Communicatie begint met luisteren, kijken, waarnemen. Dat betekent eerst rustig worden: niets willen, nergens op uit zijn. Communicatie gaat over aansluiten en aanvoelen, niet zenden en ontvangen. Communicatiekracht zit diep van binnen, en kan soms heel zacht klinken. Bij kracht denken we aan groot en sterk – het kan een fluistering zijn. Het gaat niet om volume en bereik, maar over intentie en energie. Communicatie begint met nieuwsgierigheid en verwondering. Openstaan, aandacht hebben – oprechte vragen stellen: ‘Hoe doe jij dat nou?’, ‘Hoe kijk jij er tegen aan?’ Je open stellen voor een andere kijk, een ander geluid. Aandacht voor de kijk en het geluid – het gevoel van de ander. En kun je dan ook genieten van wat een ander te vertellen heeft? We hebben allemaal een verhaal, en we vertellen graag ons verhaal. Maar de ander heeft ook een verhaal – en boeit diens verhaal jou ook? We zijn zo gewend zelf te vertellen, zelf te zenden, een ander te overtuigen. Ondertussen verlangen allemaal naar elkaar en naar verbondenheid. Verbinding begint met loslaten van je eigen verhaal. ‘Wat is jóuw verhaal?’, dat is de vraag. Die vraag kun je om te beginnen aan jezelf stellen. Aandacht, echte en oprechte aandacht voor je eigen verhaal. Pas als je daarmee klaar bent ontstaat er ruimte voor andermans verhaal. Want anders is de kans groot dat je naar een ander luistert... Terwijl je ondertussen je eigen verhaal wilt vertellen. Communicatie gaat over aansluiten, verbinden. Verbinden – om te beginnen met jezelf. En dat is het allerlastigste, want... Je verbinden met jezelf is jezelf ontmoeten. En dan loop je tegen oordelen aan – over jezelf. Oordelen die je vaak zomaar projecteerde op anderen. Jouw opvattingen over hoe het hoort: ‘Kan niet, mag niet’. We zitten er overvol mee, en grotendeels onbewust. Maar wat gebeurt er in de loop van je leven? Je wordt je bewust van al die onbewuste opvattingen. Ze huizen in je kop – je weet vaak niet eens hoe je er aan komt. Je vindt het: ‘Het is zo’, ‘Het kan niet anders’, ‘Zo gaat het nou eenmaal’. Je staat niet open voor een andere kijk, want daarboven zit het vast. En je voelt je gesterkt door al die anderen die het ook vinden. Natuurlijk: die denken in hetzelfde kader, even beperkt. Zo houden we in stand zoals het gaat, en hoe het hoort. Waardoor er van alles niet gedacht, gezegd en gedaan kan worden. En zo doen we onszelf en elkaar tekort – de hele dag door. Zo is van alles onbespreekbaar – ‘Njet’, ‘No Go’. Maar op een dag gaat het niet meer: ‘Zag ik mij in een donker woud verloren’ En je loopt verschrikkelijk tegen jezelf aan. Je trekt het niet meer, het is op – het is c r i s i s . Het is Dante’s hel, en we komen het allemaal terecht. Daar kom je jezelf tegen – en dat schijnt heel erg te zijn... Inderdaad: schijnt – want het is het beste dat je kan overkomen. Want wat wil je nog meer? Eindelijk, na al die jaren! Daar ben je dan. De afgelopen tijd daalde ik af naar de bodem van het dal. Narigheid en gedoe, ik wilde er niet zijn. Maar de bodem van het dal... Dat blijkt de basis in mezelf te zijn. Waar ik bang voor was, niet wilde zijn... Is de plek waar ik me thuis voel, geborgen weet. Het is er niet goed of fout, niet leuk of vervelend: Daar gaat het niet om – het is niet van toepassing. In mijn basis is het rustig, daar ben ik tevreden. Ik heb er geen haast, en ben nergens op uit. Daar wil ik niets, en er gebeurt van alles. Als een kind, nog onbevangen... Geniet ik er van het leven. Daar heb ik geen oordelen. Daar sta ik open voor wat er is. Daar keur ik niets op voorhand af. Daar is geen strijd tussen hoofd en hart. Daar raak ik niet in de knoop met mezelf. Daar is er ruimte, voor mezelf en voor anderen. Daar ben ik nieuwsgierig, verbaasd, en verwonderd. Daar heb ik oprechte belangstelling voor een ander. Daar hoef ik het met niemand eens te zijn, en zij niet met mij. Daar kan ik zeggen: Oh, zie jij het zo? Dat wist ik helemaal niet!’ Daar durf ik te zeggen wat ik op mijn hart heb. En pas dan is er kans op verbinding. Dan hebben we het ergens over. Dan is er sprake van vervulling. Al het andere is vulling... Verveling en ruis. Wonderlijk, dat je eerst naar de bodem moet om die innerlijke rust te vinden... En het kost aandacht en energie om daar te blijven en te genieten. Want vreemd genoeg, je wilt er toch weer weg... Gesproken column, 28 november 2012, bij Ten Have en Partners
0 reacties:
Een reactie posten