Wonderlijke tijden. Verstoring van de bestaande orde. Wat voor jou belangrijk is wordt bedreigd – en je zoekt steun, houvast, geborgenheid. Je behoefte aan zekerheid groeit, maar waar vind je die nog? De werkelijkheid schreeuwt je toe: ’Je bent op jezelf aangewezen!’ Ben je dus alleen? Nee! Want we zijn hier samen. Niemand is alleen. En we hebben elkaar nodig. Meer dan ooit. Deze tijd vraagt om tevoorschijn komen. Laten zien wie je bent. Je niet meer verschuilen maar meedoen. Inbrengen wat jij kunt bijdragen – door te doen waar jíj blij van wordt. En je door niets of niemand meer bang laten maken. Wanneer je de moed kunt opbrengen om voluit te leven – recht uit je hart, en geholpen door je hoofd – ben je minder alleen dan je denkt. Dan kun je steun, houvast en geborgenheid ervaren. Bij jezelf, en bij de ander. En dan heb je ook wat te geven – dan geef je wie jij in wezen bent.

vrijdag, december 06, 2013

Een mening. De meest voorkomende belemmering van ontwikkeling.


Opvattingen en meningen, onwrikbaar en vooropgezet, zijn de dood in de pot. Je weet het, maar wat is het lastig om het te laten. We barsten ervan. En het belemmert onze communicatie, die vaak niet veel meer is dan een uitwisseling van opvattingen en meningen, en die vaak leiden tot oeverloze discussies en debatten waarin het uiteindelijk gaat over wie er gewonnen heeft. Het schiet niet op en je leert er niets van. Het levert geen ontwikkeling op maar stilstand en achteruitgang. Ontwikkeling gedijt in ruimte en vrijheid, belangstelling en nieuwsgierigheid – naar de ander. Luisteren in plaats van praten. ‘Vertel eens.’ Vragen stellen in plaats van meningen ten beste geven. ‘Hoe kijk jij daar tegenaan?’ Je verplaatsen in de ander. ‘Oh, zie jij het zo?!’

Maar hoe leer je dat in hemelsnaam? Door eerst zelf stil te worden. Dat is waar ik achter kom.  Stil worden temidden van de drukte – de drukte in mezelf. M’n kop houden terwijl het in m’n kop stormt. En het helpt als er iets gebeurt waar ik stil van word. Maar echt stil word ik pas van zaken van leven en dood. Als er een kind geboren wordt, of een ouder dood gaat. Dan telt niet wat ik allemaal vind. Dan zie ik ineens hoe toevallig mijn opvattingen en wisselend mijn meningen zijn. En hoe ik mezelf en anderen daarmee tekort doe. En hoe alles juist kan stromen als ik open sta voor wat er is en me over geef aan het leven zelf. Wat ook niet anders kan,  in het geval van leven en dood. En de kunst is natuurlijk om dat gevoel van openheid en kwetsbaarheid mee te nemen en bij je te houden als het leven eventjes minder spannend is.

Twitter Delicious Facebook Digg Stumbleupon Favorites More