Wonderlijke tijden. Verstoring van de bestaande orde. Wat voor jou belangrijk is wordt bedreigd – en je zoekt steun, houvast, geborgenheid. Je behoefte aan zekerheid groeit, maar waar vind je die nog? De werkelijkheid schreeuwt je toe: ’Je bent op jezelf aangewezen!’ Ben je dus alleen? Nee! Want we zijn hier samen. Niemand is alleen. En we hebben elkaar nodig. Meer dan ooit. Deze tijd vraagt om tevoorschijn komen. Laten zien wie je bent. Je niet meer verschuilen maar meedoen. Inbrengen wat jij kunt bijdragen – door te doen waar jíj blij van wordt. En je door niets of niemand meer bang laten maken. Wanneer je de moed kunt opbrengen om voluit te leven – recht uit je hart, en geholpen door je hoofd – ben je minder alleen dan je denkt. Dan kun je steun, houvast en geborgenheid ervaren. Bij jezelf, en bij de ander. En dan heb je ook wat te geven – dan geef je wie jij in wezen bent.

maandag, juni 21, 2010

Niet weer een Beetsterzwaag – crisisaanpak vraagt om een uitruil van belangen

Alleen tachtigjarigen kunnen zich een heftiger economische crisis herinneren dan we nu meemaken. Alle reden om de oude links-rechts tegenstellingen opzij te zetten en te komen met oplossingen die verbinden in plaats van verdelen. In de verkiezingscampagne leek het daar niet op. Eigenbelang was het uitgangspunt. Het bestaande werd verdedigd: hoge renteaftrek, lage huur, vroeg met pensioen, weinig studieschuld en goedkope zorg. Inspelen op de angsten van de kiezer.

Een crisis van deze omvang los je niet op met denken vanuit eenzijdig belang. Dat is hoe de crisis is ontstaan, vanuit het eigenbelang van velen. En eigen belangen zijn niet alleen de oorzaak van de huidige financiële en economische crisis, maar evengoed van de klimaatcrisis, de energiecrisis en de voedselcrisis. De balans is zoek. Het gaat nu om het herstellen van een gezond evenwicht, economisch en ecologisch.

Denken in termen van links en rechts zet de zaak nodeloos op scherp en doet de werkelijkheid geen recht. Leefden we maar in zo’n eenvoudige en overzichtelijke wereld. Kon je maar zeggen wie er gelijk heeft. Iedereen heeft gelijk, afhankelijk van zijn positie en perspectief. Niemand wil duurder uit zijn, niemand wil er op achteruit gaan. Iedereen wil meer en beter. Toch moet er ingeleverd worden – om het met z’n allen weer beter te krijgen.

De kunst is om de rekening niet eenzijdig af te wentelen. Het helpt niet om anderen de schuld te geven van de huidige crisis, te wijzen naar de overheid of de bankiers – zoals een paar jaar geleden naar de politiek. Het is niemands schuld, we hebben er allemaal aan meegedaan. Elkaar bij het zoeken van een uitweg als tegenstanders zien is verlies van tijd en energie. Begrip voor elkaars redelijke wensen en verlangens is de sleutel.

CDA, PvdA en Chisten Unie hebben bij de kabinetsformatie drie jaar geleden een wonderlijk voorbeeld gegeven. In Beetsterzwaag was het zo dat als iemand iets niet wilde het ook niet gebeurde. Als je hard genoeg ‘Au!’ riep, ging het niet door. En dan mocht de ander ook iets noemen wat hij niet wilde. Dat heette dan een compromis. Kletskoek! Dat is negatieve uitruil. Een veto op hervormingen. En ondertussen werd het steeds lastiger om te doen wat nodig is.

Bij de collegevorming in gemeenten begint iets van redelijkheid zichtbaar te worden. Brede coalities, gebaseerd op ‘Ja’ in plaats van ‘Nee’. Onderhandelingen waarin elkaar iets gegund wordt. Waar iets te winnen valt voor iedereen. Dat geeft een stevige basis. Een ander iets gunnen heeft toekomst. Ruimte geven aan ieders redelijk belang.

Bovendien, de maatschappelijke vraagstukken hangen samen. Door positief uitruilen kan er weer beweging ontstaan. Neem het wonen. Je kunt het probleem van ‘scheefwonen’ niet aanpakken als je de mensen die nu te goedkoop huren geen zicht biedt op een betaalbare koopwoning – die er nu niet zijn door de prijsopdrijvende werking van de hypotheekrenteaftrek. Je kunt pas ingrijpen in de huurmarkt als je tegelijkertijd ook de koopmarkt aanpakt, en andersom. In dit voorbeeld hebben PvdA en VVD allebei gelijk... voor de helft. We moeten voor iedereen in onze samenleving zorgen. Niet alleen voor mensen die het moeilijk hebben maar ook voor mensen die het goed doen. En je moet ook aan beide kanten aanpakken wat er niet klopt.

Eenzijdige oplossingen werken niet meer. De optelsom wel. En let wel: een ander iets gunnen gaat niet over aardig zijn. Het betekent over je eigen schaduw heenstappen. Vanuit het besef dat duurzame oplossingen nooit eenzijdig zijn en altijd een groter belang dienen. Politici die nu nog met eigen belang bezig zijn hebben het niet begrepen. Stop met die platte belangenbehartiging. Begin met groter denken, en handel daarnaar. ‘Wees niet bang.’

Bijna honderd jaar geleden – in 1917, er dreigde revolutie – werd met de Pacificatie een jarenlange tegenstelling opgelost. De sociaal-democraten gunden de christen-democraten hun bijzonder onderwijs. En de christenen accepteerden algemeen kiesrecht voor mannen, de wens van de socialisten. Ze waren in staat zichzelf te overstijgen en hun angst voor elkaar te overwinnen. Het was een vrijzinnig-democraat, Cort van der Linden, die de partijen bij elkaar bracht. Voor herhaling vatbaar.

Frank van Mil is hoofd Kenniscentrum D66, het wetenschappelijk bureau van deze partij; André Meiresonne is trainer, spreker en schrijver.


Verschenen in: Trouw / Podium, 21 juni 2010

woensdag, juni 09, 2010

Durf kiezers de waarheid te vertellen


De debatten in de verkiezingscampagne richtten zich aanvankelijk op ‘breekpunten’. Inmiddels worden er coalitievoorkeuren uitgesproken. Maar de onderliggende denkschema’s van de meeste partijen zijn nog even achterhaald en dragen niet bij aan oplossingen. Eenzijdigheid en eigenbelang zijn troef.

Wie in een koophuis woont vindt dat de huren wel omhoog kunnen. Andersom, wie in een huurhuis woont vindt dat de renteaftrek wel omlaag kan. Wie goede kansen op de arbeidsmarkt heeft vindt dat de WW wel korter kan. Maar wie vaak ziek is vindt dat het eigen risico in de zorg echt niet omhoog kan. En wie nog jong is vindt dat de AOW-leeftijd wel omhoog kan.

Maar kom niet aan individuele belangen en persoonlijke vooruitzichten! De eigen opvatting blijkt domweg afhankelijk van particulier belang en maatschappelijke positie. Heel begrijpelijk, maar onvoldoende basis voor een samenleving. De verkiezingsprogramma’s spelen op deze sentimenten in: noem vooral niets waar je potentiële kiezers aanstoot aan zouden kunnen nemen! Op de keper beschouwd is het cliëntelisme en bijna alle politieke partijen doen er aan mee.

Tijdens de voorbereiding van de verkiezingsprogramma van D66 hadden wij een wonderlijke ervaring. We spraken beslissers en bestuurders door het hele land. Bijzonder redelijke en verstandige mensen die ons graag te woord wilden staan. Ze hebben maatschappelijk overzicht en economisch inzicht. ‘Natuurlijk’ zijn er hervormingen nodig. ‘Uiteraard’ is het tijd voor verandering. ‘Vanzelfsprekend’ moet iedereen zijn steentje bijdragen. ‘Maar verwacht van mij niet dat ik dat in het openbaar zeg!’ hoorden we regelmatig ten afscheid. Dat is de stand van het land: ik weet het maar ik zeg het niet – ik ben niet gek! Nee, maar zo houden we elkaar wel voor de gek. Dan ga je bijna verlangen naar koele topambtenaren die droog verwijzen naar kale CPB-cijfers.

Een eenzijdige focus op het eigen belang is niet meer van deze tijd. Geen mens kan zonder de ander. We hebben elkaar nodig. Politici die nu nog enkel met eigen belang bezig zijn hebben het echt niet begrepen. Durf de kiezer tegen te spreken. Vooral je eigen kiezers. Soevereiniteit tonen, levert respect op. Zo kan de politiek het verloren vertrouwen terugwinnen. Zeggen hoe het is, de moed hebben om te vertellen waar het op staat – zonder iemand de schuld te geven of mensen tekort te doen. In gewoon Nederlands: mensen de waarheid zeggen door eerlijk te zijn.

Frank van Mil is hoofd Kenniscentrum D66, het wetenschappelijk bureau van deze partij; André Meiresonne is trainer, spreker en schrijver.


Verschenen in: De Volkskrant, 9 juni 2010

dinsdag, juni 01, 2010

Hoe bezorg je iemand een vervelende vakantie?


T ken ik uit mijn studententijd. Nog steeds een goeie vriend. Toen we zo oud waren als onze kinderen nu, trokken we ’s zomers door Spanje en Portugal. Met een heel stel, liftend of in een oude eend. T is een gevoelige jongen, dat zie je, dat voel je. Maar hij heeft vaak geen zin om dat te laten zien. Zeker niet op zijn werk. Hij is succesvol in zijn werk en heeft van alles gedaan. Manager, interim-manager, in dienst en zelfstandig, mede-eigenaar van een adviesbureau. Als hij iets wil dan krijgt hij het voor elkaar, linksom of rechtsom. Zo één wil je erbij hebben, zeker als het ergens is vastgelopen of een zwieper nodig is.

En nu, waar gebeurd, kort geleden. Voor het eerst sinds jaren is T weer ergens in dienst. Bij een stichting die de komende jaren enorm gaat groeien, dat staat nu al vast. De vraag naar de zorg die deze mensen bieden is groot. Het is een gevoelige omgeving, de cliënten zijn kwetsbaar. De professionals die er werken zijn sensitief. T maakte een snelle start. Binnen een half jaar had hij de plannen voor de komende jaren klaar, besproken en geaccepteerd gekregen. Het was iedereen duidelijk welke kant de organisatie op zou gaan. Groter, en nog beter. T oogstte er alom respect voor. Hij rekende op een eindejaarsgesprek vol waardering voor de door hem geboekte resultaten.

Dat eindejaarsgesprek liep iets anders dan had T gedacht. Niet omdat de plannen niet deugden. Juist wel. Niet omdat er geen draagvlak voor was. Juist wel. Het ging om T zelf. Verbaasd en verbijsterd hoorde hij aan wat de voorzitter van de stichting hem te vertellen had. Vlak voor Kerst.
Wat hij deed was goed, maar hoe hij het deed niet. Alleen resultaat is niet genoeg.
T begreep er niets van. Hoezo niet goed? Ik heb de boel op de rit gekregen! Iedereen doet mee! Ik doe wat er van me gevraagd wordt! Het loopt en het werkt! Dat klopt, maar dat is niet genoeg, was het antwoord. We missen iets.

Het werd een vervelende Kerst voor T. Hij snapte er niets van. Ik word toch betaald om dit voor elkaar te krijgen? We willen toch groeien? Dan moet er wel wat gebeuren! Daar heb ik keihard aan gewerkt. En het werkt, kijk maar! Ontregeling en verzet. Dat laatste is T ook erg goed in. Hoe hij het deed blijft een raadsel – misschien beter: een wonder – maar hij ging dwars door zijn eigen weerstand heen. Was het de sneeuw die viel en hem rustig maakte? Was het de ingetogenheid van de kerstdagen? We zullen het niet weten. Wel dat hij het opgaf en rock bottom raakte.

Daar op de bodem gebeurde het. Hij vond terug wat hij al jaren kwijt was. Iets dat hij nooit met werk geassocieerd had. Iets dat je voor thuis bewaart, wat je partner en je kinderen van je kennen. Wat je pas laat zien als je je helemaal veilig voelt, en alleen aan mensen die je volledig vertrouwt. Wat een handjevol mensen van je weten. Wat je doodeng vindt om te tonen. Waar je ongelofelijk in gekwetst kunt worden. Wat pijn kan doen. Waar je je voor kunt schamen. Wat ongemakkelijk is als anderen het zien. Wat je geleerd hebt niet te laten zien. Gevoel. Jezelf.

Toen dat tot T doordrong – beter: binnenkwam – ging het hart hard. Direct na de kerstvakantie hield hij zijn nieuwjaarsspeech. We doen dit samen. Ik wil jullie bedanken voor alle steun in het afgelopen half jaar. Ik kan dit niet alleen, ik heb jullie nodig. En ik wil er voor jullie zijn. Mensen kwamen naar hem toe, bedankten hem. Zo hadden ze het van hem nog niet gehoord. En ook niet verwacht. Sindsdien weet T niet wat hij meemaakt. Er is een goede sfeer, er wordt lekker samengewerkt, er is plezier in het werk. Zo’n ontboezeming werkt aanstekelijk.

T had, vlak voor hij mid-vijftig werd, het grote geluk iemand te treffen die eerlijk was. Die iets onmeetbaars benoemde. Die daar ook geen doekjes om wond. Iemand die durfde te zeggen wat in geen enkel competentieprofiel voor een manager of directeur staat. Jezelf niet thuislaten. Je gevoel tonen. Jezelf laten zien.

T is een held. Dat hij het aanging. Die neemt dit de rest van zijn leven mee. Die is in één Kerstvakantie vele malen effectiever geworden.
De andere held is degene die hem de spiegel voorhield. Daar is evengoed lef voor nodig. Niet alleen de resultaten beoordelen, maar ook naar de manier waarop ze behaald worden. En daardoor zorgen dat een succesvolle manager zich verder kan ontwikkelen. Zo’n begeleiding gun je iedereen.

Verschenen in: Tijdschrift voor Management Development, nr 2, zomer 2010

Twitter Delicious Facebook Digg Stumbleupon Favorites More