participatieve democratie. Want als je niet participeert mag je ook niet meepraten. Participatie als onderonsje van hoogopgeleiden die hiermee laagopgeleiden uitsluiten. Tja, zou Martin Bril zeggen. En ik denk, er klopt iets niet. Begrijpelijke zorgen, Jos van der Lans kaartte ze al aan met de ‘diploma-democratie’. Nu de ‘Montessori-democratie’. Leuk gevonden, maar wat schuurt er nou toch?
De impliciete aanname klopt niet. Dat in de representatieve democratie laagopgeleide mensen beter af zijn. Nee, nooit geweest. Democratie is sinds de uitvinding ervan al een speeltje geweest van hoogopgeleide en bovengemiddeld intelligente mensen. Om de simpele reden dat je anders niet mee kunt doen. Als gemeenteraadslid moet je niet alleen kunnen lezen en schrijven. Je heb er behoorlijk wat analytisch vermogen voor nodig. Anders trek je het gewoon niet. Het is pijnlijk maar waar. Al sinds het oude Athene is de democratie een spelletje van beter gesitueerden en hoog opgeleiden. Kijk naar de populatie in de beide Kamers. Allemaal hoogopgeleid. Dat is niet voor niets. Zonder opleiding valt domweg niet te begrijpen wat daar gebeurt. Daarvoor is de publieke werkelijkheid te complex geworden.
De wereld wordt nu eenmaal geregeerd door de slimsten. Dat is wat anders dan verstandigsten, of de wijsten. Jammer genoeg wel. Het zou heel wat schandalen, fraude en crises schelen. Zie de banken, NS, FIFA etc. Wat je mag hopen is dat de slimsten ook moreel besef ontwikkelen. En dat de top ‘schoon’ zou zijn. Er zit niets anders op dan dat we via de representatieve democratie (weet iemand een beter systeem?) druk blijven uitoefenen en van onze bestuurders blijven eisen dat ze deugen. En ze bij de volgende verkiezingen wegstemmen als het boeven blijken te zijn. Geestig genoeg zou juist de participatieve democratie een manier kunnen zijn om naar verhouding toch meer laagopgeleide mensen mee te laten doen. Het zou me niet verbazen als je in de buurtprojecten naar verhouding meer laagopgeleiden vindt dan in gemeenteraden. Gewoon omdat het overzichtelijker en dichter bij huis is. Omdat het meer onmiddellijk raakt aan je eigen belang. Een onderzoek waard?
Wat ook schuurt is de suggestie dat de beweging naar participatieve democratie ondemocratisch tot stand gekomen zou zijn. Maar voor al die officieel ingezette participatieprojecten kiezen we echt zelf hoor. Via de politici die we kiezen bij de landelijke en gemeenteraadsverkiezingen. En die kunnen we, als gezegd, wegstemmen als dat beleid niet zou deugen. Het onderliggende probleem is dat we verwachten dat de overheid alles blijft doen wat ze altijd deed - althans, in de loop van de vorige eeuw is gaan doen. En liefst nog meer. Maar de bijbehorende hoge belastingen willen we niet betalen. Zie de verkiezingsuitslagen. En nu stellen de onderzoekers voor om voor de mensen die niet zitten te wachten op de participatieve democratie - teneinde ‘de verzwakking van hun stem’ tegen te gaan - meer representatieve democratie te organiseren: lokale referenda, burgerfora, burgjury’s. Mooi plan, leuk geprobeerd…. maar het werkt niet. Want daar zitten die mensen evenmin op te wachten! Onderzoek het maar. De ‘niet-actieve burgers’ worden niet actief door nog meer representatieve democratie. Nog meer mogen stemmen leidt hoogstens tot nog meer ‘stemvermoeidheid’. Zie de opkomstcijfers van de verkiezingen.
Ondertussen is er wel een hoopvol verhaal. Dat gaat over de niet-officiële projecten, eigenlijk geen participatieve democratie maar collectief ondernomen particulier initiatief. Mensen onderling. Steeds meer mensen zijn niet tevreden met wat de overheid hen kan bieden. En nu komt ie: verwachten dat ook niet meer van de overheid. Want ze begrijpen dat met wat zij van de overheid vragen - betrokkenheid, kleinschaligheid, benaderbaarheid – ze in feite de raadsleden en ambtenaren overvragen. Van de overheid kun je bescherming van onze vrijheid en het garanderen van gelijkheid verwachten, maar geen broederschap. Dat moeten we echt zelf doen. Bovendien, waarom wachten als we het zelf ook kunnen? Zie hier de opbrengst van een eeuw volksverheffing: we willen het zelf, omdat we het kunnen. Een felicitatie waard.
We hebben met elkaar zelfbewuste burgers gecreëerd. Mensen die zo volwassen geworden zijn dat ze zeggen: ‘Ik hou op met klagen, ik pak het zelf aan. En omdat het om zaken gaat die je niet in je eentje aankunt doen we dat samen.’ Het nieuwe coöperatieve denken. Kinderopvang, woonvormen, verzekeringen, pensioenen, energieopwekking, straatinrichting, noem maar op. En daar hebben we de overheid dan weer bij nodig, vanzelfsprekend. Maar wij burgers nemen en houden graag zelf het initiatief. Want wij weten zelf het beste wat goed voor ons is, en heel goed wat we nodig hebben. Wie kan daar op tegen zijn? Het is een compliment aan onszelf, de opbrengst van een eeuw investeren in goed onderwijs voor iedereen. We kunnen steeds meer zelf. Tenminste, met elkaar.
En ja, daar zit niet iedereen op te wachten. Omdat er mensen zijn die vinden dat een ander daar voor moet zorgen. En die ander is de overheid en haar ambtenaren. Ik vermoed daar behoudzucht en gemakzucht, of gewoon een politieke overtuiging. Ook een onderzoek waard. Maar wen er maar aan. We hebben democratisch besloten dat we ons geld anders willen besteden. Maar daarachter, en belangrijker: we beginnen te begrijpen dat de overheid niet voor ons kan zorgen op een manier waar we werkelijk naar verlangen. Dichtbij, ontspannen, hartelijk. Mensen onder elkaar kunnen we dat wel.
En geen zorgen. De opgelegde burgerparticipatie die nu zou dreigen - burgers die taken van de overheid opgedrongen krijgen - gaat gewoon niet werken. De wal keert het schip. Want mensen laten zich niet voor het karretje van de overheid spannen. Burgerparticipatie als verkapte bezuiniging gaat het niet worden omdat mensen zich daar niet voor lenen. Want mensen zijn niet gek. Ze willen wel iets doen als zij er zelf en mensen in hun omgeving ook iets mee opschieten. Zeker als het niet anders kan, als ze wel moeten. Zo zitten we nu eenmaal in elkaar. Hoe we ook in elkaar zitten is dat we het domweg niet trekken als er mensen echt uit de boot vallen. Dan komen we in actie. Niet eerder. Wen daar ook maar aan. Vertrouwen in het goede en in het redelijke in de mens helpt daarbij. Een mooi humanistisch uitgangspunt.
André Meiresonne is publicist en studeert aan de Universiteit voor Humanistiek. Hij is co-auteur van Van opgelegde naar oprechte participatie (Boom Lemma, 2015)
0 reacties:
Een reactie posten