Wonderlijke tijden. Verstoring van de bestaande orde. Wat voor jou belangrijk is wordt bedreigd – en je zoekt steun, houvast, geborgenheid. Je behoefte aan zekerheid groeit, maar waar vind je die nog? De werkelijkheid schreeuwt je toe: ’Je bent op jezelf aangewezen!’ Ben je dus alleen? Nee! Want we zijn hier samen. Niemand is alleen. En we hebben elkaar nodig. Meer dan ooit. Deze tijd vraagt om tevoorschijn komen. Laten zien wie je bent. Je niet meer verschuilen maar meedoen. Inbrengen wat jij kunt bijdragen – door te doen waar jíj blij van wordt. En je door niets of niemand meer bang laten maken. Wanneer je de moed kunt opbrengen om voluit te leven – recht uit je hart, en geholpen door je hoofd – ben je minder alleen dan je denkt. Dan kun je steun, houvast en geborgenheid ervaren. Bij jezelf, en bij de ander. En dan heb je ook wat te geven – dan geef je wie jij in wezen bent.

woensdag, mei 28, 2014

Verbaas je over het leven. Want het is te ingewikkeld om ooit te begrijpen.


Je kunt druk maken over het leven. Je opwinden en te hoop lopen. Het helpt niet – dat is wat ik ontdekt heb. Want het leven is bijvoorbeeld niet eerlijk. En loopt altijd anders dan je denkt. Daarom leg ik me erbij neer dat ik het nooit zal begrijpen. Het leven is te groot, te veel en te ingewikkeld om ooit te begrijpen. Alle verklaringen schieten tekort. Ze doen geen recht aan het onbegrijpelijke en het onvoorstelbare van het leven. Hoe alles samenhangt en hoe alles op elkaar inwerkt. Geen idee wat er allemaal gaande is. Hoe het echt in elkaar zit. Ik ga mijn dagen doorbrengen in verwondering. Ik blijf nieuwsgierig, maar zonder de illusie dat ik het ooit ga doorgronden. En zo krijg ik met de dag meer ontzag en respect voor de complexiteit en schoonheid van het leven. Ik geef me over. Witte vlag. Ik weet het niet.

maandag, mei 26, 2014

Je bent zoveel groter dan je denkt.


Mezelf klein denken. Ben ik goed in. En dan doe niet alleen mezelf tekort, maar ook de wereld om me heen. Want als ik denk dat ik niets te bieden heb, bied ik ook niets, waardoor anderen er ook niet van kunnen genieten. En krijg ik dus ook geen waardering, waardoor ik minder kan groeien en bloeien.

Mijn omgeving ziet vaak meer in me dan ik zelf. Ik heb dat niet in de gaten omdat ik het weinig hoor. Misschien omdat mijn omgeving weinig complimenteus is. Maar misschien ook omdat ik moeite heb om complimenten te ontvangen. Want wat is het lastig om een compliment echt helemaal binnen te laten komen!

Ik kan kiezen om zo groot te worden als ik ben. En mijn omgeving kan me bij helpen. Door me te vertellen wat zij zien als mijn belangrijkste kwaliteiten, wat zij ervaren ze mijn grootste kracht. Laatst gebeurde het me bij een afscheid. Mijn hoofd begon te tollen, mijn hart liep over – van wat me werd toegedicht.

Maar beter kun je niet wachten tot je ergens weggaat. Of tot je begrafenis. Laat het je eerder vertellen. Vraag er gewoon naar. Zo kun je werken aan je eigenwaarde. Een van de meest nuttige dingen die je kunt doen. En stap voor stap word je zo groot als je bent. Juist in je eigen ogen. 

donderdag, mei 22, 2014

Je weet meer dan je denkt. Niet met je hoofd. Met je gevoel.


Weten zit niet in je hoofd. Kennis wel. Maar kennis is iets anders dan weten. Weten gaat verder, is omvattender. Voor kennis is intelligentie nodig. Beter gezegd, analytisch vermogen. Maar weten gaat voorbij je hoofd. Weten is niet iets van de kenniselite. Weten gebeurt in alle kringen, weten is van alle rangen en standen. Weten is democratisch, kennis niet. Kennis kun je kopen, kennis is macht.

Weten heb je bij je en is onvervreemdbaar. Weten leer je in de loop van je leven. Daarom zijn oude mensen soms wijs. Maar evengoed zijn er wijze kinderen. Die daar overigens niet altijd om gewaardeerd worden. Misschien komt dat door het kennissysteem waar onze maatschappij op draait: hoe meer kennis, hoe meer macht.

Wat zou er gebeuren als er meer ruimte komt voor weten? Dat kun je zelf uitvinden. Boor je weten aan. Geef bijvoorbeeld je kinderlijke stukken de ruimte. Ga spelen. Want spelend als een kind weet je zo veel. En voel hoeveel je begrijpt van het leven als je spelend durft te vertrouwen op je diepe weten.

Of stel je voor dat je heel oud bent en niets meer hoeft. Dat relativeert enorm. Ineens weet je wat er toe doet, en wat niet. Of praat met kinderen zoals oude mensen dat kunnen. Vraag eens aan een kind: ‘Hoe doe jij dat nou?’ Verwonder je over hun wijsheid.

En je kunt oude mensen naar hun levenslessen vragen. En ze toepassen in je eigen leven. Nu al oefenen in levenswijsheid. Dan hoef je niet eerst zestig, zeventig of tachtig te worden voor je er voluit van kan genieten. 

vrijdag, mei 16, 2014

Wie heeft je ooit wijsgemaakt dat het leven leuk is? Maak het leuk.



Het leven moet leuk zijn. Daar hebben we recht op, lijkt wel. Maar dat kan helemaal niet. Het is een illusie dat het leven leuk is. Dan ontken je dat het leven ook eindig is, en dat je dat niet leuk vindt. Want het is niet leuk dat iets, wat leuk is, ophoudt. Van iets wat leuk is, wil je graag dat het doorgaat.

Maar het leven houdt op. Je wordt oud, je wordt ziek en je gaat dood. Het is niet anders. En soms word je al ziek voor je oud bent. Of ga je ineens dood. Het leven is niet leuk. Het leven kan wel mooi zijn, en rijk zijn. En daar kom je juist achter als het leven niet leuk is. Als mensen om je heen – of jij zelf – oud worden, ziek zijn en dood gaan. Tenminste, zo is het mij vergaan.

Ouderdom, ziekte en overlijden kan het mooiste boven brengen, de rijkste levenservaringen opleveren. Dan valt weg waardoor je je laat afleiden. Alle drukte en gedoe. De verveling en de ergernis. Als iemand ziek wordt en overlijdt, komt de liefde vrij die er altijd wel was maar niet werd uitgesproken en getoond. Dat beleefde ik toen mijn vader van de winter overleed.

Wonderlijk genoeg ervaarde ik toen dat ik leef. Omdat ik de liefde voelde stromen. Voor mijn vader die ziek was en dood ging, en voor degenen die daar het dichtst bij betrokken waren: mijn moeder, mijn kinderen, mijn broer, mijn familie. Toen voelde ik wat uiteindelijk het enige is dat telt in dit leven: liefde. Het leven is lang niet altijd leuk. Vaak zelfs niet. Maar je kunt het wel leuk maken. En mooi. En rijk. Als de liefde stroomt. Mag stromen, kan stromen. En ‘niet leuk’ kan daar bij helpen. Wonderlijk toch?

woensdag, mei 14, 2014

Beslissingen voor je uitschuiven. Het maakt je gespannen. En het lost niets op.


Niet beslissen, blijven twijfelen, de knoop niet doorhakken. Blijven hangen in het onbesliste. Ik loop ervan leeg. Want ik heb het de hele dag bij me. Het zuigt en het trekt. Ik loop rond met een wonderlijke spanning die zich niet oplost. Sterker nog, die zich langzaam opbouwt. En er zomaar uit kan knallen. Vaak op een onverwacht moment, en ook nog tegen iemand die er niets mee te maken heeft.

Het gebeurt in situaties waarin ik weet dat ik vooruit wil, maar niet durf. Als ik voel dat ik iets voor me uit aan het schuiven ben. Stoppen met iets, of beginnen met iets anders. Relatie, huis, werk – al die grote heftige beslissingen die soms ook nog tegelijkertijd op je af komen. Zich in het leven voordoen, aan je opdringen. Zoals nu bij mij.

Dan kan ik beter íets doen dan níets doen: ‘God zegene de greep.’ Het gevoel in mijn hart volgen en vertrouwen op het lot. Alles beter dan die spanning waarvan ik leegloop, of boos ga doen. Een grote, misschien wel onherroepelijke beslissing nemen voelt dan als in het diepe springen. En echt niet weten wanneer ik weer boven kom. Vertrouwend op een god, het lot, of hoe je het ook wilt noemen. Hopend op liefde en licht. Mooie woorden, die mij nu heel abstract klinken.

Wat mij wel helpt is ondertussen doorgaan met verstandig wikken en wegen, en mijn kop gebruiken waarvoor ‘ie bedoeld is: helder denken. En daar gelijk mee kappen als mijn hoofd het dreigt over te nemen met allerlei bangmakende gedachten. Noem het hoofd/hart-management. Je kunt het er maar druk mee hebben. Ik in ieder geval. Dagwerk lijkt het soms wel. Leven gaat niet vanzelf. 

maandag, mei 12, 2014

Afgewezen bij een sollicitatie? Je bent niet aangenomen. Dat is alles.

Afwijzing. Een dodelijk woord. Iemand zegt ‘Nee’ tegen me – over iets dat ik graag wil. Maar ben ik dan afgewezen? Met ‘afwijzing’ maak ik het persoonlijk.

Iemand anders was meer geschikt voor dat werk. Volgens een ander. Of die ander vindt mij niet geschikt. Dat kan toch? Dat hoef ik toch geen afwijzing te noemen? Het is al vervelend genoeg dat ik niet krijg wat ik graag wil – of denk te willen. Ik maak het alleen maar erger als ik het ook nog op mezelf betrek.

Hoofd omhoog en rug recht. Schouders naar achteren – alsof ik van achteren vooruit geduwd word – en weer verder. Naar een plek waar ik beter pas.

vrijdag, mei 02, 2014

Wat was de kleur van de ogen van de laatste die je gesproken hebt?


Iemands ogen. Persoonlijker kan niet. Niet voor niets zitten er op foto’s van criminelen zwarte balkjes voor hun ogen. Of dragen filmsterren grote zonnebrillen om niet herkend te worden.

Ik heb moeite om een ander echt aan te kijken. Aandachtig naar iemand kijken kan zelfs onbeleefd worden gevonden. En wat heb ik ondertussen een behoefte om echt gezien te worden.

Vandaag kijk ik iedereen die ik spreek aandachtig in de ogen. En zorg dat ik na elk gesprek de kleur van de ogen van de ander weet. Niet om de kleur ervan. Maar om de aandacht die ik voor de ander had. Benieuwd of het me lukt.

Twitter Delicious Facebook Digg Stumbleupon Favorites More