Wonderlijke tijden. Verstoring van de bestaande orde. Wat voor jou belangrijk is wordt bedreigd – en je zoekt steun, houvast, geborgenheid. Je behoefte aan zekerheid groeit, maar waar vind je die nog? De werkelijkheid schreeuwt je toe: ’Je bent op jezelf aangewezen!’ Ben je dus alleen? Nee! Want we zijn hier samen. Niemand is alleen. En we hebben elkaar nodig. Meer dan ooit. Deze tijd vraagt om tevoorschijn komen. Laten zien wie je bent. Je niet meer verschuilen maar meedoen. Inbrengen wat jij kunt bijdragen – door te doen waar jíj blij van wordt. En je door niets of niemand meer bang laten maken. Wanneer je de moed kunt opbrengen om voluit te leven – recht uit je hart, en geholpen door je hoofd – ben je minder alleen dan je denkt. Dan kun je steun, houvast en geborgenheid ervaren. Bij jezelf, en bij de ander. En dan heb je ook wat te geven – dan geef je wie jij in wezen bent.

dinsdag, juni 01, 2010

Hoe bezorg je iemand een vervelende vakantie?


T ken ik uit mijn studententijd. Nog steeds een goeie vriend. Toen we zo oud waren als onze kinderen nu, trokken we ’s zomers door Spanje en Portugal. Met een heel stel, liftend of in een oude eend. T is een gevoelige jongen, dat zie je, dat voel je. Maar hij heeft vaak geen zin om dat te laten zien. Zeker niet op zijn werk. Hij is succesvol in zijn werk en heeft van alles gedaan. Manager, interim-manager, in dienst en zelfstandig, mede-eigenaar van een adviesbureau. Als hij iets wil dan krijgt hij het voor elkaar, linksom of rechtsom. Zo één wil je erbij hebben, zeker als het ergens is vastgelopen of een zwieper nodig is.

En nu, waar gebeurd, kort geleden. Voor het eerst sinds jaren is T weer ergens in dienst. Bij een stichting die de komende jaren enorm gaat groeien, dat staat nu al vast. De vraag naar de zorg die deze mensen bieden is groot. Het is een gevoelige omgeving, de cliënten zijn kwetsbaar. De professionals die er werken zijn sensitief. T maakte een snelle start. Binnen een half jaar had hij de plannen voor de komende jaren klaar, besproken en geaccepteerd gekregen. Het was iedereen duidelijk welke kant de organisatie op zou gaan. Groter, en nog beter. T oogstte er alom respect voor. Hij rekende op een eindejaarsgesprek vol waardering voor de door hem geboekte resultaten.

Dat eindejaarsgesprek liep iets anders dan had T gedacht. Niet omdat de plannen niet deugden. Juist wel. Niet omdat er geen draagvlak voor was. Juist wel. Het ging om T zelf. Verbaasd en verbijsterd hoorde hij aan wat de voorzitter van de stichting hem te vertellen had. Vlak voor Kerst.
Wat hij deed was goed, maar hoe hij het deed niet. Alleen resultaat is niet genoeg.
T begreep er niets van. Hoezo niet goed? Ik heb de boel op de rit gekregen! Iedereen doet mee! Ik doe wat er van me gevraagd wordt! Het loopt en het werkt! Dat klopt, maar dat is niet genoeg, was het antwoord. We missen iets.

Het werd een vervelende Kerst voor T. Hij snapte er niets van. Ik word toch betaald om dit voor elkaar te krijgen? We willen toch groeien? Dan moet er wel wat gebeuren! Daar heb ik keihard aan gewerkt. En het werkt, kijk maar! Ontregeling en verzet. Dat laatste is T ook erg goed in. Hoe hij het deed blijft een raadsel – misschien beter: een wonder – maar hij ging dwars door zijn eigen weerstand heen. Was het de sneeuw die viel en hem rustig maakte? Was het de ingetogenheid van de kerstdagen? We zullen het niet weten. Wel dat hij het opgaf en rock bottom raakte.

Daar op de bodem gebeurde het. Hij vond terug wat hij al jaren kwijt was. Iets dat hij nooit met werk geassocieerd had. Iets dat je voor thuis bewaart, wat je partner en je kinderen van je kennen. Wat je pas laat zien als je je helemaal veilig voelt, en alleen aan mensen die je volledig vertrouwt. Wat een handjevol mensen van je weten. Wat je doodeng vindt om te tonen. Waar je ongelofelijk in gekwetst kunt worden. Wat pijn kan doen. Waar je je voor kunt schamen. Wat ongemakkelijk is als anderen het zien. Wat je geleerd hebt niet te laten zien. Gevoel. Jezelf.

Toen dat tot T doordrong – beter: binnenkwam – ging het hart hard. Direct na de kerstvakantie hield hij zijn nieuwjaarsspeech. We doen dit samen. Ik wil jullie bedanken voor alle steun in het afgelopen half jaar. Ik kan dit niet alleen, ik heb jullie nodig. En ik wil er voor jullie zijn. Mensen kwamen naar hem toe, bedankten hem. Zo hadden ze het van hem nog niet gehoord. En ook niet verwacht. Sindsdien weet T niet wat hij meemaakt. Er is een goede sfeer, er wordt lekker samengewerkt, er is plezier in het werk. Zo’n ontboezeming werkt aanstekelijk.

T had, vlak voor hij mid-vijftig werd, het grote geluk iemand te treffen die eerlijk was. Die iets onmeetbaars benoemde. Die daar ook geen doekjes om wond. Iemand die durfde te zeggen wat in geen enkel competentieprofiel voor een manager of directeur staat. Jezelf niet thuislaten. Je gevoel tonen. Jezelf laten zien.

T is een held. Dat hij het aanging. Die neemt dit de rest van zijn leven mee. Die is in één Kerstvakantie vele malen effectiever geworden.
De andere held is degene die hem de spiegel voorhield. Daar is evengoed lef voor nodig. Niet alleen de resultaten beoordelen, maar ook naar de manier waarop ze behaald worden. En daardoor zorgen dat een succesvolle manager zich verder kan ontwikkelen. Zo’n begeleiding gun je iedereen.

Verschenen in: Tijdschrift voor Management Development, nr 2, zomer 2010

Twitter Delicious Facebook Digg Stumbleupon Favorites More