Creativiteit is het belangrijkste wat je kunt ontwikkelen. Creatieve mensen weten zichzelf te redden, net als creatieve organisaties. Ze verzinnen eenvoudige oplossingen voor ingewikkelde problemen. Creativiteit staat aan de wieg van alle wetenschappelijke doorbraken en van elk marktsucces. Van ‘Eureka!’ tot het geeltje van 3M. Maar creativiteit leer je niet op school. Sterker nog, waar we als samenleving de meeste behoefte aan hebben leren we op school af. Om jaren later naar de Baak gestuurd te worden – om ‘creatief leiderschap’ te ontwikkelen. Waar mensen als ik dan weer hun brood mee verdienen. In kwaliteitstermen: allemaal reparatiekosten.
Hoe het gaat. Je komt onbevangen ter wereld. Je bent speels, onderzoekend en wilt graag leren. Je bent nog aangesloten op iets onnoembaars. Maar dat leer je snel af. Binnen de lijntjes kleuren en met je rechterhand schrijven. Lang leve de linkerhersenhelft. Die we testen met de allesbepalende Cito-toets. Jaren later zit je ineens op een creativiteitstraining. Want je organisatie moet innovatiever worden. En jij creatiever. Daar hoor je over je ont-wikkelen, je eigen bron aanboren en het spelende kind in jezelf terugvinden.
Waardering en bewondering
Nog zoiets. Vaak moet je wachten tot je afscheid om te horen wat mensen nou echt aan je waarderen. Afscheid op het werk of afscheid van het leven. Op je receptie hoor je de mooiste dingen over jezelf. Je gaat bijna uitzien naar je begrafenis of crematie! We vinden het normaal. Je doet je werk goed en dat wordt for granted genomen. Geen loftrompet, want straks ga je nog naast je schoenen lopen. Of erger, om opslag of bevordering vragen.
Of het gaat zoals mij een paar jaar geleden gebeurde. Mijn grootste opdrachtgever was ontzettend tegen me uitgevaren. Ik vond dat ik dat nergens aan had verdiend. Daarover hadden we een heftig gesprek waarin we onszelf aan elkaar durfden te laten zien. Gelukkig. Even niet de grote stoere jongens uithangen. Wat bleek? Zonder dat we het van elkaar wisten bleken we grote bewondering voor elkaar te hebben. Dat hadden we elkaar nog nooit laten weten! En na al die jaren deelden we dat – eindelijk. Complimenten over en weer. Ruzie voorbij. Letterlijk opgelost.
De Nintendo Generatie
Er is iets aardigs gaande. In 1984 kwam de eerste spelcomputer van Nintendo op de markt. In een Nintendo-spel krijgt je minstens zestig positieve bevestigingen... per minuut. Dat is minimaal elke seconde een toejuiching! Wereldwijd is inmiddels een complete generatie opgegroeid met Mario’s ‘Okey dokey!’, ‘Woohoo!’, ‘Let's a-go!’, ‘It's-a me! Mario!’ Dat is andere taal dan de generatie ervoor te horen kreeg. Die werden groot met Calimero: ‘Zij zijn groot en ik is klein, en da’s niet eerlijk, o nee...’ Met bijbehorend complex. De Nintendo-generatie komt eraan. Die leven van bevestiging. Thumps up.
Dat kan ook doorslaan. Je ziet het in sport en entertainment. De opgestoken duim na de gemiste voorzet, het elkaar toejuichen in de talentenjachten op tv. Het onaardt in kritiekloos aanmoedigen. Alles is goed, en alles is leuk. Ouders langs de sportvelden die de nare overtredingen van hun eigen kind niet zien – en het leren dat het de schuld van de scheids is. Weer een onmogelijk kind erbij. Idols-ouders die niet horen dat hun kind domweg vals zingt. Met alle gevolgen voor het kind – neergesabeld door de weinig complimenteuze maar wel deskundige jury (‘klootzakken!’). Nog een getraumatiseerd kind erbij.
Complimenten kosten niets
Het kan toch niet waar zijn dat je de mooiste dingen over jezelf pas te horen krijgt als je vertrekt? Of in een ruzie als je bijna vertrekt? Wat zou er gebeuren als het normaal wordt om elkaar te laten weten wat je in de ander het meest waardeert? Je zelfvertrouwen stijgt, net als je eigenwaarde. Je voelt je sterker en steviger. Minder onzekerheid, minder stress, minder onduidelijkheid, minder energieverlies. Je hoeft niet meer naar een coach of training om een boost te krijgen: die geef elkaar je dagelijks!
En het kost niets... Behalve aandacht. Aandacht voor iemands inzet, voor iemands betrokkenheid. Er eerlijk en oprecht aandacht aan besteden wanneer iemand iets goed doet, of het goede doet. Complimenteren. Elke keer. Elke keer? Ja, elke keer weer! En zeker bij mensen die ogenschijnlijk weinig goeds doen. Juist daarbij werkt het: de chagrijnigste muts van de afdeling, die irritante k-marokkaan met dat petje, verzuurde en gescheiden blanke vijftigers met snorren en plusglazen. Verrassingseffect. Complimenteren is niet alleen de goedkoopste maar ook de krachtigste manier om de sfeer in een organisatie duurzaam te verbeteren en kostenloos meer te presteren. Best things in life are free.
We zijn ongelofelijk terughoudend in het uitdrukken van waardering naar elkaar. Terwijl we er ondertussen zo’n grote behoefte aan hebben. Complimenteren betekent bemoedigen en bekrachtigen. Zonder soft te worden. Realistisch en eerlijk. Hoeveel bemoedigende boodschappen geven we en ontvangen we op het werk? Hoe vaak zeggen we: ‘Goed gedaan!’ of ‘Bedankt!’? Hoe vaak geven we elkaar een welgemeend compliment? Thuis gaat misschien nog wel, maar op het werk schijnt het erg lastig te zijn.
Verlegenheid
Wat let je om een compliment te maken? Verlegenheid. Hetzelfde verschijnsel dat zich voordoet wanneer je een compliment ontvangt. In de complimentenronde (zie kader) is het zowel grappig als genant wanneer mensen (veel, en vaak!) zich niet meer alle complimenten die ze hebben ontvangen ook kunnen herinneren. In een beledigingenronde zou dat niet gebeuren! Beledigingen onthouden we goed, veel te goed. Ze komen hard binnen en we slaan ze diep op. Kantoormasochisme. Complimenten zijn lastiger om bewust te horen en goed op te slaan. Misschien omdat we het gewoon niet gewend zijn. Hoe dan ook, het blijft verbazingwekkend, die verlegenheid wanneer je iets positiefs over jezelf hoort.
Wanneer je iemand een compliment geeft laat jezelf zien. Dat houdt tegen. Want wat zal die ander daarvan denken? Het maakt verlegen. Je voelt je kwetsbaar. Bovendien, een compliment komt niet zomaar op. We lijken meer (in)gericht op kritiek hebben dan een compliment geven. Kritiek is gebruikelijk, een compliment is bijzonder. In de media en de politiek zie je dat uitvergroot – met PowNed, Geen Stijl en de PVV als kampioenen. En aan kritiek is wantrouwen verbonden. Zie voor voorbeelden diezelfde media en politiek. Niemand is te vertrouwen en daarom is een compliment van een ander ook niet te vertrouwen: ‘Mot je wat van me?’ Andersom vertrouw je jezelf niet – en verdenk je jezelf van opportunisme – als je een compliment geeft: je wilt iets van die ander. Maar zoals de waard is...
Kwetsbaarheid
Complimenten geven lijkt net zo moeilijk als gewoon aardig zijn. Want wat doe je dan? Je toont je kwetsbaar. Je laat zien wat iets of iemand met je doet. Je doet je vizier omhoog, je harnas open. Met alle risico’s van dien. Tenminste, dat denk je. Maar het grootste risico dat je loopt is dat je zelf iets aardigs terughoort, dat je zelf een compliment krijgt. Ik vertelde een goede vriend dat ik de laatste tijd zoveel aardige mensen tegenkom. ‘Dat doe je zelf,’ was zijn antwoord. ‘Kwetsbaarheid is ontwapenend. Aan iemand die vriendelijk is durf je je eigen vriendelijkheid te laten zien.’
Ruimte voor creativiteit
Creativiteit vraagt om onbevangenheid en zelfvertrouwen. Die kwaliteiten groeien niet in een sfeer van angst. Wel in een sfeer van bemoediging en bekrachtiging (zie kader Hoe werken complimenten?). In een omgeving waarin geen angst is om het fout te doen en juist het goed en het goede doen wordt toegejuicht. Complimenteren schept ruimte voor creativiteit en draagt zo direct bij aan het creëren van een innovatief klimaat. Gratis en voor niets.
Hoe werken complimenten?
Complimenten halen het beste naar boven, omdat ze het beste benoemen. Een compliment maakt op een positieve manier duidelijk welk gedrag gewaardeerd wordt. Degene die het compliment ontvangt weet dat en kan uit verlangen naar die waardering dat gedrag vaker vertonen. Want gewaardeerd gedrag zet je voort, het herhaalt zich. Complimenteren is een vorm van positieve bekrachtiging. Het is het tegenovergestelde van negatieve bekrachtiging. Dan wordt er druk uitgeoefend, of er is sprake van dwang of sancties. Een voorbeeld is afgedwongen verandering. Je doet het niet uit vrije wil, of omdat je zin hebt om dat te doen. Je doet alleen maar het hoogst noodzakelijke en je houdt er ook weer zo snel mogelijk mee op. Daarom mislukken zoveel verandertrajecten. En in samenlevingen en bedrijven met een steeds hoger opleidingsniveau laten steeds minder mensen zich dwingen.
Druk en dwang komen goed beschouwd voort uit angst. Angst dat iets niet vanzelf gaat. Of niet op de gewenste manier gaat. Vaak ontstaat druk en dwang ook uit de behoefte om op korte termijn iets voor elkaar te krijgen. Of uit angst om de controle te verliezen. Dan kan het met geweld gaan. Vaak met weinig duurzaam resultaat. En soms ook tegen hoge kosten (handhaven, straffen). Druk en dwang werken ook via angst. Belonen, waarderen en complimenteren is het omgekeerde van controleren, dreigen en straffen. De aandacht gaat uit naar wat goed is, in plaats van wat niet goed gaat.
Complimenteren is een vorm van belonen. Het laat, in tegenstelling tot straffen, ruimte. In die ruimte kan creativiteit gedijen. Want voor creativiteit heb je nu eenmaal ruimte nodig. Om creatief te zijn moet je risico durven nemen: uitproberen, het fout laten gaan, overnieuw beginnen. Angst om gestraft te worden belemmert creativiteit. Maar ook gehoorzaamheid belemmert creativiteit. Want gehoorzaamheid is uiteindelijk vermijding van straf. Daarom is gehoorzaamheid, met op de achtergrond dreiging met straf, de dood in de pot.
(Verschenen in Leren in Organisaties / december 2010, met dank aan dr Marius Rietdijk)
0 reacties:
Een reactie posten