donderdag, december 19, 2013

De boardroom als zandbak. Over samenwerken, beoordelen en veroordelen


We leven in een van de meest efficiënte landen ter wereld. Nog sneller en strakker kan bijna niet. Als er ergens nog iets te verbeteren valt, dan is het door beter samen te werken. En als er iets is dat samenwerken belemmert, dan zijn het oordelen. Niet een professionele beoordeling van een situatie of een doordachte mening over een vraagstuk. Nee, oordelen over een ander. Iets van een ander vinden. Het persoonlijk maken. Veroordelen. Waardoor we al snel belanden op het niveau van een kleuterklas. Ons gedragen alsof we op het schoolplein zijn. Sympathieën en antipathieën, erin of eruit, onder of boven. De boardroom als zandbak.

Vertraging en verstopping
We hebben niet door hoeveel tijd we verdoen en hoeveel energie we verstoken aan iets-van-elkaar-vinden. We modderen voort en noemen het werken. En worden er nog goed voor betaald ook. ‘Drukke dag, zware vergadering, ingewikkelde bespreking.’ Maar is het nou echt zo druk, zwaar en ingewikkeld? We maken het ervan. Door de oordelen die we onbewust over elkaar hebben en ongemerkt uitspreken. Of, als we op managementtraining zijn geweest, de oordelen voor ons houden, maar nog steeds uitstralen. Of door, als we ervaren raken en ons leiders wanen, heel beschaafd niets te zeggen maar wel vooringenomen te handelen. Met alle gevolgen van dien: verwarring en misverstanden, conflicten en tegenwerking. Wat weer leidt tot nog meer oordelen. De ander begrijpt het niet, of deugt zelfs niet. Het vertraagt en het verstopt. En het kost ongelofelijk veel tijd, geld en energie. Weg winst, weg werkplezier. Hoezo doelmatig?

Veinzen en lippendienst
Ga eens na waar in de laatste bespreking over gesproken werd. Was dat echt allemaal relevant? Had dat niet veel korter gekund? Waarom werd over dat ene onderwerp zo lang en oeverloos gediscussieerd? En waarom werd op dat andere heikele punt nauwelijks ingegaan? Wat gebeurde er eigenlijk? Welke agenda’s speelden er ondertussen? Wat werd er juist niet gezegd? Hoe werd er geveinsd? Was er lippendienst? En hoe was het na afloop van de bespreking? Bij de deur, in de lift, bij een broodje? En met wie heb je dat weer besproken?

Beoordelen en veroordelen
Allemaal gedoe waar niemand blij van wordt. Maar waar we allemaal aan meedoen. We weten niet beter. Want zo gaat het toch in ‘het echte leven’? We zijn er mee grootgebracht. Al heel snel en jong leer je ‘hoe de wereld in elkaar zit’.  En dat gaat langs de lijnen van tegenstellingen. En oordelen helpen daarbij. Goedkeuring en afkeuring. Dat maakt het overzichtelijk en indeelbaar. Niet het praktische beoordelen waar we sinds de oertijd gevaar mee inschatten en het juiste voedsel mee onderscheiden. Nee, het persoonlijk oordelen over andere mensen. Iets vinden van  de persoon van de ander. Niet beoordelen maar veroordelen. Wat vanzelf leidt tot conflicten en uiteindelijk oorlogen. Hoef je niets voor te doen.

In de spiegel kijken
Oordelen zijn de oorzaak van oorlogen. In het klein en in te groot. Thuis en op het werk. In de polder en in Syrië. De vraag is niet: Hoe stop je oorlog? De vraag is: Hoe stop je met oordelen? Veroordelen wel te verstaan. Niet nuttig beoordelen, zoals mensen of situaties goed inschatten. Nee, persoonlijke oordelen, vooroordelen. Oordelen vol vooringenomenheid, omdat je kijkt door een gekleurde bril. Een roze of een donkere bril is dan om het even, de werkelijkheid is vertekend.
En wat als die oordelen dan ook nog projecties zijn? Projecties van oordelen die je onbewust over jezelf hebt? Die je naar buiten knalt omdat ze te erg zijn om over jezelf te hebben? Dan helpt naar binnen kijken. Maar hoe doe je dat als je denkt dat het allemaal komt door ‘hen, daar buiten’? Door ‘hullie’, iedereen die jou kwaad wil doen?
Wat dan nog helpt is tot stilstand komen. Niet meer verder kunnen, je gevloerd voelen. Of je helemaal lens schrikken, en verbijsterd zijn. En in die kwetsbaarheid zien wat er werkelijk gaande is. Gaan begrijpen dat wat je denkt te zien allemaal over jezelf gaat. En dat je er alleen maar uitkomt als je jezelf onder ogen ziet. In de spiegel kijkt en begrijpt dat je goed bent zoals je bent. Dat je niet over het hoofd gezien wordt, of niet gehoord. Dat niemand boos op je is, dat je niemand teleurstelt. Dat aanval en verdediging niet meer nodig zijn. Dat oordelen je niet verder brengen. Integendeel.

Zonder pantser
Oordelen brengen je waar je niet wilt zijn. In oorlog, op zijn best gewapende vrede. En op een dag trek je het niet meer. Dan is het op. Voel je je kwetsbaar. Gek genoeg precies wat nodig is. In die kwetsbaarheid kun je de moed vinden om jezelf te laten zien. Zonder je pantser, ongewapend – dit ben ik. Je overgevend, met een witte vlag. Dat is doodeng. Maar het is de enige weg naar vrede. Vrede met jezelf, en houden van jezelf. En dan volgt de rest, de anderen, wonderlijk genoeg vanzelf. Want oordelen over jezelf verdwijnen vanzelf, als je jezelf onder ogen kunt zien en accepteert. Wanneer je het ontkende en het onopgeloste, het onbekende en het onbewuste in jezelf bewust wordt. Beter, bewust wilt worden, of nog beter, durft te worden. Omdat je voelt en begrijpt dat het zo niet langer gaat - dat je het gewoonweg niet meer trekt.

Verlangens en behoeften
Pas dan kom je erachter dat die oordelen projecties zijn. Ze gaan niet over die ander. Je krijgt door dat het klopt wat je vroeger zong: ‘Wat je zegt ben je zel-luf!’ Ineens begrijp je dat je in die ander je eigen opgeborgen verlangens en onderdrukte behoeften ziet. ‘Je bent gewoon jaloers!’, blijkt een waar woord. Nee, natuurlijk ben je niet jaloers op die karikatuur waar je je zo aan ergert en boos over maakt. Je verlangt naar de kracht en de energie die daar achter zit. En die bij jezelf – van jou zelf! – niet boven mag komen. Allemaal oordelen over jezelf. Onmacht en frustratie die je naar buiten richt. En dan heeft de ander het gedaan.

Gevoelige plekken
En je ontdekt nog iets. Die oordelen zijn bescherming. Ze houden mensen van je af. Zorgen voor voldoende afstand. Dat voelt veilig. Het is slim en handig. En daar heb je goede redenen voor. Want ooit ben je – net als ieder ander – geraakt op je meest gevoelige plekken.En dat gaat je niet nog een keer gebeuren. Zeker niet door mensen die je doen denken aan degenen die jou ooit kwetsten. Maar die beschermende oordelen sluiten ook af. De deur gaat ervan dicht. Waardoor de communicatie niet soepel, of zelfs niet loopt. Waarvoor je weer op cursus wordt gestuurd. Enzovoorts.

Open en kwetsbaar
Op een dag wil je dat gedoe niet meer. De dag dat je besluit volwassen te worden. Omdat je begrijpt dat al die oordelen over jezelf gaan. En dat ze een vorm van bescherming zijn die je niet meer nodig hebt. Sterker nog, dat oordelen verwijdering veroorzaken waardoor je alleen komt te staan. En dat omgekeerd het loslaten van je bescherming juist verbinding met je omgeving oplevert. Dat openheid en kwetsbaarheid weliswaar doodeng zijn maar ook supereffectief. Dan ervaar je dat je op je werk blij kunt zijn. Omdat je blij bent met jezelf. En als je het goed hebt met jezelf ben je niet bezig met wat er aan anderen niet deugt. Met mensen die er van zichzelf mogen zijn is het goed samenwerken. Want mensen die blij zijn met zichzelf veroorzaken geen gedoe. Samenwerken begint met werken aan jezelf.

Leestip: Godfried IJsseling, Weg van de eenvoud – Essentie als kompas voor organisaties, Scriptum (2011) | www.weg-van-de-eenvoud.com

Verschenen in: Tijdschrift voor Management Development, jaargang 21 | nummer 4 | winter 2013

0 reacties:

Twitter Delicious Facebook Digg Stumbleupon Favorites More