A.L. Snijders heeft net de Constantijn Huygens Prijs gewonnen. Een paar keer per week stuurt hij via zijn mailinglist een ZKV rond, een Zeer Kort Verhaal - zijn zelf bedachte genre.
Deze ZKV vond ik vandaag in mijn postbus. Woedend, schrijnend, waar en actueel.
Het kan mij niets schelen dat Lucassen het doet met een ondergeschikte die het ook graag met hem doet. Dat hij een oude man bang maakt volgens de instructies uit het militaire martelboek, maakt me ziek van woede. In een stukje schreeuw ik. Het blijkt een culturele schreeuw te zijn, tegen het afschaffen van orkesten.
de dreiging
We hebben nu een volksvertegenwoordiger die kilometers op korte afstand achter een oude man loopt die zijn hond uitlaat. De oude man heeft de gewoonte op zijn route de eendjes te voeren, maar hij ziet ervan af, hij is bang dat de volksvertegenwoordiger hem in het water zal duwen, hij is bang dat hij zal verdrinken. Als hij thuis is, huilt hij. De volksvertegenwoordiger behoort bij de partij waar angst en dreiging gewaardeerde gasten zijn.
Op een koude herfstavond zien drie gezonde jongens een introverte knaap met een vioolkist staan op het station van Ruurlo – hij wacht op de trein, het is mistig. De jongens komen op hem af, ze vragen wat er in de kist zit. Iedereen weet wat er gaat gebeuren. Hij maakt de kist open, hij speelt voor ze. Als het genoeg is, zullen ze de viool vernielen. De komst van de trein redt het instrument. De gezonde Hollandse jongens gaan een mooie toekomst tegemoet, de partij wacht.
Deze ZKV vond ik vandaag in mijn postbus. Woedend, schrijnend, waar en actueel.
Het kan mij niets schelen dat Lucassen het doet met een ondergeschikte die het ook graag met hem doet. Dat hij een oude man bang maakt volgens de instructies uit het militaire martelboek, maakt me ziek van woede. In een stukje schreeuw ik. Het blijkt een culturele schreeuw te zijn, tegen het afschaffen van orkesten.
de dreiging
We hebben nu een volksvertegenwoordiger die kilometers op korte afstand achter een oude man loopt die zijn hond uitlaat. De oude man heeft de gewoonte op zijn route de eendjes te voeren, maar hij ziet ervan af, hij is bang dat de volksvertegenwoordiger hem in het water zal duwen, hij is bang dat hij zal verdrinken. Als hij thuis is, huilt hij. De volksvertegenwoordiger behoort bij de partij waar angst en dreiging gewaardeerde gasten zijn.
Op een koude herfstavond zien drie gezonde jongens een introverte knaap met een vioolkist staan op het station van Ruurlo – hij wacht op de trein, het is mistig. De jongens komen op hem af, ze vragen wat er in de kist zit. Iedereen weet wat er gaat gebeuren. Hij maakt de kist open, hij speelt voor ze. Als het genoeg is, zullen ze de viool vernielen. De komst van de trein redt het instrument. De gezonde Hollandse jongens gaan een mooie toekomst tegemoet, de partij wacht.