Kun je trouw zijn aan je werk zoals je trouw bent aan je man of vrouw? Niet opgeven als het tegenzit? Doorgaan in het vertrouwen dat het op een dag weer goed komt, of zelfs beter wordt? Niet naar een ander als je je zin niet krijgt of ontevreden bent? Misschien heeft het met leeftijd en levensfase te maken. Net als in je liefdesleven kom je in je werk verder door van alles uit te proberen. Door niet trouw te zijn ontdek je wat je wilt en waar je van houdt. Daarom ben ik blij dat ik niet met mijn eerste vriendinnetje getrouwd ben. En niet meer het werk doe waarvoor ik ooit ben opgeleid.
Je kunt ook zo trouw zijn dat je jezelf uit het oog verliest. Jezelf en je talent tekort doen en zo jezelf kwijt raken. In een huwelijk raken mannen dan aan de drank en vrouwen verslaafd aan shoppen. Maar dan gaat het niet meer over trouw. Dat is gebrek aan moed om te doen wat je wilt. Jezelf uitspreken en consequenties trekken. Op dat soort laffe trouw zit een organisatie niet te wachten. Je wilt oprechte trouw. Net als in een liefdesrelatie. Zoals Joost van den Vondel al dichtte. ‘Waer werd oprechter trouw / Dan tusschen man en vrouw / Ter weereld oit gevonden?’
Maar wat heet oprecht? En zijn organisaties wel oprecht? Organisaties willen graag dat je trouw bent. Ze willen trouwe aandeelhouders, trouwe klanten en trouwe medewerkers. Maar de trouw die organisaties zo hogelijk zeggen te waarderen heeft ook iets opportunistisch. Een medewerker wordt gewaardeerd. Letterlijk. Iemand heeft waarde voor een organisatie. Die waarde drukt zich uit in salaris, bonussen, opleidingen. Als organisatie investeer je in iemand en die investering wil je eruit halen. Die wil je binnenhouden. Want vertrek is verlies, een desinvestering.
Vergelijk een liefdesrelatie, je hebt zoveel tijd en energie in elkaar gestoken, dat wil je niet weggooien. Je klampt je aan elkaar vast. Langzaam maar zeker voel je je tot elkaar veroordeeld. Een leven lang wordt levenslang. Je weet je niet meer wat je het liefste zou willen. In een organisatie is het niet anders. Je voelt je gebonden door wat je ooit boeide. Binnengehouden. Je loopt vast en je wordt een last – voor jezelf en je omgeving. Te lang bij elkaar gebleven. Opgesloten in een gouden kooi. Met elkaar opgescheept. Elkaar de schuld gevend. Alleen met veel pijn kan de relatie dan nog worden verbroken.
Dan blijkt dat je allebei opportunistisch bent geweest. Was je echt blij met elkaar? Was je als organisatie echt blij met iemands bijdrage? Of waren er onuitgesproken twijfels? Kwam het gewoon goed uit? En als medewerker, was je blij met wat je bijdroeg? Was dit echt wat je wilde? Vervulde dit werkelijk? En dan kom je erachter: ik ben niet eerlijk geweest. Noch naar mezelf, noch naar de ander. Zo is trouw zijn uiteindelijk een kwestie van bewustzijn. Een state of mind. Een permanent aanwezig besef van je eigen drijfveren. Waarom doe ik dit eigenlijk? Word ik hier blij van? Vervuld mij dit? En dat gaat wel even verder dan: Word ik hier beter van? Want die vraag beperkt zich tot materie – tot GSM: Geld, Status & Macht. Lees Het drama Ahold, lees De Prooi.
Oprechte trouw betekent om te beginnen volkomen trouw zijn aan jezelf. Trouw aan je eigen waarden. Wat die waarden ook mogen zijn. Als ze jou maar duidelijk zijn. En als je die waarden maar duidelijk maakt aan je omgeving. Dan hoeft niemand zich voor de gek gehouden te voelen. Dan kun je kiezen voor de omgeving waar je het meest tot je recht komt. Waar jouw waarden sporen met de waarden van degenen om je heen. Dan ben je vanzelf trouw aan de ander, aan de organisatie. Want je bent trouw aan hetzelfde. Je deelt dezelfde waarden. En alleen op gedeelde waarden kun je een organisatie bouwen.
Wanneer je weet wat je waarden zijn kun je ook doen wat je wilt. Doe Wat Je Wilt! En mocht je bang zijn dat je dan ontspoort kun je daar nog iets aan toevoegen. Doe wat kerkvader Augustinus – nadat hij ongeveer alles gedaan had wat God verboden had en erachter was gekomen dat hij daar niet gelukkig van werd – aanraadde: Ama et fac quod vis – Love, and do what you will. Liefde als veiligheidssluiting. Eerst in de dop knijpen anders krijg je de flacon niet open. Dat lukt alleen als je je ervan bewust bent. Truc special: stel jezelf bij alles wat je doet de vraag: ‘Is dit liefdevol?’
Met de vraag ‘Is dit liefdevol?’ ontstijg je ook het troosteloze trouw zijn. Trouw zijn omdat het zo hoort. Het kan liefdeloos zijn om te blijven en juist liefdevol om te gaan. In je liefdesleven en in je werkende leven. Trouw ben je aan iets dat je werkelijk past. Dan ben je trouw aan jezelf, uit liefde voor jezelf. Dat maakt je ook betrouwbaar. Mensen weten wat ze aan je hebben. Zo horen trouw en liefde bij elkaar. Door je bewust te zijn van wat je werkelijk wilt en daarnaar te handelen. ‘Waer werd oprechter trouw..?’ Bij jezelf, diep van binnen.
(Verschenen in Tijdschrift voor Management Development, najaar 2009)
0 reacties:
Een reactie posten