Ik zou anderen open tegemoet kunnen treden. Onbevangen. Zonder oordeel, zonder op voorhand iets te vinden. Vrij, en vrijlatend. Dan heb ik de meeste kans op werkelijk contact, werkelijke verbinding. Dat begint met ophouden te oordelen. Om te beginnen over mezelf. Dan verdwijnen de oordelen over anderen ook vanzelf. Het zou wat zijn als me dat lukt. Want als ik over mezelf net zoveel oordelen heb als over anderen dan zijn het er wel heel veel…
Experiment. Ik ga mezelf betrappen (oordeel!) op oordelen over mezelf. Die stemmetjes in mijn hoofd die mij doorlopend becommentariëren, en vermanend en bestraffend toespreken. Stemmetjes van lang geleden. Ooit gehoord. En overgenomen. Onbewust, zo gaat dat. Maar het nu gaat nu om wat ík wil. Ik heb geen zin meer in stemmetjes die mij sturen en bepalen.
Ik ga mezelf opnieuw opvoeden. Mezelf liefdevol en bemoedigend toespreken. Opbeurend en ondersteunend. Lief zijn voor mezelf. Zo simpel. Dan ga ik op een dag nog houden van mezelf. Het zou wat zijn...
Experiment. Ik ga mezelf betrappen (oordeel!) op oordelen over mezelf. Die stemmetjes in mijn hoofd die mij doorlopend becommentariëren, en vermanend en bestraffend toespreken. Stemmetjes van lang geleden. Ooit gehoord. En overgenomen. Onbewust, zo gaat dat. Maar het nu gaat nu om wat ík wil. Ik heb geen zin meer in stemmetjes die mij sturen en bepalen.
Ik ga mezelf opnieuw opvoeden. Mezelf liefdevol en bemoedigend toespreken. Opbeurend en ondersteunend. Lief zijn voor mezelf. Zo simpel. Dan ga ik op een dag nog houden van mezelf. Het zou wat zijn...