Op Allerheiligen 2012 was ik in de Frauenkirche in Dresden. Een indrukwekkende plek. Van binnen licht, en hoe hoger hoe lichter. Hemels bijna. Zeker met orgelmuziek van Johann Sebastian Bach erbij. Precies onder de centrale koepel zit een koperen rondje in de kerkvloer. Als een cent, maar half zo klein. En weer precies daaronder, in de crypte van de kerk, staat een groot donker, onaantastbaar blok steen. Of het zwart van de wereld daarin samenkomt.
Die steen middenin in de crypte – de gewelfde kelder van de kerk – is een altaar. Het staat precies onder het kruis dat de kerk daarboven vormt. Het altaar is een kunstwerk van Anish Kapoor, een Britse kunstenaar. Hij heeft een Joodse moeder en een Indiase vader. Het kunstwerk is een groot vierkant blok van meer dan 1 x 1 x 1 meter, gehouwen uit zwart Iers marmer.
De zijkanten zijn nog ruw. De bovenkant is glad gepolijst. Veel mensen raken die aan, waardoor het oppervlak nog gladder wordt. En het buigt heel sierlijk, als de kelk van een bloem, ver naar binnen. Daardoor lijkt het ook een doopvont. Maar het is gat is zo donker dat je niet kunt zien hoe diep het daarbinnen is. Het lijkt niet op te houden. Een zwart gat.
Dat zwarte gat maakt het vreemd. Want boven, in de kerk met die machtige koepel vol licht, voel je je opgetild – en hier naar beneden getrokken. Een afspiegeling van de heftige, zeg maar gerust zwarte geschiedenis van Dresden. Toneel van een van de grootste menselijke drama’s in de Tweede Wereldoorlog, het bombardement van Dresden, maar ook een centrum van het stille en vasthoudende verzet tegen het DDR-regime.
Dat zwarte gat maakt het vreemd. Want boven, in de kerk met die machtige koepel vol licht, voel je je opgetild – en hier naar beneden getrokken. Een afspiegeling van de heftige, zeg maar gerust zwarte geschiedenis van Dresden. Toneel van een van de grootste menselijke drama’s in de Tweede Wereldoorlog, het bombardement van Dresden, maar ook een centrum van het stille en vasthoudende verzet tegen het DDR-regime.
Deze zwarte steen voelt als een zwaartepunt, een anker dat voorkomt dat de kerk opstijgt. Maar ook als een diepe put waarin alle donkere energie kan wegstromen. Vergevend en verzoenend in zijn gebaar: wat gebeurd is, is gebeurd – maar de kerk weer is nu herbouwd en weer in haar volle glorie hersteld. Een reminder van wat we als mensen elkaar aan kunnen doen – maar evengoed van het goede waartoe we ook in staat zijn. En dat we een keuze hebben.
Daags na het bombardement van Dresden, de nacht van 13 op 14 februari 1944, stortte de kerk in. Aanvankelijk waren de overlevenden in Dresden blij dat ze Unsere Fraue bij het ochtendgloren nog overeind zagen staan. Tot de koepel met enorm geraas naar beneden kwam en bovenop de kerk stortte. Het zandsteen bleek verpulverd door de hitte van de vuurstorm die de brandbommen hadden veroorzaakt.
Die nacht was de stad veranderd in een oven. Dresden ligt in het dal van de rivier de Elbe. De hitte van het vuur zoog zuurstof van de heuvels rondom de stad naar het dal beneden. Door die circulatie van hete lucht bleef het vuur zichzelf aanwakkeren. De volgende dag kwamen Amerikaanse vliegtuigen terug en beschoten de mensen die bij de rivier verkoeling zochten. Zo kwamen binnen een dag vijfentwintig duizend mensen om.
De kerk heeft bijna een halve eeuw in puin gelegen. Twee stukken muur stonden nog overeind. Verder was het letterlijk een puinhoop. Veertig jaar later, vanaf midden jaren ’80, werd het de plek waar demonstranten tegen het communistische regime zich verzamelden. Na de Wende besloten de inwoners van Dresden hun kerk te herbouwen. Er kwamen tientallen miljoenen marken aan donaties binnen, vanuit de hele wereld.
Het puin werd geruimd en gründlich uitgesorteerd. Een slim computerprogramma bepaalde welke geredde, zwarte stenen waar gezeten moest hebben, en op hun oude plek tussen de nieuwe, lichtere stenen gemetseld. Daarom is de herbouwde kerk van buiten gespikkeld.
Van binnen is de kerk juist perfect en af. Crème en goud, veel zachtblauw, zachtrood en zachtgeel. Niet direct wat je zou verwachten in een protestantse, Lutherse kerk. Volgens sommigen is het zuviel, een suikertaart. Anderen worden er helemaal blij van. Hoe dan ook, het loopt storm. De kerk zit elke dag vol. Miljoenen bezoekers per jaar, ook om diensten bij te wonen.
Bovenop de koepel van de kerk staat een gouden kruis. Dat is geschonken door de Britse bevolking. De goudsmid die het kruis smeedde is de zoon van een Engelse piloot die de stad bombardeerde. Het oorspronkelijke ijzeren kruis staat nu binnen, in de kerk, verbrand en verwrongen. Elke dag staan er honderden brandende kaarsjes omheen. Met daarop de tekst Frieden sei mit Euch / Peace be with you.
0 reacties:
Een reactie posten