Steeds meer mensen weten zich prima te redden. Ze zijn goed in nutstaken. Ze richten scholen op voor hun kinderen, stichten verpleeghuizen voor hun ouders, beginnen een onderling waarborgfonds, delen auto’s, produceren samen schone energie, regelen met elkaar de waterhuishouding in hun wijk, onderhouden het groen in hun buurt, maken voor hun gebied een bestemmingsplan, stellen een wijkmanager aan.
Ze zeggen: ‘Voor ons hoef je niet te zorgen, dat doen we zelf wel.’ Mensen die niet klagen dat de overheid te weinig doet en niet naar hen omkijkt. Ze vinden dat de overheid juist te veel doet: ‘Loop niet in de weg, vertrouw ons nou maar en laat ons met rust!’ Ze leven in een betere toekomst – waarin ze goed voor zichzelf en goed voor elkaar zorgen.
De ambtenaar van de toekomst ziet dat dit toekomst heeft. Weet dat dit zelfsturende burgers zijn. Is niet bang voor deze weldenkenden, prijst zich met hen gelukkig en juicht ze toe. Weet dat dit net kinderen zijn die op kamers gaan: ze willen graag op eigen benen staan maar wel kunnen terugvallen op het vertrouwde nest. De ambtenaar van de toekomst maakt voor deze zelfredzamen graag uitzonderingen op de regels: weet dat niets zo ongelijk is als het gelijk behandelen van ongelijken.
Maar ondertussen... ‘Uit onderzoek blijkt’ dat vier miljoen volwassen Nederlanders zich buitenstaander voelen. Deze mensen kíjken niet alleen naar Hart van Nederland, ze zíjn het hart van Nederland. Volgens bureau Motivaction leven er middenin onze samenleving vier miljoen ontevreden mensen. Ze hebben het gevoel dat ze niet meetellen. Een derde van de volwassen bevolking! Goed voor vijftig kamerzetels. Ze doen de boekhouding, rijden taxi’s, staan op steigers en draaien ploegendiensten. Ze voelen zich overvraagd, en ondergewaardeerd – in de steek gelaten, vooral door de overheid. Ze leven in een verleden waarin alles beter was – omdat er goed voor hen werd gezorgd.
Misschien ligt de grootste maatschappelijke uitdaging bij deze vier miljoen mensen. Ze zorgen voor verkiezingsuitslagen waarbij ‘zomaar’ een derde van de kamerzetels naar de flanken links en rechts kan gaan. (Dat krijg je van algemeen kiesrecht ;-) Ooit konden we lachen om Boer Koekoek, een randverschijnsel. Populisme bevindt zich niet meer aan de rand, het is mainstream geworden.
‘Volksvertegenwoordiging’ wordt inmiddels heel letterlijk ingevuld: het volk wordt vertegenwoordigd, in woord en gebaar: ‘U (dat wel!) bent knettergek.’ Wim Kan zong het al: ‘Ik vertolluk, ik vertolluk, de gevoelens van het volluk.’ Het wachten is op de volksvertegenwoordiger die Gerdi Verbeet toebijt: ‘Fok Jou Bitch!’ Of eentje met een petje, bozig tegen de premier: ‘Watzmetjou?!’ Of een met een oranje pruik op, die in de hal van Nieuwspoort ‘Ollee-ollee’ aan het wildplassen is.
De ambtenaar van de toekomst begrijpt dat ontevreden hart van Nederland. Kent die gezinnen waar inlevingsvermogen, gemeenschapszin, tolerantie, matiging en zelfbeheersing geen vanzelfsprekende waarden zijn. Weet wat het is om je niet gehoord en niet gezien te voelen. Kent de onderbuik van Nederland maar al te goed – zowel de boze capuchons (‘Pannenkoek!’) als de wanhopige plusglazen (‘Zakkenvullers!). Hoeft niet naar Rondom 10 te kijken om te ontdekken hoe de machtelozen zich voelen: bang en boos, teleurgesteld en tekortgedaan. De ambtenaar van de toekomst weet wat hier nodig is: veel liefde, nog meer begrip en volstrekte duidelijkheid – inderdaad, zoals je kinderen grootbrengt. Opvoeden, de toekomst van de ambtenaar.
Gesproken column tijdens Reuring!Café van 13 mei 2009
0 reacties:
Een reactie posten