(foto: MeRy / www.mery.nl)
Gesproken column - Reuring! Café, 21 oktober 2009
We overvragen de overheid. De overheid moet ervoor zorgen... dat onze kinderen op school meer leren, dat ze minder dik worden, dat ze meer buitenspelen, dat ze beter worden opgevoed. En dat er in het algemeen minder kinderen worden doodgeslagen (elke week een) en o ja, dat meer vrouwen langer werken en op hogere posities belanden.
Maar wat ben ik blij dat meestal een van ons tweeën, en dat is meestal mijn vrouw, thuis is als onze kinderen van school komen - hen ziet, hen in de gaten heeft. Want de enigen die echt kunnen opvoeden zijn ouders. Al het andere is surrogaat.
Opvoeden is geen aktiviteit, het is aanwezigheid, het is er zijn. (Heeft mijn vrouw me net uitgelegd. Heel frustrerend trouwens, dat aanwezig zijn, want je ‘doet’ niets.) Opvoeden is onvoorwaardelijk. Het is hard werken maar het is geen baan. En iedereen die betaald krijgt is er uiteindelijk voorwaardelijk. Die is er voor zijn werk, hoe betrokken ook. Per saldo is het betaalde liefde.
Maar ondertussen hebben de meeste ouders geen idee wat opvoeden inhoudt – ik ook niet. Je kunt er niet voor doorleren. Er zijn geen diploma’s voor. (Godzijdank, anders ging de overheid dat ook nog regelen.) Als ouder heb je ervaringen met je eigen opvoeding, positief en negatief. Je kunt daar voornemens aan ontlenen. Maar het grootste deel van opvoeden doe je toch onbewust. En dan begint het probleem. Waar we graag een maatschappelijk probleem van maken. En naar de overheid kijken. Maar het is een persoonlijk probleem.
(‘Waarom beginnen Marokkaanse kinderen gelijk te slaan?’ vroeg een van onze kinderen. Het enige wat ik kon zeggen was: ‘Ze zullen wel niet anders leren.’ Of zoals Bill Cosby een keer zei: ‘Hurt people hurt people.’)
Opvoeden begint bij je eigen opvoeding. Hoe ben je zelf grootgebracht? Wat wil je daarvan overnemen? ‘Alles wat je zelf oplost geef je niet door aan je kinderen,’ maakte een wijze therapeut mij ooit duidelijk. En daar kan de overheid niets aan doen.
Ik geloof in mensen. In hun eigen kracht. Mensen die zichzelf helpen, en anderen helpen. In die volgorde. Thuis, om hen heen. In hun familie, bij vrienden. In de straat en op school.
Zorg en liefde kun je niet uitbesteden. Je kunt het wel ontwikkelen, met hulp van anderen. Vaak pas na de nodige ellende. Het kan groeien. Het begint met liefde voor jezelf. Dan komt die ander. Dat wens ik alle tienermoeders en importbruiden toe. Alle vaders en moeders. En vooral onze kinderen.
0 reacties:
Een reactie posten