Wonderlijke tijden. Verstoring van de bestaande orde. Wat voor jou belangrijk is wordt bedreigd – en je zoekt steun, houvast, geborgenheid. Je behoefte aan zekerheid groeit, maar waar vind je die nog? De werkelijkheid schreeuwt je toe: ’Je bent op jezelf aangewezen!’ Ben je dus alleen? Nee! Want we zijn hier samen. Niemand is alleen. En we hebben elkaar nodig. Meer dan ooit. Deze tijd vraagt om tevoorschijn komen. Laten zien wie je bent. Je niet meer verschuilen maar meedoen. Inbrengen wat jij kunt bijdragen – door te doen waar jíj blij van wordt. En je door niets of niemand meer bang laten maken. Wanneer je de moed kunt opbrengen om voluit te leven – recht uit je hart, en geholpen door je hoofd – ben je minder alleen dan je denkt. Dan kun je steun, houvast en geborgenheid ervaren. Bij jezelf, en bij de ander. En dan heb je ook wat te geven – dan geef je wie jij in wezen bent.

woensdag, april 30, 2014

Uiteindelijk is niets zo bevredigend als een ander blij maken.


Waar ik achter kom is dat ik uiteindelijk nergens zo blij van word als een ander blij maken. Het klinkt heel blij – en het is echt zo. Het zal wel met liefde te maken hebben, en misschien ook wel biologie zijn. Hoe dan ook, het voelt gewoon goed om te merken dat een ander blij word van wat ik doe en wie ik ben.

Ik ontdek dat als ik geef wie ik ben – mezelf ben – er altijd mensen zijn die daar blij van worden. Niet als kunstje, maar omdat ik ben wie ik ben, en daarmee geef wat ik te geven hebt. En daar maak ik anderen blij mee. Blijkbaar. Zoals anderen mij blij maken als zij geven wat zij mij te geven hebben: wie ze zijn.

maandag, april 28, 2014

Straks ben je er niet meer. Heb je dan geleefd? Gehouden van jezelf? Genoten van je leven?


Er bij stilstaan dat ik leef. Ik kan het niet genoeg doen. Want het leven vliegt voorbij. Voor je het in de gaten hebt ben je over de helft en kun je minder dan je wilt.

Daar zit misschien ook de crux. Gaat het om wat ik wil, of om wat ik ervan maak? Gaat het om wat ik doe, of om hoe ik me erbij voel? Gaat het om wat ik bereik, of om wie ik ben?

Ooit, straks, nu - terugkijkend op mijn leven doen de resultaten en de uiterlijkheden er niet meer toe. Dan telt hoe ik me gevoeld hebt. En hoe anderen zich bij mij gevoeld hebben.

vrijdag, april 25, 2014

Zie je hoeveel verder je bent dan vijf, tien, twintig jaar geleden?


Als ik het niet meer weet, en denk ‘Waar ben ik mee bezig?’, ga ik terug naar vijf, tien, of twintig jaar geleden. En vergelijk ik mijn leven toen met mijn leven nu. Dan zie dat ik mezelf ontwikkeld heb, wat ik geleerd heb en hoe anders ik nu in het leven sta dan toen.

Over vijf, tien of twintig jaar kijk ik ook zo terug op nu. Zo gaat het leven. Als je er middenin zit is het lastig te overzien. Zeker als het even tegenzit. Maar tot nu toe heb ik het gered. En waarschijnlijk heb ik voor hetere vuren gestaan.

Juist tegenslag is altijd weer een kans om een volgende stap te maken. Tegenslag roept het beste in me boven. Dan moet ik wel. En ik kan het. Dat blijkt keer op keer weer. Tegenslag als trigger om weer te gaan bewegen. Van tegenslag ga ik aan de slag. 





woensdag, april 23, 2014

Wees nergens op uit. Leef zonder bedoelingen. Heb geen agenda.


Nergens op uit zijn. Wat een rust zal dat mij geven. Geen bedoelingen hebben. Geen agenda. Dan kan ik open staan voor wat er op me af komt. Dan gaat meer dan ik ooit dacht vanzelf. Blijkt mijn leven een stuk moeitelozer te kunnen gaan dan ik tot nu toe vermoedde. Wat een geschenk – aan mezelf, van mezelf.

vrijdag, april 18, 2014

Twijfel je of je iets kunt? Kijk eens wat je tot nu toe bereikt hebt. Daar twijfelde je ook aan.


Twijfelen doen we allemaal. De een nog meer dan de ander. Ik kan me helemaal gek twijfelen. Met name over wat ik kan, of juist niet kan. Want ik denk dat ik heel veel niet kan. En ben bang ik het niet trek. Dingen die ik nog nooit gedaan heb, die een stap verder gaan, een maatje groter zijn.

Hoe langer ik denk, hoe minder ik kan. Verlammend is dat. Het maakt me klein. Misschien hou ik er daarom van dat iets me overkomt. Dan heb ik niet de kans om te twijfelen. En kom ik niet in die mallemolen van twijfels terecht. Kan ik dat wel? Trek ik dit wel? En wil ik dit wel?

Wat mij helpt is terugdenken aan wat ik bereikt heb. Bereikt in mijn leven. Wat ik tot nu toe ondernomen heb. Of wat me ‘zomaar’ gebeurd is, waardoor mijn twijfel geen kans had. Aan veel van wat ik bereikt heb twijfelde ik toen ook. Of zou ik getwijfeld kunnen hebben. En toch is het gelukt, en is het goed gekomen.

Als ik in mijn grootste twijfel zit is het lastig om die herinneringen terug te halen. Dat het toen ook lukte. Of toch goed afliep, ondanks mijn twijfel. En herinneren helpt me dan echt. Wat goed werkt is als anderen me helpen en het me vertellen: ‘Weet je nog wat je toen deed? Hoe je dat voor elkaar kreeg?’.

Fijn, als anderen het mij vertellen. Maar ik kan het ook zelf. Gaan zitten en terughalen wat me in mijn leven gelukt is. Me herinneren dat ik toen ook twijfelde, of beseffen dat ik toen ook had kunnen twijfelen. Dan weet ik weer: die twijfel hoort er blijkbaar bij. En toen ging ik ondanks mijn twijfel toch door.

Dat kan nu ook. Een volgende stap zetten. Want dat is leven. Blijven bewegen. En meebewegen. En twijfel hoort daar bij. Het leven kan van mij zelfs volledige overgave vragen. En dan wordt de twijfel nog groter. Als ik echt niet weet waar ik dan terecht kom.

Dat vraagt veel vertrouwen. Vertrouwen in het leven. Dat het leven goed is. Dat ik ook in de grootste tegenslag wel een lichtpuntje kan ontdekken. Dat er altijd ergens nog een doorgang is. Ook al is ie piepklein. Of de oplossing om een hoekje ligt. Buiten mijn zicht, maar binnen mijn bereik.

Gek genoeg helpt mij dan het besef: Ik ga er niet over. En: Ik geef me over. Aan iets groters. Voor mij te groot en te ingewikkeld om ooit te begrijpen. Het leven zelf. Overgave aan het leven. Misschien heel kinderlijk. Of juist heel volwassen? Ik weet het niet.

woensdag, april 16, 2014

Moedig je jezelf aan zoals je je eigen kind zou aanmoedigen?


Aanmoediging. Ik kan er niet genoeg krijgen. Ik heb er niet genoeg van gehad. En heb het nog steeds nodig. Maar inmiddels ben ik geen kind meer. En toch voel ik nog die behoefte om aangemoedigd te worden. Ik kan me doodalleen en verschrikkelijk onzeker voelen als het niet gebeurt. Of boos en teleurgesteld, niet gezien of in de steek gelaten. Maar dat gaat me niet helpen en ik word er geen leuker mens van. Mensen kunnen me zelfs mijden als ze voelen dat ik teveel aandacht van ze wil.

Wat mij helpt is mezelf aanmoedigen. Alsof ik het tegen een kind hebt. Mijn eigen kind. Dat klinkt misschien raar. En het voelt in het begin ook raar als ik hardop tegen mezelf zeg: ‘Dat doe je goed André!’ Maar ik hou het nu al een tijd vol en ik ga het vanzelf meer doen. Want tegen mezelf praten werkt. Mijn eigen naam horen doet me goed. Ik wacht niet meer op een ander om te krijgen wat goed voor me is. Ik geef het aan mezelf. Moedig mezelf aan. En ik merk dat ik vanzelf ook anderen ga aanmoedigen. En dat doet niet alleen die ander, maar ook mij ook weer goed. 

maandag, april 14, 2014

Er is er maar een zoals jij. En ben je die ook?


Ik wacht niet op een ander. Ik vraag het niet aan een ander. Ik hang me niet op aan een ander. Ik leun niet op een ander. Ik sta op eigen benen. Ik neem verantwoordelijkheid voor mijn leven. En ik geniet van mijn vrijheid. Want er is er maar een zoals ik. Jaja. Nu nog doen.

Ik vind het niet leuk om mezelf te zijn. Want het is doodeng. Toch verlang ik ernaar. Enorm. Anderen ook trouwens: ‘Waar ben je?’ hoor ik. Vrienden missen me. ‘Waar is de André die... ‘ En dan komen verhalen over uitgesproken en uitgelaten zijn. En ondernemend, meeslepend.

Beter begin ik weer mezelf te zijn. Ga ik er weer plezier in krijgen. Want het levert veel op. Zelfstandigheid en autonomie. Uiteindelijk vrijheid. En ja, dat betekent altijd weer verantwoordelijkheid. Die vervelende verantwoordelijkheid. Die schrikt me af. Daar blokkeert het.

Maar wat is er vervelend aan verantwoordelijkheid – als ik er vrijheid mee verdien? Ik ga verantwoordelijkheid nemen voor wie ik ben. Want dit ben ik. Het is niet anders. Dit is zoals ik gebakken ben, dit is de vorm waarin ik gegoten ben. En ja, ik ben anders dan anderen. Net als ieder ander trouwens.

Maar ik ben bang. Bang dat iemand me niet aardig zal vinden. Bang dat ik niet begrepen word. Bang dat ik niet mee mag doen. Bang dat ik niet gezien, of zelfs afgewezen word. Bang voor het oordeel van anderen. Een oordeel dat er niet is, maar dat ik zelf creëer. In mijn hoofd.

Ik kan kiezen. Mijn eigen leven gaan leiden, mijn eigen keuzes maken, mijn eigen plan trekken –  en vanuit die eigenheid met anderen samen leven. Gerespecteerd worden om wie ik ben. Wellicht ook gewaardeerd worden. En vooruit, misschien zelfs wel geliefd zijn.

Maar ik kan ook blijven hangen in mijn angst om mezelf te zijn. In mijn angst om uitgesproken en uitgelaten te zijn. Bang om te doen waar ik zin in heb, omdat ik er plezier in heb. Bang omdat ik denk dat er misschien mensen zijn die het niet leuk zouden kunnen vinden.

Het zou wel eens mee kunnen vallen. Ik kan niet met iedereen vrienden zijn. Maar ik kan wel veel betere vrienden worden met wie mijn vrienden al zijn. Want die willen maar één ding: dat ik ontzettend mezelf ben. Met alles erop en eraan. Dat zijn vrienden. Echte vrienden.

vrijdag, april 11, 2014

Niemand verwacht dat je alles weet en alles kan. Waarom jij dan wel van jezelf?


Gek kun je jezelf maken door aan jezelf eisen te stellen die niemand aan je zal stellen – behalve jijzelf. Hou daar mee op. Want je maakt er niet alleen jezelf gek mee, maar ook je omgeving. Je raakt er gespannen van, en schept spanning om je heen. Niemand zit te wachten op iemand die alles perfect moet doen van zichzelf.

Zou je het zelf willen, een zenuwlijder als collega? Iemand die zich op voorhand verontschuldigt dat het niet perfect is? Of niet op kan houden en maar door blijft gaan? Daar word je toch doodmoe van, zo iemand om je heen? En jij, als perfectionist, wordt weer doodmoe van jezelf. Tenminste, ik wel. Doodmoe van mezelf en mijn eigen neuroses.

Het is nog maar de vraag of je het echt zelf bent die dit wil. Of je het zelf bent die zichzelf zo voortdrijft. Of zijn het stemmetjes van ooit? Herinneringen uit een tijd waarin je dacht dat het goed was om zo je best te doen. Misschien om in de smaak te vallen, om gewaardeerd te worden. Het werkte toen, ooit. Nu keert het zich tegen je, omdat je het niet meer trekt. De spanning van alles moeten weten en alles moeten kunnen is gewoon teveel.

Wat ik ontdek: ik kan ermee ophouden als ik besef dat het een gewoonte is. Ik ben het niet, ik ben het gaan doen. Dat betekent dat ik er ook mee kan ophouden. Als ik vind dat het niet meer nodig is. Nee, niet dat stemmetje. Ik zelf. En ja, dat is hard werken. Maar anders werken. Werken aan mijn bewustzijn. En ja, dat houdt nooit op. Het is nooit klaar. Extra uitdaging voor de perfectionist die ik ben. Leren zeggen: ‘Zo! Dit is voor nu goed genoeg.’

maandag, april 07, 2014

Zeg dat je iets stoms deed. Voor een ander het zegt.


Stomme dingen doen we allemaal. Niets bijzonders. Toch hebben we de neiging om ze voor ons te houden. Je schaamt je, of je voelt je schuldig. Niet geleerd dat je fouten mag maken. Dat het er zelfs bij hoort. We hebben ook de neiging om fouten te verdoezelen. Niet geleerd om ergens ronduit voor uit te komen. Misschien het voorbeeld gehad van wegduiken, of van ‘niets aan de hand’.

Hoe dan ook, je neiging is jezelf stom te vinden als je iets stoms gedaan hebt, en het niet te vertellen. Maar ja, de waarheid komt meestal, vroeg of laat, toch wel aan het licht. En dat weet je. Je bent er bang voor. Het effect is dat je rondloopt met de gedachte dat op een dag uitkomt wat je voor stoms gedaan hebt. En dat kost energie. Het zet je relaties onder druk. Het kan je zelfs relaties kosten. En dat allemaal omdat je niet durfde vertellen wat je gedaan hebt. Alsof je een kind bent dat bang is voor straf.

Maar je bent nu volwassen. Vertel direct aan iedereen die het aangaat wat er aan de hand is. En je zult zien, je krijgt geen straf. Het kan je zelfs respect opleveren. Heb je iets stoms gedaan? Zeg het. Niets zeggen, dat is pas stom.

Ik heb de neiging om niks te zeggen. Maar dan blijf ik er mee rondlopen. En het zeurt ondertussen wel. Achtergrondruis. Of om het weg te stoppen. Alsof het daarmee verdwijnt. Nee, het blijft aanwezig. En altijd de angst dat het boven komt. Dat iemand er over begint. Dus me al op voorhand schrap zetten. Wat een energieverspilling.

En hoe het komt? Het komt, denk ik, niet zozeer omdat ik nooit iets fout mocht doen. Het komt vooral ik van mezelf altijd alles goed moet doen. Omdat ik van mezelf geen fouten mag maken. Ik ben een stuk meer ontspannen sinds ik dat wel mag. En zo snel mogelijk toegeef dat ik iets stoms gedaan heb. Waarbij je je nog kunt afvragen in hoeverre iets stoms doen ‘fout’ is. 

vrijdag, april 04, 2014

Als je iets doet doe het goed


woensdag, april 02, 2014

Je kunt meer dan je ooit kan bedenken.


In ons hoofd zitten onze grootste beperkingen. Daar denken we te weten wat wel en niet kan. Vooral hoe het niet kan. Hoe het al of niet zit. Vooral niet zit. Zoals we ooit dachten dat aarde zo plat is als een pannenkoek. Waar je van de rand kon vallen.

We zijn tot grootste dingen in staat. In het klein en in het groot. Als je zou weten wat, zou dat je zo bang kunnen maken dat je gelijk afhaakt. Beter weet je het niet. Ga het maar doen. En gebruik daarbij je hoofd. Niet om jezelf te beperken. Maar om helder te denken en vooruit te komen.

Twitter Delicious Facebook Digg Stumbleupon Favorites More