Wonderlijke tijden. Verstoring van de bestaande orde. Wat voor jou belangrijk is wordt bedreigd – en je zoekt steun, houvast, geborgenheid. Je behoefte aan zekerheid groeit, maar waar vind je die nog? De werkelijkheid schreeuwt je toe: ’Je bent op jezelf aangewezen!’ Ben je dus alleen? Nee! Want we zijn hier samen. Niemand is alleen. En we hebben elkaar nodig. Meer dan ooit. Deze tijd vraagt om tevoorschijn komen. Laten zien wie je bent. Je niet meer verschuilen maar meedoen. Inbrengen wat jij kunt bijdragen – door te doen waar jíj blij van wordt. En je door niets of niemand meer bang laten maken. Wanneer je de moed kunt opbrengen om voluit te leven – recht uit je hart, en geholpen door je hoofd – ben je minder alleen dan je denkt. Dan kun je steun, houvast en geborgenheid ervaren. Bij jezelf, en bij de ander. En dan heb je ook wat te geven – dan geef je wie jij in wezen bent.

maandag, maart 23, 2009

Voortschrijdend inzicht ('Nooit te oud om te leren') - Speech voor onze Maria

"Als Minister van Economische Zaken wil ik - zeker nu het crisis is - innovatie stimuleren. Grappig genoeg had ik daarvoor in mijn vorige kabinetsperiode als Minister van Onderwijs juist de kans: geen betere economische stimulans dan het best denkbare onderwijs. Onderwijs dat gaat over een kind in zijn geheel, met al zijn talenten. Potentieel dat met geen Citotoets of examen te meten valt. Creativiteit en verbeeldingskracht, ondernemerschap en doorzettingsvermogen. Kwaliteiten die nodig zijn om echt iets nieuws tot stand te brengen, en die we meer dan ooit nodig hebben. Ondertussen ligt het talent voor het oprapen en we laten het met z’n allen liggen. We zien het niet en hebben er dus ook geen aandacht voor. En aandacht is nou net de sleutel. Tijd en aandacht voor elk kind. Omdat het er recht op heeft, en het economisch slim is.

Ik zie u denken: is dit onze Maria? Mea culpa? Nee hoor, nooit te oud om te leren. Gewoon voortschrijdend inzicht. Dat hebben we allemaal. Ik ook. ‘Een mens is ook maar een minister’, om Wim T. Schippers aan te halen. Bij mij ging het als volgt. Ik hoorde over een kind van twaalf jaar oud. Een muzikale Haagse jongen. Een creatief en ondernemend kind. Zo creatief en ondernemend dat mijn collega van Sociale Zaken hem een ontheffing van de wettelijke regels voor de kinderarbeid heeft verleend. Diezelfde jongen is dyslectisch, en zijn hersenen werken anders dan bij de meeste kinderen. In ons onderwijssysteem heeft hij dus ‘leerproblemen’. Nu komt hij in aanmerking voor LWOO, leerweg ondersteunend onderwijs. Dan krijgt zijn school voor hem tweemaal zoveel budget als voor een ‘normale’ leerling. Godzijdank heeft hij genoeg eigenwaarde om zijn nieuwe label niet te beleven als een afgang of een handicap. Want hij weet wat hij in zijn mars heeft. Hij heeft zin in zijn nieuwe school – met maximaal vijftien leerlingen per klas. Dus volop aandacht, alle tijd voor betrokkenheid! Bijna De school van Prem, met z’n tienen in een kasteel. Maar dat is eenmalig voor de televisie, en dit is echt.

Het heeft mij aan het denken gezet. Dit kind heeft geluk: hij heeft een officieel erkend probleem. Maar met z’n vijftienen in een klas, dat gun je toch elk kind? Vreemd genoeg hebben we het gewoon niet over voor onze kinderen. Het is stuitend en dom tegelijk, daar ben ik nu wel achter. Want ondertussen besteden we ons geld wel aan de gevolgen van het falende systeem. Wat zijn de maatschappelijke kosten van een onderpresteerder of een schooluitvaller? En wat lopen we met z’n allen mis aan productiviteit en belastinginkomsten als iemand niet meedoet, niet optimaal functioneert?

We zijn nog steeds, ondanks de crisis, een van de allerrijkste landen ter wereld, maar of we het nou hebben over lerarensalarissen of kleinere klassen, bijscholing of extra begeleiding, de discussie gaat niet over nut en noodzaak maar altijd weer over geld – dat we wel hebben maar anders willen besteden. Maar uiteindelijk zijn we dat geld toch kwijt: aan problemen waarvan we er waarschijnlijk veel kunnen voorkomen – door het best denkbare onderwijs. We zien het onderwijs als een kostenpost, in plaats van een investering in onze eigen toekomst. Het is Hollandse zuinigheid, en klassieke kortzichtigheid. Zeker nu.

Degenen die het zich kunnen veroorloven laten hun pubers op het nippertje bijspijkeren bij Luzac, of kopen voor hun kleuters gegarandeerde aandacht bij Florencius. Het Gooi redt zich prima, crisis of geen crisis. Kinderen van betrokken ouders komen er ook wel. Maar je zult toch ouders hebben die niet goedgebekt, hoogopgeleid of veelverdienend zijn. Ik gun elk kind een klas van vijftien kinderen. En elke leerkracht ook. Het is te zot voor woorden dat je eerst een officieel probleem moet hebben (of zijn) om de aandacht te krijgen die je verdient. Elk kind heeft recht op Speciaal Onderwijs. Omdat alle kinderen speciaal zijn.

Wat zouden we met z’n allen er op vooruitgaan – materieel en immaterieel – als we werkelijk gingen investeren in onze toekomst: onze eigen kinderen. Die aandacht gaat zich terugbetalen. Dat is nog eens innovatiesubsidie. En effectieve crisisbestrijding. Je krijgt er een nieuwe maatschappij voor terug: een duurzame samenleving waarin het niet om GSM: geld, macht en status gaat, maar om mensen. Om te beginnen in het onderwijs. Ik dank u voor uw aandacht."

(Speech voor minister Maria van der Hoeven, haar graag aangeboden door André Meiresonne - geplaatst op educare.nl)

Twitter Delicious Facebook Digg Stumbleupon Favorites More