Wonderlijke tijden. Verstoring van de bestaande orde. Wat voor jou belangrijk is wordt bedreigd – en je zoekt steun, houvast, geborgenheid. Je behoefte aan zekerheid groeit, maar waar vind je die nog? De werkelijkheid schreeuwt je toe: ’Je bent op jezelf aangewezen!’ Ben je dus alleen? Nee! Want we zijn hier samen. Niemand is alleen. En we hebben elkaar nodig. Meer dan ooit. Deze tijd vraagt om tevoorschijn komen. Laten zien wie je bent. Je niet meer verschuilen maar meedoen. Inbrengen wat jij kunt bijdragen – door te doen waar jíj blij van wordt. En je door niets of niemand meer bang laten maken. Wanneer je de moed kunt opbrengen om voluit te leven – recht uit je hart, en geholpen door je hoofd – ben je minder alleen dan je denkt. Dan kun je steun, houvast en geborgenheid ervaren. Bij jezelf, en bij de ander. En dan heb je ook wat te geven – dan geef je wie jij in wezen bent.

maandag, mei 29, 2006

Zeven persoonlijke vragen aan iedereen die leiding geeft

.......................................................................

‘Niet weer een artikel over management en leiderschap. .!’ Er wordt wat over afgeschreven. Managementtheorieen te over: we proberen de werkelijkheid te vatten in systemen en modellen. Dingen kun je regelen, een project kun je managen, maar mensen? Mensen kun je leiding geven. Maar willen ze jouw leiding ook ontvangen?

1. Wat wil je eigenlijk, en wat doe je eraan?

Weet ik wat ik wil en ben ik daar duidelijk over?
Wanneer je niet uitermate duidelijk bent over wat je wilt leidt dat al gauw tot verwarring bij alle betrokkenen. 'Dat heb ik toch gezegd?', 'Dat weet je toch?'. Niet dus. We noemen dat miscommunicatie, maar gebrek aan moed om duidelijk te zijn komt meer in de richting. Als je niet weet wat je wilt kun je ook niet duidelijk zijn. En andersom, je bent duidelijk als je helder voor ogen hebt wat je wilt.

Handel ik er ook naar, geef ik zelf het goede voorbeeld?
Niets is fnuikender dan een leidinggevende die niet de daad bij het woord voegt en zelf het goede voorbeeld geeft. Als de aanvoerder te laat komt, mag iedereen te laat komen, en als de baas fraudeert is dat een vrijbrief voor alle medewerkers. Als ik thuis tegen mijn kinderen roep: 'Jongens aan tafel!', gebeurt er niets als ik ondertussen nog even naar het toilet loop. Doe zelf wat je van anderen verlangt, wees het wandelende voorbeeld.

Voor integriteit is bewustzijn nodig. Zo vertelde een getuige in de bouwfraude-enquete dat hij tijdens een cursus op De Baak erachter was gekomen dat het gebruikelijke sjoemelen in de bouw eigenlijk een vorm van fraude was. De reactie van Paul Fentener van Vlissingen op het gedrag van Cor Boonstra en Cees Van der Hoeven was: ‘Dat doe je gewoon niet..!’. Maar ja, dan moet je het je wel bewust zijn.

2. Wat heb je te geven?

Geef ik richting?
Wijs je je mensen de weg en loop je zelf voorop? Markeer je steeds weer een volgend doel, schep je een aansprekend perspectief? Geef je een doel om naar te streven: begrijpelijk, haalbaar, binnen bereik voor alle betrokkenen?

Geef ik ruimte?
Schep je een duidelijk kader waarbinnen je mensen de ruimte hebben om zichzelf te zijn en het beste te geven? Elke ruimte, zelfs het heelal, houdt ergens op: geef je duidelijk aan waar de grens ligt in termen van tijd, geld en middelen?

Geef ik rust?
Laat je je mensen met rust, zodat ze hun werk kunnen doen? Val je hen niet lastig, laat je hen? Mensen weten vaak meer dan ze denken... en misschien ook wel meer dan jij denkt. Geef je mensen de kans dat te ontdekken? Geniet van hun vindingrijkheid!

Durf ik vrijheid te geven?
Kun je het aan om je mensen los te laten en het bereiken van resultaten aan hen over te laten? De meeste zijn per slot professionals, ze worden geacht te weten waar ze mee bezig zijn. En... als je echt denkt dat je het zelf beter kunt dan ga je het toch lekker zelf doen?!

Durf ik verantwoordelijkheid te geven?
Kun je niet alleen taken, maar ook de bijbehorende verantwoordelijkheden overdragen? We hebben het over volwassen mensen, goed opgeleid en toegerust voor hun werk. Ze zijn er toch voor aangenomen?

Durf ik vertrouwen te geven?
Kun je leven met de gedachte dat het misschien niet helemaal goed gaat, of in ieder geval anders dan je het zelf zou doen? Misschien gaat het wel beter dan je je voor kunt stellen. Laat je eens verrassen!

Het management van Jenny Thunnissen, directeur van de Belastingdienst en overheidsmanager van het jaar, is van een briljante eenvoud: Wees duidelijk over het Wat (het resultaat dat je van je mensen verlangt), laat je mensen zelf het Hoe bepalen (de manier waarop ze dat resultaat bereiken) en spreek ze dan weer aan op het bereiken van het Wat.

3. Wat durf je te vragen?

‘Dit kun je van mij verwachten’
Het is natuurlijk eng om afspraken te maken over wat een ander van jou aan resultaten kan verwachten. Zeker als je in het behalen daarvan weer afhankelijk bent van anderen, bijvoorbeeld van je medewerkers. Want als het goed is word je er op aangesproken.

‘En wat kan ik van jou verwachten?’
Misschien is het nog veel enger om met een ander af te spreken wat je van hem of haar kunt verwachten. Want je zult die ander daar weer op moeten aanspreken. Als je dat niet doet worden het lege, loze woorden en gaat die ander uiteindelijk met je aan de haal. Je weet het, en toch is het lastig.

Als je met iemand een afspraak maakt dan mag je hem of haar daar toch op aanspreken? Daar stoot je iemand toch niet mee voor het hoofd? Je kunt iemand toch niet kwetsen door te rekenen op wat is toegezegd? En je mag toch teleurgesteld zijn als het niet gebeurd is? Je mag er zelfs boos over zijn! Want jij kunt op jouw beurt niet leveren wat jij hebt toegezegd omdat de afspraak met jou niet is nagekomen. Door een ander serieus te nemen, neem je jezelf serieus. En andersom, de ander zal jou serieus nemen. Eigenlijk hebben we het hier over volwassen met elkaar omgaan.

‘Dit heb ik nodig om mijn werk goed te kunnen doen’
Om optimaal te kunnen presteren heb je resources nodig. En het is lastig om daar expliciet om te vragen. Het ‘Kinderen die vragen...’ zit diep. Vaak zijn we zo blij dat we iets mogen doen dat we vergeten om te vertellen wat we daarvoor nodig hebben: tijd, ruimte, mensen, middelen.

‘En wat heb jij nodig om je werk goed te kunnen doen?'
Geconfronteerd met deze directe vraag komt bijna elke medewerker met suggesties voor kwaliteitsverbetering. De meesten weten heel goed wat ze nodig hebben om beter te presteren. Je hoeft als manager heus niet alles zelf te bedenken: vraag het je mensen en ze zullen je het vertellen.

4. Kun je nog spelen?

Kan ik plezier maken?
Misschien is het hebben van plezier in je werk, en dat uitstralen!, wel het belangrijkste wat je als leidinggevende kunt bijdragen. En als je dat plezier in jezelf niet voelt, is het misschien de hoogste tijd om jezelf eens achter de oren te krabben. Een ander kan jou niet blij maken, dat kun je alleen zelf. Het helpt niet om te wachten op een nieuwe directeur, nieuw beleid of de volgende reorganisatie. ‘I can’t make you feel happy if you don’t feel happy already..!’, riep Donna Summer tijdens haar optredens.

Ben ik echt zo belangrijk?
Misschien is het niet nodig om de hele dag met zo’n uitgestreken gezicht rond te lopen. Natuurlijk, je hebt grote verantwoordelijkheden en je wilt serieus genomen worden... maar doe je thuis ook zo? Probeer jezelf eens voor te stellen, op weg naar de volgende bespreking - hoe zie je eruit? Als iemand die plezier heeft in zijn werk, die lekker bezig is? Of als iemand die het heel druk heeft, heel belangrijk is en zich veel zorgen maakt?

Ben ik wel open en eerlijk?
Durf je te zeggen wat je voelt? Over wat je voelt zul je nooit aanvaringen krijgen. Kun je terugkomen op uitspraken waarvan je spijt hebt? Een voorbeeld uit huiselijke kring. We zitten aan het avondeten. Ik voel me gespannen en val uit tegen de middelste van onze drie kinderen. Er valt een pijnlijke stilte. Ik begin me te schamen, maar kan geen sorry zeggen. Dan zegt de oudste: ‘Pap, jij bent toch trainer/coach..?’. Zo, die zit. Ik kan m’n excuses maken, opgeruimd.

5. Ken je jezelf?

Wie ben ik?
De meest brandende vraag, die niemand voor je kan beantwoorden. Dat kun je alleen zelf en het is een hele zoektocht. Een ding is zeker, in een managementboek zul je het antwoord niet vinden. Een goeie film, een mooie roman, de stilte van muziek, een lange wandeling, een retraite, een fikse burn out - het kan allemaal helpen om (een stukje van) het antwoord te vinden. Maar recepten zijn er niet.

Wat wil ik?
Sjacherijn en depressie kunnen signalen zijn dat je niet bezig bent met wat je echt wilt. Maar misschien ben je gewoon nog niet zover dat je daar achter bent of al bij kunt. Hopeloze vragen als: ‘Waar ben ik in hemelsnaam mee bezig?’ helpen je bewust te worden van je ongemak en ongeluk. Zin en zingeving komen hier om de hoek kijken, net als bij de volgende vraag.

Wat draag ik bij?
Bij deze vraag komt de ander in beeld. Je omgeving beoordeelt jouw bijdrage op de relevantie voor het geheel - als gebruiker, klant, medewerker, leidinggevende, partner. Vraag het eens om je heen, aan de mensen in je omgeving: ‘Wat vind jij dat mijn belangrijkste bijdrage is?’. De antwoorden kunnen je nog verrassen. En meestal zijn het andere dingen dan je tot nu toe in je CV hebt gezet.

Hoe verpest ik het?
Een andere, verrassender vraag is: ‘Zeg nou eens eerlijk, waar kan ik wat jou betreft nou beter mee ophouden?’. Die antwoorden ken je soms wel, maar ja, je doet het nog steeds. Steeds diezelfde dingen waarmee je het jezelf moeilijk maakt. Maar zolang de mensen om je heen het je nog willen vertellen heb je nog krediet. En alleen al het durven stellen van de vraag levert je weer krediet op.

6. Waar maak je je druk over?

Ligt dit binnen mijn macht?
Veel dingen die je op televisie ziet of waarover je in de krant leest kunnen je raken. Je voelt je bij een onderwerp betrokken (honger in de wereld, geweld op straat) maar heb je er ook echt invloed op? Hetzelfde geldt voor de koers van de organisatie waarvoor je werkt of wat de collega’s om je heen elkaar op een dag allemaal aandoen. Het raakt je, maar je kunt er minder aan doen dan je misschien zou willen. Om frustratie te voorkomen kun je jezelf de volgende vraag stellen.

Wat kan ik er zelf aan doen?
Bouw ik de frustratie al in door me te bemoeien met iets waar ik niet over ga, of misschien zelfs niets mee te maken heb? Deze nuchterheid hoeft er niet toe te leiden dat je het erbij laat zitten. Toen de oorlog tegen Irak begon waren mijn vrouw en ik er ons van bewust dat we er niets tegen konden doen: het lag buiten onze macht. Toen hebben tegen elkaar gezegd: 'Laten we hier thuis minder oorlog te maken’. Dat lukte, minder ruzie lag binnen ons bereik.

7. Ben je echt?

Durf ik mezelf te zijn?
Ga maar na, van wie krijg je zelf liever leiding, van iemand die zichzelf is, of van iemand die doet zoals hij denkt dat hij moet doen: hoogst vermoeiend, eigenlijk een geaccepteerde vorm van elkaar voor de gek houden. Hou op een ander te spelen! Martin Buber vertelt het verhaal van Rabbi Susja, die kort voor zijn dood zegt: ‘In het toekomende Rijk zal mij niet gevraagd worden: ‘Waarom zijt gij Mozes niet geweest?’. Mij zal gevraagd worden: ‘Waarom zijt gij Susja niet geweest?’.

Authenticiteit is in, je moet ‘echt’ zijn. Maar hoe doe je dat? Soms gebeurt het pas als het niet meer hoeft. Toen beroepspoliticus Ad Melkert zich terugtrok zagen we weer een mens tevoorschijn komen. Zijn afscheidsspeech was indrukwekkend, zijn bevlogenheid en betrokkenheid werd voelbaar. Toen lijsttrekker Thom de Graaf op de avond voor de verkiezingen niets meer te verliezen had liet hij bij Barend en Van Dorp eindelijk meer van zichzelf zien. ‘Als je altijd zo doet wil ik wel op je stemmen hoor!’, was het commentaar in de studio.

Mogen anderen er ook zijn?
Kun je bij binnenkomst je ego aan de kapstok hangen? Hoef je niet altijd haantje de voorste te zijn? Als je gewend bent om hard roepen en veel te toeteren is het vaak moeilijk om zelf te luisteren. Misschien ben je bang dat een ander je voor is: het beste-jongetje-van-de-klas syndroom. Geef een ander de ruimte, geef eens voorrang. Geniet van al die verzamelde energie en intelligentie om je heen!

Weet ik veel?!

'Ik weet het niet'
Durf je tegen een medewerker, een leidinggevende of een opdrachtgever te zeggen: 'Ik weet het niet'? Durft een secretaris-generaal tegen zijn minister te zeggen: ‘Het spijt, maar dit kan gewoon niet’? Zegt een minister tegen de Tweede Kamer: ‘Wat jullie van me vragen is te zot voor woorden, ik doe het niet’? Niets is zo vermoeiend als de schijn ophouden, voor jezelf en voor een ander. Ja zeggen, nee doen: ‘Yes Minister’. Maar ‘Nee’ is ook een antwoord. Weinig dingen werken zo bevrijdend als durven zeggen: 'Ik weet het niet' of: 'Ik kan dit niet'.

Bij zijn afscheid werd Wim Dik gevraagd wat nou het belangrijkste was dat hij geleerd had in zijn jaren als voorzitter van de Raad van Bestuur van KPN. Hij vertelde dat hij er achter was gekomen dat hij een grote organisatie kon aansturen, maar niet het leven van zijn eigen zoon. Je hoeft niet alles te weten, en zeker niet alles te kunnen - het maakt je menselijk.

'Dit voelt me niet goed’
Durf je op je gevoel te vertrouwen? In je hoofd is het een kloppend verhaal, je hebt het weer knap bedacht... en toch, het voelt niet goed. Want ergens weet je wel dat er iets niet klopt. Je hoofd argumenteert, maar je hart zegt anders. Kun je dat toelaten, of misschien nog beter: toegeven. Je weet meer dan je denkt... als je je hoofd af en toe uit kunt zetten.

De internationale perschef van een van de grootste Nederlandse concerns leek er tijdens een bijeenkomst met communicatiecollega’s werkelijk van overtuigd dat het hem niets kon schelen dat de naam van zijn bedrijf in Nederland minder goed was dan in veel andere landen. ‘Helemaal niet erg, want...’ en dan volgde een sluitende redenering. Vanuit de steeds onrustiger zaal werd hem de ‘Jan Mulder-vraag’ gesteld: ‘Maar hoe voel je je nou..?’. De perschef ging er tot twee maal toe niet op in. Tot iemand het antwoord door de zaal schalde: ‘Je voelt je klote..!’. Toen viel hij eindelijk stil.

'Wie het weet, mag het zeggen’
Er wel eens aan gedacht om het je kinderen te vragen als je het niet meer weet? Die kunnen nog heel oorspronkelijk denken. Wij volgen creativiteitsworkshops om het weer te veroveren. Of een eind gaan wandelen: de cadans van stevig doorstappen brengt binnen de kortste keren een gedachtenstroom op gang. Ingevingen krijg je pas als je even niets meer aan je hoofd hebt: Archimedes riep ‘Eureka’ terwijl hij in bad lag, Newton zat te mijmeren onder een appelboom. Direct toegegeven, ogenschijnlijk niets doen is lastig voor ons calvinisten.

‘Ama et fac quod vis’ was de leefregel van kerkvader Augustinus. In het engels vertaalt: ‘Love, and do what you will’ - in het Nederlands lastig te vertalen zonder dat de diepte ervan verloren gaat. Mijn praktische vertaling: doe de dingen die je doet liefdevol. Want liefde is misschien het enige wat werkelijk telt. Op 11 september konden sommige mensen nog met hun geliefden bellen voor ze te pletter werden gevlogen. ‘I love you’ waren hun laatste woorden.


(Dit artikel verscheen eerder in: Baak! 02 jaargang 05, april/mei 2004)

reageer

vrijdag, mei 19, 2006

Uitzicht op andere politiek, voor mensen die niet bang zijn

............................................................................................


A. HET BESTE ONDERWIJS TER WERELD

1. Iedereen leert lezen en schrijven

Taal is de belangrijkste, meest bepalende voorwaarde om maatschappelijk te kunnen functioneren.

Daarom geen kind van de basisschool dat niet kan lezen en schrijven:
> extra aandacht en extra taallessen voor kinderen met taalachterstand;
> alle kinderen kunnen goed lezen en schrijven aan het eind van de basisschool;
> alle analfabeten (ca 1 mln mensen!) krijgen taalles aangeboden, al of niet via werkgever.

2. Leren op jouw manier

Steeds meer kinderen vragen om een op hun eigen, persoonlijke manier van leren afgestemde onderwijsaanpak (dyslectisch, hoogbegaafd, creatief/associatief lerend etc). De gesloten, industriële rangen- en standenmaatschappij verandert in hoog tempo in een open, 'platte' en internationale samenleving. Daarin is creativiteit en ‘out of the box’-denken nodig.

Daarom volop tijd en aandacht voor het individuele kind en diens talenten:
> kleinere klassen, meer verschillende leer- en lesvormen;
> tijdige (h)erkenning van speciale begaafdheden en daarop inspelen;
> beter en breder opgeleide leerkrachten;
> alle tijd en ruimte voor docenten om te handelen zoals hen als professional goeddunkt.

3. Ook leren met je handen

Teveel middelbare scholieren worden niet genoeg aangesproken op hun kwaliteiten en talenten (hart en handen). De eenzijdige nadruk op cognitief leren (hoofd) doet hen afhaken, terwijl er onophoudelijk vraag is naar mensen voor de zorg en mensen die een ambacht beheersen.

Daarom het VMBO in het teken stellen van werken en werkplezier (niet ontmoedigen maar bevestigen):
> het bedrijfsleven als partners de school in brengen en scholieren als jong talent naar de werkvloer;
> zowel bedrijfsleven als scholen en leerlingen mogen en kunnen hier geld aan verdienen;
> alle ruimte voor ondernemende scholen.

4. Zoveel mogelijk mensen zo hoog mogelijk opleiden

Om onze welvaart & welzijn te behouden is een zo hoog mogelijk opgeleide bevolking nodig.

Daarom aantrekkelijk en toegankelijk onderwijs, ook voor mensen die er door sociale of leerachterstand langer over doen (tegelijkertijd voorkomen dat het niveau van het onderwijs daalt, geen ‘zesjescultuur’):
> strenge toegangseisen en harde eindtermen;
> eenvoudige en logische doorstroom van MBO naar HBO, en universiteit (niet iedereen volgt dezelfde leer- en ontwikkelweg);
> ook op latere leeftijd nog kunnen leren: iedereen krijgt 10 jaar ‘leerrechten’ (voor je gehele leven).


B. DIVERSITEIT EN ONDERNEMERSCHAP

5. Lang leve de multiculturele samenleving!

Ons land is vanouds een van de meest internationaal georiënteerde landen ter wereld, daar hebben we onze welvaart aan te danken. Impulsen van buiten hebben ons altijd scherp, actief en in beweging gehouden. Diversiteit is een zegen en de multiculturele samenleving is een enorme kans, kijk maar naar het groeiend ondernemerschap en toenemende bedrijvigheid van immigranten.

Daarom:
> iedereen die een aantoonbare economische of culturele bijdrage levert is van harte welkom, incl studenten;
> de regelgeving voor het oprichten van een bedrijf wordt zo eenvoudig mogelijk gemaakt;
> meer belastingvoordelen voor jonge starters, incl. ZZP'ers.
> aanpassing faillissementsrecht (geen voorrang voor fiscus: minder risico voor investeerders).


C. VRIJHEID VAN LEVEN EN WERKEN

6. Werken zoals je wilt, wonen met wie je wilt

Uitkeringen belemmeren op dit moment individuele ontplooiing en economische ontwikkeling: ze houden mensen gevangen in inactiviteit (armoedeval!). Controle op woon- en leefvormen is een inbreuk op de privacy, het systeem is een uitnodiging tot frauderen.

Daarom:
> Bijstand, AOW, Studiefinanciering en Kinderbijslag vervangen door een basisvoorziening voor iedereen (leeftijdsafhankelijk, via negatieve inkomstenbelasting);
> van elke verdiende euro word je direct beter in je portemonnee;
> de pensioengerechtigde leeftijd kan vervallen: je werkt zoveel en zolang je wilt.

De arbeidsparticipatie neemt toe want werken loont. Iedereen is verzekerd van een bestaansminimum. Geen tandenborstels meer tellen: je mag samenwonen met wie je wilt! Dit is echte vrijheid, geen betutteling maar beschaving.

7. Alle afspraken maken die je wilt

De overheid hoeft zich niet te bemoeien met werknemersverzekeringen (WW, WIA), daar kunnen werknemers en werkgevers ook samen uitkomen.

Daarom vrijheid om zelf te bepalen welke verzekeringen je af wilt sluiten:
> WW en WIA verzelfstandigen, het zijn verzekeringen die werknemers zelf kunnen afsluiten, in overleg met, en/of aangeboden door de werkgever;
> CWI kan opgeheven, UWV verzelfstandigd;
> freelancers en ZZP'ers zijn ondernemers en als zodanig behandelen: ze doen geen beroep op sociale voorzieningen en betalen er evenmin aan mee, dus ook geen naheffingen wegens vermeend werknemerschap;
> vakbonden kunnen zich ontwikkelen tot inkomensverzekeraars.

8. CAO's voor wie wil

Algemeen geldende CAO's belemmeren een gezonde economische ontwikkeling, ze beschermen gevestigde belangen en sluiten andere contractvormen en nieuwe intreders uit.

Daarom alleen een CAO-contract als je er zelf voor kiest:
> werknemers en werkgevers hebben de vrijheid om alle afspraken te maken die ze willen;
> vrij kunnen kiezen tussen CAO-afspraken of maatwerk;
> algemeen verbindend verklaren van CAO’s afschaffen.


D. VAN HUREN NAAR KOPEN

9. Een eigen huis, een plek onder de zon!

Veel jonge mensen willen maar kunnen geen betaalbaar huis kopen en blijven ontevreden 'hangen' in de overvolle sociale huurmarkt die niet voor hen bedoeld is.

Daarom zoveel mogelijk mensen de kans geven op een eigen huis:
> woningbouwverenigingen gaan zich transformeren tot projectontwikkelaars van eenvoudige koopwoningen (tussen 1 en 2 ton) en gebruiken daarvoor hun enorme fondsen;
> gemeenten bieden hiervoor grond aan zonder overwinst;
> binnen dertig jaar is 80% van de huizen koopwoning.


E. MAKKELIJKER BEWEGEN

10. Stilstand is achteruitgang (en maakt sjacherijnig)

We kunnen ons in ons niet snel genoeg bewegen; we verspillen met wachten en stilstaan tijd en energie die we beter kunnen besteden, om te werken en te ontspannen.

Daarom betere verbindingen en beprijzen weggebruik:
> meer bredere wegen;
> meer dubbele sporen;
> meer snelle lightrail;
> kilometerheffing;
> tolpoorten bij grote steden;
> ondertunneling van kwetsbare gebieden.


F. MEER NATUUR, BETER MILIEU

11. Maak Nederland mooier

Ons land 'verrommelt', ongemerkt slibt het dicht, het open en cultuurhistorisch karakter van grote gebieden wordt bedreigd.

Daarom beschermen waar nodig, ontwikkelen waar mogelijk:
> belangrijke historische cultuurgebieden echt beschermen en open houden;
> natuur aanleggen op vrijgekomen landbouwgronden;
> voor elke strekkende meter asfalt in de randstad een hectare natuur terug;
> geclusterd bouwen in het buitengebied.


G. ENERGIE-ALTERNATIEVEN

12. Niet meer afhankelijk van olie en gas

We zijn in onze energievoorziening afhankelijk van fossiele brandstoffen (olie en gas), die raken op en er ontstaat oorlog en politiek gemarchandeer door.

Daarom de afhankelijkheid van olie en gas zo snel mogelijk verminderen:
> investeren in fundamenteel onderzoek naar alternatieve energiebronnen (waterstof, kernfusie);
> omschakelen naar andere energiedragers mogelijk maken (bijv. waterstof tanken) ;
> hoe meer vervuilend en belastend de energiebron hoe hoger de belasting (zodat een level playing field ontstaat).


reageer

zondag, mei 14, 2006

Workshop Ben ik duidelijk?

Een workshop over heldere, dagelijkse communicatie
Authentiek communiceren en effectief feedback geven

Gedoe op het werk
Veel 'gedoe' op het werk ontstaat door ongelukkig en onhandig communiceren. Veel mensen vinden het lastig om een duidelijk appèl te doen. Om vriendelijk te vragen in plaats van te eisen. Om de ander niet direct iets te verwijten als het even tegen zit. Om te praten vanuit vertrouwen in plaats vanuit wantrouwen. Heel menselijk allemaal. Dagelijkse kost. Het levert een hoop ‘gedoe’ op.

Kun je duidelijk zijn?
Aan dat ‘gedoe’ is wat te doen. En dat is hard nodig ook. Want er gaat veel teveel tijd mee heen. Allemaal energie die je beter kunt gebruiken. De oplossing ligt bij duidelijk durven zijn. Zeggen waar het op staat. Op een manier die werkt, die niet afstoot. Duidelijk tegen je collega's en je medewerkers. Om meer plezier in je werk te krijgen.

Weten wat je wilt, laten weten wat je verwacht
We hebben de neiging elkaar te willen sparen, we blijven vriendelijk, en ondertussen zijn we niet eerlijk. Voor wie heb je meer respect: aardig maar niet eerlijk, of duidelijk en wel eerlijk?
Ben je bereid in iemand te investeren, door hem/haar te vertellen wat je echt van zijn/haar prestaties vindt. Met het risico dat iemand boos wordt, wegloopt? Maar ook met de kans dat een ander het begrijpt en zijn gedrag gaat veranderen?
Durf je het er op aan te laten komen, wetende dat doormodderen, je ergeren, etc. vroeg of laat op jou terugslaat in de vorm van een suboptimaal functionerend team? Want wie heeft er uiteindelijk een probleem als een medewerker niet functioneert? Dat is toch altijd de leidinggevende? Het is de kunst om van meet af aan duidelijk te zijn.
De vraag is: Weet je echt wat je wilt? Weet je wat je verwacht van de ander? En wat kunnen ze van jou verwachten? Daarna is het zaak steeds direct feed back te geven, niets op te zouten (dan wordt het groot). Het functioneringsgesprek vindt bij wijze van spreken dagelijks plaats. Het beoordelingsgesprek is letterlijk een formaliteit en bevat geen verrassingen.

Effectieve gesprekken leren voeren
Het doel van dit programma is dat deelnemers inzicht verkrijgen in hun manier(en) van communiceren. Daarbij staat het eigen doen en laten centraal en de effecten daarvan op de mensen om hen heen. Na afloop van het programma weten de deelnemers hoe ze in een eigen stijl en op een persoonlijke manier helder en transparant kunnen communiceren. De deelnemers leren effectief gesprekken voeren - op een manier waar alle betrokkenen baat bij hebben. Dit kunnen zowel beoordelings- en functioneringsgesprekken als opdracht- en feedbackgesprekken zijn. Het effect is minder ‘gedoe’ tussen mensen en meer plezier in het werk, wat resulteert in minder uitval en meer productiviteit.

Moeite om je uit te spreken? Lastig om een ander aan te spreken?
Het programma is ontwikkeld voor iedereen die moeite heeft met ‘moeilijke’ gesprekken op het werk. Het is bedoeld voor zowel leidinggevenden als professionals die het lastig vinden om op een effectvolle manier te zeggen waar het op staat. Effectvol wil zeggen: onbeladen, vrijlatend en uitnodigend, zonder te vervallen in oordelen, verwijten en dwingend eisen. Dit programma is bijzonder geschikt voor teamleden die moeite hebben om zich te uit te spreken en een ander aan te spreken.

Bevrijdende ervaring - in drie stappen
Het programma beslaat een volle dag: drie dagdelen, van 09.00u tot 20.00u.
In het eerste dagdeel staat bewustwording van allergieën centraal. Je wordt je bewust van vooroordelen en vastgezette beelden, hoe (vaak onbewuste) ergernissen en irritaties een gesprek ‘moeilijk’ maken.
Het tweede dagdeel is er om nieuwe manieren van communiceren te ontdekken en eigen te maken. Je brengt je ‘moeilijkste gesprek’ in en verkent dat met elkaar.
Het derde dagdeel wordt besteed aan het verder en verdiepend oefenen met eigen cases: een gesprek voeren waarin je volstrekt duidelijk bent zonder dat dit leidt tot escalatie. En te ervaren hoe dat bevrijdend is.

Een trainer en een theaterregisseur
André Meiresonne is de trainer in dit programma. Hij heeft het ontwikkeld en is de vaste begeleider ervan. Hij werkt daarbij samen met co-trainers die tevens ervaren theaterregisseurs zijn. De regisseur zet de deelnemers in verschillende rollen en creëert interactie. Zo kunnen de deelnemers direct en persoonlijk ervaren hoe het is om vanuit verschillende perspectieven te communiceren en zelf ontdekken wat hen goed voelt en hen het beste past.

Programma
09.00 - 12.30u / Bewustwording
12.30 - 13.30u / Lunch
13.30 - 17.00u / Verdieping en oefening
17.00 - 17.30u / Snack
17.30 - 20.00u / Oefening en reflectie

reageer

Twitter Delicious Facebook Digg Stumbleupon Favorites More